Bilthoven en de lijnen naar Zeist en Baarn

De spoorlijn Utrecht – Amersfoort is onderdeel van de vroegere stamlijn Utrecht – Zwolle van de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij, afgekort NCS of NCSM. Vanaf Zwolle reed de NCS verder naar Kampen. Later volgden de zijlijnen De Bilt (nu: Bilthoven) – Zeist, Dolderscheweg (nu: Den Dolder) – Baarn (Stichtse Lijn) en Nijkerk – Ede (Kippenlijn). Verder exploiteerde de NCS een aantal tramlijnen, onder andere van Utrecht via Zeist naar Driebergen.

Hieronder ook aandacht voor het afscheid van de kruising bij Blauwkapel in 2022.




Spoorkaart van Nederland, uitgegeven door de NS. Situatie in februari 1991, met toegevoegd de vroegere haltes in Maartensdijk en Groenekan. Bij Blauwkapel hebben ook nog enkele haltes gelegen.

Van Bilthoven liep een spoorlijn naar het centrum van Zeist. Maar wie vanuit Zeist naar Utrecht wilde, kon beter de tram nemen.

Er is een plan geweest om de lijn uit Zeist vanaf Bilthoven door te trekken naar Maartensdijk. Een ander plan betrof een lijn van Soestduinen via Zeist naar Bunnik, zodat treinen van Amersfoort naar Rotterdam geen kop meer hoefden te maken in Utrecht. Meer over deze plannen.


De Bilt Station

Aanvankelijk zou er tussen Utrecht en Amersfoort alleen een halte komen bij Soesterberg (later Soestduinen), maar op aandrang van Jhr. Hendrik van den Bosch, eigenaar van het terrein Jagtlust waarover de spoorlijn zou lopen, werd er ook een halte bij De Bilt aangelegd. De jonkheer stelde zijn grond gratis ter beschikking en verhoogde zijn aandeel in de spoorlijn, in ruil waarvoor er vier keer per dag een trein zou stoppen. In 1918 werd de naam van De Bilt Station, na veel discussies in de gemeenteraad, gewijzigd in Bilthoven.


 

Forensenverkeer in Bilthoven, met een trein richting Den Dolder. Helemaal links het spoor naar Zeist. De foto is gemaakt vanaf het seinhuis. Bron: NS-kalender 1931. De tweede foto is gemaakt op 24 juli 2003, vanuit een trein uit Den Dolder.


Seinhuis Blauwkapel

Bij Blauwkapel kruiste de NCS-lijn de Oosterspoorweg van de HSM (Utrecht Maliebaan – Hilversum). Later zijn er verbindingsbogen aangelegd, zodat er ook treinen van de Maliebaan naar Amersfoort of van Utrecht CS naar Hilversum konden rijden. De lijn van Blauwkapel naar Maliebaan en Lunetten wordt tegenwoordig alleen nog gebruikt door goederentreinen, en soms door treinen van het Spoorwegmuseum, dat in het Maliebaanstation is gehuisvest.


Utrecht Blauwkapel, 23 juli 1989. Het bedieningspaneel (CVL) van seinhuis Blauwkapel, toen van daaruit nog het treinverkeer naar Bilthoven, Den Dolder en Soest werd geregeld, inclusief de beveiliging van de dubbelsporige kruising met de Oosterspoorweg (de HSM-lijn Hilversum – Utrecht Maliebaan). Een bijzonderheid is de beweegbare bovenleiding. Helemaal links op het tableau de sporen naar Utrecht Overvecht. Inmiddels zijn er diverse sporen en fly-overs bijgekomen, en is het seinhuis niet meer in dienst; het is nu een woning.


Utrecht, 2 november 2005. De situatie bij Overvecht en Blauwkapel, zoals te zien op de beeldschermen in post T. Ten opzichte van de post die vroeger in Blauwkapel stond is het sporenplan gespiegeld. Links de lijn naar Bilthoven en verder, die vanuit Amersfoort wordt bediend. Er rijden twee treinen: de onderste groene lijn is een trein uit Hilversum, die langs het perron in Overvecht zal stoppen. Daarboven een trein uit de richting Amersfoort.


Utrecht Blauwkapel, 23 juli 1989. Loc 03 1010 keert naar haar Heimat terug. Links het toen nog in gebruik zijnde seinhuis. Links staat mijn gele Lada.


