In 1999 kreeg een handvol spoorbobo's een aluminium koffertje met daarin een model van de Intercity Max, althans een impressie van hoe zo'n trein eruit zou kunnen
gaan zien. Het is een model van een Japanse Shinkansen, gemaakt door Kato in schaal N (1:160). Een van de vier rijtuigen is gemotoriseerd en het model
rijdt als een speer. Met dank aan Adriaan Pothuizen (2023).
Een echte Intercity Max is nooit gebouwd. Het idee van deze trein stamt uit 1999, toen de NS een bod mocht doen op de
exploitatie van de HSL tussen Schiphol en Antwerpen. Het uitgebrachte bod hield echter veel meer in dan het ministerie had gevraagd: de NS
kwam ook met plannen voor diensten op het binnenlandse net. Daar was onder andere de Intercity Max voor bedacht: een trein die met 220 km/uur
de grote steden zou verbinden. Van deze dubbeldekkers zouden er 50 worden besteld. De minister wees het bod af, onder andere omdat NS
zich niet aan de voorwaarden van de aanbesteding had gehouden.
In 2001 volgde een nieuwe aanbesteding, waar ook andere partijen dan NS naar mochten meedingen. De NS wilde koste wat kost voorkomen dat
ze de HSL zou mislopen. Met Schiphol werd de High Speed Alliance (HSA) gevormd die een gigantisch hoog bedrag bood. De HSA won daardoor
de aanbesteding, maar het bod was zo hoog dat er geen geld meer was om een beproefde hogesnelheidstrein zoals de TGV aan te schaffen. De keus viel
op een ontwerp van AnsaldoBreda, de veelbesproken V250 of Fyra. Hoe dat is afgelopen is bekend: de treinen gingen terug
naar Italië maar lijken het daar na een stevige opknapbeurt goed te doen. In 2014 bestelde de NS de ICNG: Intercity Nieuwe
Generatie, die inmiddels door het land rijdt. Je zou de ICNG, die 200 km/uur kan rijden, kunnen beschouwen als opvolger van de nooit
gerealiseerde Intercity Max.
|