NS-serie 3700

En de goederentreinvariant (4600) en de tendervariant (6100).


Serie 3701-3815, 3816-3820

Nadat de SS proeven had gedaan met een 2C-loc van de NBDS (NS-serie 3501-3508) besloot ze om ook zelf locs van dit type aan te schaffen. Deze kregen echter vier in plaats van twee cilinders. Tussen 1910 en 1921 werden 115 machines gebouwd door Beyer Peacock, Werkspoor en enkele Duitse fabrieken. Bij de SS droegen ze de nummers 685-778 en 785-799. Bij de NS kregen ze de nummers 3701-3815; de laatste machines hebben geen SS-nummer meer gekend. In 1928 bouwde Schwartzkopff nog eens vijf machines, de 3816-3820, die waren voorzien van grotere dilinders. Loc 3790 is bij wijze van proef voorzien geweest van een poederkool-installatie, maar dat was geen succes. Ook is er geëxperimenteerd met stroomlijnbeplating; zie verderop. Voor de NS is de 3700 jarenlang de belangrijkste locomotiefserie geweest, waarmee zowel sneltreinen als goederentreinen werden gereden. Pas na 1929 nam de serie 3900 de zwaarste sneltreinen over. Slechts één loc is bewaard gebleven, de inmiddels niet meer dienstvaardige 3737.



Gedeeltelijk opengewerkte tekening van loc 3737. Door H.J. Rabe, collectie Nico Spilt.


Hilversum in de stoomtijd. Een 3700 met coupérijtuigen vertrekt naar Amsterdam. Geschilderd door Hans Kaas, naar een bekende foto van J. Quanjer. Collectie Adriaan Pothuizen.


Hilversum, jaren dertig. Doorkomst van loc 3812 en een andere 3700 met een zware sneltrein naar Amsterdam. Achter de locs hangen een postrijtuig en een stalen bagagerijtuig.


Potvis: gestroomlijnde 3700

Spoorwegmuseum, 16 november 2016. Windtunnelmodel gebruikt om de stroomlijnvorm van de locserie 3700/3800 te bepalen. Het stroomlijnen van stoomlocomotieven was in de jaren dertig een modeverschijnsel. In de praktijk leverde dit nauwelijks voordelen op; soms waren de effecten zelfs negatief.

In navolging van Engeland en Duitsland besloten ook de Nederlandsche Spoorwegen het stroomlijnavontuur aan te gaan. Enkele locs van de serie 3700 werden voorzien van een stroomlijnbeplating. De eerste loc was de 3804, die in 1936 werd omgebouwd. De locs kregen van het personeel de bijnaam Potvis. Vanwege het ontbreken van bij­passen­de gestroomlijnde rijtuigen was het experiment geen succes. Het meeslepen van de zware stroomlijn­beplating kostte meer brandstof dan wat de stroomlijnvorm bespaarde. Bekijk de foto's.


Korte geschiedenis loc 3737

Loc 3737 was de laatste stoomloc die officieel dienst deed bij de NS. De loc is in 1911 geleverd door Werkspoor aan de toenmalige Staatsspoorwegen, onder nummer SS 731. Daarnaast leverde Werkspoor nog 52 andere locs; de overige locs van deze grote serie werden gebouwd door verschillende andere fabrikanten. Er is ook een tendervariant gebouwd, de serie 6100.

Loc 3737 reed op 8 januari 1958 haar laatste rit en werd toen opgeborgen in het Spoorwegmuseum. Jaren later werd ze daar weer uitgehaald om te worden gerestaureerd. Een uitgebreid artikel over de lotgevallen van de 3737, nadat deze uit de normale treindienst was genomen, staat in Op de Rails 1996-8 blz. 294. Dat artikel heeft nogal wat reacties uitgelokt. Zie Op de Rails 1996-10, blz. 373 en een bericht van het Hoofdbestuur van de NVBS in Op de Rails 1996-12 blz. 464. En zie ook het onderaan deze internetpagina beschreven boek.


Het Vrije Volk, 8 januari 1958. De krant besteedde uitgebreid aandacht aan de afscheidsrit van loc 3737, hier gefotografeerd in Geldermalsen. De loc zal worden opgeborgen in het Spoorwegmuseum, dat is ingericht in het vroegere Maliebaanstation.