Voordorp

 

Blauwkapel, 20 september 2003. Loc 1776 rijdt met een trein van Herik Rail via de Maliebaan naar Hilversum en passeert hier de spoorwegovergang Voordorpsedijk. De trein heeft zojuist het kruispunt Blauwkapel achter zich gelaten. In 1952 was dit de eerste overweg die van een AHOB-installatie werd voorzien. Een bijzonderheid is dat dit een dubbele overweg was met een gecombineerde AKI-AHOB-beveiliging. In mei 2022 is dit spoor verdwenen, tegelijk met het kruispunt Blauwkapel.

Blauwkapel, 29 mei 1976. Locs 2288, 2274 en 2247 op de laatste dag waarop deze ertstreinen met diesel werden gereden. De trein komt uit Hilversum. De laatste wagens rijden nog over de haakse kruising. Er liggen hier vier sporen: de twee rechtersporen zijn onderdeel van de verbindingsboog naar Amersfoort. Achter de rug van de fotograaf is later de wijk Voordorp gebouwd.


Groenekanschedijk

Groenekan, eind jaren zestig. Een vierwagenstel mat.'36 is op weg van Utrecht naar Bilthoven. Links een perron van de vroegere halte Groenekanschedijk (1895-1941). Foto Adrie Borgers, collectie Fred Meijer.

Groenekan, 10 mei 2003. Het blokkendoostreinstel, op weg naar Amersfoort, nadert via het hoge spoor uit de richting Utrecht. Rechts nadert een stoptrein naar Baarn. Deze foto is vanaf dezelfde plaats gemaakt als de foto hierboven. Het is wel een fotomontage; in werkelijkheid zouden deze twee treinen elkaar in de flank aanrijden. Rond Blauwkapel en Groenekan lagen diverse (facultatieve) stopplaatsen, zowel van de HSM als van de NCS. Zo was er een halte Blauwkapel aan de NCS-spoorlijn (van 1895 tot 1935), en een aan de HSM-lijn (van 1885 tot 1941). Wat verderop aan de NCS-lijn lag de halte Groenekanschedijk (van 1895 tot 1941).


De halte Groenekanschedijk in 1913, versierd ter gelegen­heid van het 50-jarig bestaan van de NCSM. Er was ook een halte Groenekan-West, in de HSM-lijn naar Hilversum. De afstand tussen deze twee haltes was een kwartier stevig doorstappen. In de HSM-lijn lag ook nog de halte Maartensdijk, zodat men over het aantal haltes in deze regio niet mocht klagen.

Hieronder het verhaal van een huisarts die zijn visites per trein aflegde. Tegenwoordig zou hij alleen nog tussen Hollandsche Rading en Bilthoven per trein kunnen reizen, met een omweg via Utrecht Overvecht.


Dokter Steijling rijdt visite

Mijn grootvader J.J.F.Steijling was huisarts te Maartensdijk. Zijn zoon W.J.Steijling, mijn vader, heeft vaak verteld, dat mijn grootvader bij goed weer visites aflegde per fiets, later per bromfiets (een Berini). Dat wil zeggen: hij ging eerst na hoe de wind stond en nam vervolgens de trein in tegenwindse richting. De visites werden in meewindse richting afgelegd en daarna nam hij weer de trein naar Maartensdijk. De fiets ging mee in de goederenwagon. Dus bij zuidenwind eerst per trein naar Blauwkapel of Tuindorp en dan langs de patiënten tot aan Hilversum en dan weer bij de Soestdijksestraatweg de trein naar Maartensdijk.

Volgens mijn vader had mijn grootvader vrij reizen. Misschien hing dat samen met het feit dat mijn grootvader gemeentearts was. In dit verband herinner ik mij, dat mijn vader, als gewezen waarnemer voor mijn grootvader, geen tol hoefde te betalen aan de Tolakkerweg, wanneer wij daar per auto passeerden.

Verder herinner ik mij, dat mijn grootmoeder mij omstreeks 1950 meenam van station Hollandsche Rading, waar altijd een praatje werd gemaakt met de familie Gaasenbeek, per trein naar de kapper te Groenekan. De trein stopte daar, waarschijnlijk op verzoek, om ons uit te laten en later op de middag weer mee te nemen naar Hollandsche Rading.

Jaap Steijling, maart 2010



Groenekan, 30 april 2005. Koninginnedagrit van de NVBS met ACTS-loc 5812 en VSM-rijtuigen.


Beveiliging

Bilthoven, uitrijsein 865 richting Den Dolder.

In 1962 werd tussen Utrecht en Amersfoort het automatisch blokstelsel met lichtseinen stelsel 1954 in gebruik genomen. Het traject beschikt over dubbel-enkelspoorbeveiliging. De beveiliging met armseinen kwam te vervallen.

De eerste foto is gemaakt kort na het in dienst komen van de lichtseinen. In de verte is nog een oud vertakkingssein te zien. Helemaal links in beeld het seinhuis van Bilthoven; daarachter liggen de wissels naar het middenspoor tussen Bilthoven en Den Dolder. Rechts achter het seinbordes boog de lijn naar Zeist af. Bron: advertentie Spoorweg Sein Industrie N.V. in het blad Spoor- en Tramwegen, 11 november 1965.

 

Tweede foto: 25 september 2003. Seinhuis, seinbordes en het spoor naar Zeist zijn verdwenen, evenals de met de hand bediende spoorbomen, maar het lichtsein staat er nog steeds. Dit sein kon behalve rood, groen of geel ook het seinbeeld "dubbel geel" tonen. Dit werd gebruikt in gevallen waarin de bloklengte korter is dan de normale remweg van een trein. Dubbel geel (betekenis: afremmen tot halve dienstregelingsnelheid) werd getoond als het volgende sein geel was. Dit seinbeeld is bij de invoering van ATB afgeschaft. De onderste lamphouder van dit sein is dus niet meer in gebruik.


De "treinvooraanduider" die vroeger bij het loket van station Bilthoven hing. Met een bel werd de komst van een trein aangekondigd, en een witte lamp gaf aan uit welke richting en op welk spoor. Spoor 3 staat niet op dit kastje. Dat was waarschijnlijk het "zakspoor" dat zich tot 1972 in de Utrechtse zijde van het perron bevond (tegenwoordig een plantsoentje) en van waar extra treinen aankwamen voor bezoekers van het Biltse Meertje, en speciale treinen voor directie en kantoorpersoneel van de NS, werkzaam op het hoofdkantoor in Utrecht. Collectie Bert Peihak.


Een lokaaltrein tussen Utrecht en Baarn, getrokken door een tenderloc serie 5500. De foto zal kort na de oorlog zijn gemaakt, in elk geval tussen 1942 (elektrificatie Utrecht – Amersfoort) en juli 1948 (eind van de stoomexploitatie op de Stichtse Lijn). Ansichtkaart collectie Nico Spilt.

Deze foto is vermoedelijk op dezelfde winterse dag genomen, maar dan de andere kant op. De fotograaf was in het seinportaal geklommen dat halverwege Bilthoven en Den Dolder stond. Ansichtkaart collectie Jos Beerman.


Bilthoven

Station Bilthoven wordt goed bediend, hoewel je (in de tijd dat ik er woonde) overdag pech kon hebben als je naar Amersfoort moest: buiten de spits stopte er maar één trein per uur. Naar Baarn kon je het hele etmaal twee keer per uur. Naar Utrecht was dat drie keer, in de spits vier keer per uur. De intercity's naar Utrecht en Amersfoort racen het eilandperron met 140 km/uur voorbij. Tussen Bilthoven en Den Dolder ligt een derde spoor, dat regelmatig gebruikt wordt als een langzame trein moet worden ingehaald. Die trein wordt dan via het middelste spoor geleid. De bekende seinbrug halverwege het driesporige traject is verhuisd naar de SGB.


 

Bilthoven, 5 juli 1992. Loc 1218 is met de Warszawa-Hoek Expres op weg naar Hoek van Holland. Gefotografeerd aan het begin van het driesporige traject naar Den Dolder, vanaf de plek waar ooit het seinhuis van Bilthoven stond. Hier takte vroeger ook de lijn naar Zeist af (rechts buiten beeld). Tweede foto: Bilthoven, 18 augustus 1993. Locomotor 263 met ballastwagens op spoor 1. Een jaar later zou dit spoor, restant van de spoorlijn van Bilthoven naar Zeist, worden opgebroken. De trein staat met zijn neus richting Utrecht, waar het spoor doodloopt. Het middenperron ligt links buiten beeld op de foto.