25 jaar NVBS, afscheid houten rijtuigen

Den Haag SS, 16 juni 1956. Foto's gemaakt tijdens het door de 25-jarige NVBS georganiseerde afscheid van de houten rijtuigen van de NS. We zien loc 4502 tijdens een rangeerbeweging en loc 3737 die de afscheidstrein trekt. De onderste foto is gemaakt tussen Gvr (Den Haag SS) en Gv (Den Haag HS); rechts in beeld een rangeersein. De trein reed onder nummer 16657S van Den Haag via Rotterdam en Gouda naar Amsterdam. Vanaf de loc gezien reden de volgende houten rijtuigen mee: D3929, C5055 (nu in Spoorwegmuseum), C6111, C6131, C6172, C6374, BC6021, C6123, AB6022, AB6023. Foto's gemaakt door J. Lub; contactafdrukken collectie Nico Spilt.


Rotterdam RMO (Rechter Maasoever), 17 augustus 1957. Loc 3762 (depot Roosendaal) staat langs de Hudsonstraat gereed met trein 6319s voor vertrek naar Rotterdam Zuid. Op de bok machinist Aart van Dijk uit Rotterdam en leerling Henk Elsinga. Men is juist bezig om de remproef te nemen. De trein telde maar liefst 58 wagons. Kort na het maken van deze foto was het afgelopen met de stoom in en rond Rotterdam. Depot Feijenoord, waar nog 1700'en en 4300'en in dienst waren, werd op 28 september 1957 gesloten. Foto Pieter van Puffelen.


Rotterdam IJsselmonde, 19 september 1957. Loc 3819 met een goederentrein, rechts loc 1141. De stoomloc is met trein 6319s (17 wagons) van Rotterdam RMO naar Rotterdam Zuid goederen gekomen. De loc behoorde tot depot Roosendaal. Locs van dit depot kwamen aan het eind van de ochtend regelmatig naar Rotterdam RMO met een goederentrein (6330s) van Rotterdam Noord, en vertrokken aan het begin van de middag weer met trein 6319s naar Rotterdam Zuid. In de verte staat een nieuwe 2200. We zien de zogeheten B-sporen. Het gebouw rechtsachter is het Administratiegebouw (afgekort Agb), voorheen het stationsgebouw van IJsselmonde. Niet zichtbaar is Post T die daar vlakbij stond. De opname is gemaakt vanaf de Breebrug. Rechts buiten beeld bevindt zich het Feyenoord-stadion. Foto Pieter Van Puffelen.



Persrit 21 mei 1974

Dick van Aggelen werd dankzij een relatie uitgenodigd voor de persrit met de 3737 op 21 mei 1974. Met gratis eersteklaskaartje naar het vertrekpunt Geldermalsen.

 

Kesteren, 21 mei 1974. In 1974 kwam loc 3737 weer op de baan, na jarenlang te hebben stilgestaan in het Spoorwegmuseum. Tijdens de persrit traden Lulu's Dixie Kids op. De linkerfoto is gemaakt door Martin van Oostrom. Naast loc 3737 staat Dick van Aggelen. De rechterfoto kreeg ik van de man met de sousafoon: Paul Habraken, www.acesofsyncopation.nl.


Dordrecht, 26 mei 1974. Loc 1505 heeft een trein met NVBS'ers uit Rotterdam hierheen gebracht. Loc 3737 zal de trein overnemen, voor een rit via de Betuwelijn.


Utrecht, 20 augustus 1975. Loc 3737 passeert de plek waar vroeger de halte Biltstraat was. De trein is bestemd voor bezoekers van het MOROP-congres 1975 dat door de NVBS werd georganiseerd. Terwijl ik deze foto's maakte, draaide verderop op mijn kamer aan de Wolter Heukelslaan mijn bandrecorder om het geluid van de trein op te nemen. Erg indrukwekkend klinkt het niet. De trein rijdt langzaam en een viercilinderloc maakt toch al niet zo veel geluid. Het schrille fluitje van de 3737 werkt ook niet echt mee aan het effect.