 

Bilthoven, 27 december 2002. Treinstel 960 als trein Baarn – Utrecht. Links ligt de vroegere losplaats, tegenwoordig is dat een P&R-terrein (Park & Ride). Tweede foto: Bilthoven, 25 februari 2001. Buslijn 57 is een flinke concurrent in de verbinding met Utrecht. Hier passeert de bus de experimentele 'adob'. De witte cilinder bevat de radar die signaleert of er automobilisten zijn die zich hebben laten insluiten tussen de dubbele bomen. Als dat het geval is, worden de machinisten door middel van lichtsignalen gewaarschuwd. Inmiddels zijn de overwegen bij Bilthoven vervangen door tunnels.


Lijn Bilthoven – Zeist

Deze enkelsporige lijn is in 1901 in gebruik genomen. De lijn was eigendom van de NBM maar werd geëxploiteerd door de NCS. In januari 1941 werd het reizigersvervoer gestaakt. Daarna vond alleen nog goederenvervoer plaats. In mei 1972 is de lijn buiten gebruik gesteld en daarna opgebroken.

Op het grootste deel van de route ligt nu een fietspad. Lees het verslag van de fietstocht Bilthoven – Driebergen die ons team in 2005 maakte.


 

Bilthoven, 3 mei 2003. Op deze plek kruiste de lijn naar Zeist de Julianalaan. Het overwegwachthuis, Julianalaan 94, is in 2015 gesloopt. Tweede foto: Bosch en Duin, 29 september 2002. De spoorlijn Bilthoven – Zeist is grotendeels vervangen door een fietspad. Langs dat fietspad vond je hier en daar nog aanwijzingen dat er ooit een spoorlijn heeft gelopen, al heeft het rijtuig op deze foto nooit op deze lijn dienst­gedaan. Het is namelijk een elektrisch motorrijtuig van de vroegere ZHESM, de eerste elektrische spoorlijn in Nederland. Het is hier na de oorlog als noodwoning terecht gekomen, evenals een ander rijtuig verderop in het bos.

 

Bosch en Duin, eind 2003. Dit is de kiosk die tot 1941 bij de halte Bosch en Duin stond, aan de kruising Spoorlaan-Duinweg. Tegenwoordig staat dit gebouw in een tuin aan de Duinweg (foto Huub van Meurs). In 2007 is dit gebouwtje gesloopt om plaats te maken voor een stenen woning. Tweede foto: Bosch en Duin, 20 maart 2005. Bij de de kruising Spoorlaan-Duinweg staat dit paaltje dat aangeeft dat er een ondergrondse 10 kV-leiding ligt. Deze leiding is in 1998-99 gelegd tussen de Amersfoortseweg bij Huis ter Heide en het nieuwe onderstation bij Bilthoven. Dat onderstation is gebouwd om langere dubbeldekkers te kunnen laten rijden tussen Utrecht en Amersfoort.


Den Dolder

De lijn Den Dolder – Baarn (Stichtse Lijn), die op 27 juni 1898 in gebruik is genomen, werd eveneens geëxploiteerd door de NCS. De concessie was eigendom van de N.V. Utrechtsche Locaalspoorweg Maatschappij, opgericht in 1896. Station Den Dolder heette aanvankelijk Dolderscheweg. Den Dolder heeft net als Bilthoven een eilandperron met daarop een stationsgebouwtje (anno 1914). Kaartjes kun je tegenwoordig alleen nog kopen uit de automaat.


 

Den Dolder, 30 juni 1969. Een instructietrein, met onder andere een geblindeerd rijtuig dat als filmzaal diende. Tweede foto: 15 juli 1973. Niet alleen de instructietrein is verdwenen, maar ook het spoor waarop deze trein stond. Langs het perron staat treinstel 278 als stoptrein Baarn – Utrecht. Inmiddels is de sporensituatie in Den Dolder nog verder vereenvoudigd.


Baarn Buurtstation

De NCS had een eigen station in Baarn, vlakbij het HSM-station aan de spoorlijn Hilversum – Amersfoort. Doorgaande reizigers moesten een paar honderd meter lopen tussen de twee stations. Op 25 juli 1948 werd, tegelijk met de elektrificatie, de wisselverbinding tussen deze twee lijnen in gebruik genomen. Het oude NCS-station (Baarn Buurtstation) werd daarna nog voor goederenvervoer gebruikt, maar werd in 1972 opgeheven. Tegenwoordig is dit gebouw in gebruik als restaurant (foto hieronder, 24 mei 2003).


Het voortbestaan van de lijn Den Dolder – Baarn heeft ter discussie gestaan. De NS wilde deze verliesgevende lijn sluiten of inkorten tot Soestdijk. In dat geval zouden de treinen uit Utrecht in Soestdijk kopmaken en zou station Soest vervallen. Maar later is besloten om in Baarn juist een extra perron aan te leggen, voor de treinen die via Soest rijden.

Zie ook:

 

Spoorwegmuseum, 7 juli 2007. Museumnacht 7-7-7. Het kon vroeger behoorlijk warm zijn in die treintjes naar Baarn!


Fietsen langs oude spoorwegen

Driebergen, 11 augustus 2005. Uw fietsende verslaggever is de onbeveiligde overweg in de Drift overgestoken. Aan de overkant van het spoor ligt landgoed Bornia.

Lees hier meer over in het verslag van een fietstocht die we maakten op 11 augustus 2005. We begonnen bij station Bilthoven en fietsten via Bosch en Duin en Austerlitz naar Driebergen. Vandaar gingen we met de trein weer terug naar Bilthoven. Als gids diende een boek van Alexander Artz: “Fietsen en wandelen langs oude spoor­wegen in Nederland” uit 2001.


Niet uitgevoerde plannen

In 1915 werd een ontwerp bekendgemaakt waarin er een spoorlijn zou moeten worden aangelegd van Soestduinen, oostelijk langs Huis ter Heide en Zeist en dan weer aantakkend op de lijn Utrecht – Arnhem ter hoogte van het huidige station Driebergen – Zeist. Tevens zou dan de tramlijn Utrecht – Zeist moeten worden vervangen door een tramlijn parallel aan de lijn Utrecht – Arnhem (met meer haltes dan aan de spoorlijn) om dan bij station Driebergen – Zeist aansluiting te geven op de bestaande tramlijnen Zeist – Rhenen en verder. Het lijnstuk Utrecht – Zeist zou dan moeten worden opgeheven. Dit alles is niet doorgegaan door tegenwerking van het Ministerie van Defensie.

Ook is er een plan voor een lijn Maartensdijk – Bilthoven geweest; dit was een idee van de NCS zelf uit 1917. Het Ministerie van Waterstaat verzocht tegelijkertijd een onderzoek te doen naar een alternatief: een verbindingsboog bij Blauwkapel. Gebrek aan geld, na-oorlogse problemen met de nog geruime tijd voortdurende tekorten aan grondstoffen, en fusieplannen hebben deze plannen (en vele andere uit die tijd) tegengehouden.

Lees meer over de spoorplannen uit 1917.



Afscheid van kruispunt Blauwkapel

In mei 2022 kwam een eind aan de bijzondere spoorkruising bij Utrecht Blauwkapel. In dit filmpje een aantal beelden uit de lucht en vanaf de grond. Met dank aan enkele bevriende filmers.


Op 14 mei 2022 werd afscheid genomen van de bijzondere spoorkruising bij Utrecht Blauwkapel. Dat gebeurde met een paar ritten met oude treinen van het Spoorwegmuseum. In een van die treinen zat ik. Een filmverslag met een persoonlijk tintje.


De Nederlandse Centraal Spoorwegmaatschappij. N.J. van Wijck Jurriaanse. Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060075277. Over de activiteiten en het materieel van de NCS, die onder andere van 1863 tot 1919 de spoorlijn Utrecht – Amersfoort – Zwolle exploiteerde. Deel 2 van de serie Spoorwegen in Nederland.


Trams Utrecht – Zeist

Ooit reden er trams tussen Utrecht en Zeist. Die werden geëxploiteerd door de NCS, later door de NBM. En misschien gaat er ooit weer eens een sneltram naar Zeist rijden.



Zie ook:





vorige       start       omhoog