Loc 3737 is weer voor een tijdje opgeborgen in het Spoorwegmuseum. De foto is gemaakt op 13 april 1976.


Haarlem, september 1988. Loc 3737 tijdens een oefenrit voor NS 150. Foto gemaakt door geluidjager Dick van Aggelen.


Utrecht, 14 juli 1989. Gezicht op het tijdelijke stoomlocdepot van NS 150. Links loc 3737 met daarachter DR 03 1010, in het midden de fraaie City of Truro. Op de achtergrond de Utrechtse ongevallenkraan.


Driebergen-Zeist, 27 juli 1989. Loc 3737 reed verschillende ritten tijden het jubileum NS 150.


 
 

Utrecht, 25 juni 1989. De eerste stoomrit in het kader van NS 150. Loc 3737 vertrekt naar Groningen.


 

De Haar, 13 juli 1989. Loc 3737 op weg naar Utrecht. Bij De Haar sluit de lijn uit Rhenen aan op de lijn Arnhem-Utrecht.


 
 
 
 

Op 27 juli 1989 achtervolgde ik loc 3737 per stoptrein. Door haasje-over te spelen kon ik foto's maken op Veenendaal-de Klomp, bij het inhalen van de stoomtrein in Maarn, daarna de doorkomst in Driebergen, vervolgens het inhalen van de stoomtrein bij Utrecht CS en ten slotte de loc na aankomst in Utrecht CS. De zwarte man op de loc is Dick Nieman, vrijwilliger bij de SHM en een van de stokers van loc 3737.


Meteren, 20 augustus 1989. Loc 3737 rijdt over de oostelijke Betuwelijn. Bij Meteren liggen tegenwoordig ook verbindingsbogen tussen de lijn Geldermalsen-Den Bosch en de Betuweroute. Foto Mike Morant.


Utrecht, 28 mei 1998. De 3737 is weer eens van stal gehaald om een aantal ritten te rijden. Hier is ze te zien met een gezelschapstrein.


Baarn, 29 mei 1998. Loc 3737 reed een testronde door het land met een goederentrein die helaas niet helemaal in stijl was. Ook was de trein een uur te laat, dus werd het een foto in de schaduw in plaats van in het mooie licht van de ondergaande zon.


Utrecht Centraal, 24 maart 2003. Loc 3737 (gebouwd in 1911 door Werkspoor) en haar begeleidingsrijtuig, "Stalen D" nummer D 7521 (in 1931 gebouwd door Beijnes). De loc heeft in het Spoorwegmuseum onder stoom gestaan tijdens een modelbouwweekend en wordt nu weer opgeborgen in het HTMU (Herstelpunt Tractie en Materieel Utrecht). Het konvooi reed via een omslachtige route: museum - Bilthoven - museum - Lunetten - Utrecht Centraal - HTMU. Dit omdat het niet mogelijk is via het linkerspoor van het museum naar Lunetten te rijden.


 

Op 31 mei 2003 reed loc 3737, met aan de haak het blokkendoostreinstel van het Spoorwegmuseum, van Utrecht via Amersfoort naar Winterswijk. In Winterswijk werd een open dag georganiseerd, waar ik zelf niet naartoe ben geweest. Deze foto's zijn gemaakt bij Blauwkapel/Groenekan.

Later die dag verscheen een bericht op Teletekst, dat met deze rit verband bleek te houden...


Driebergen, 1 juni 2003. Ook in de locomotiefdienst zijn soms noodgrepen nodig om het treinverkeer op gang te houden. Loc 3737 was toch al onder stoom, vanwege een open dag in Winterswijk, en kon op de terugweg mooi de Eurocity uit Zwitserland overnemen van een defect geraakte e-loc.


Spoorwegmuseum Utrecht, 20 februari 2000. Loc 3737 en loc 5085 (WD 73755 "Longmoor"), twee NS-locs van Engelse komaf. De 3737 is gebouwd voor de Staatsspoorwegen (SS) en was oorspronkelijk ingericht voor bedrijf op het linkerspoor: de machinist stond dus links op de voetplaat. Toen de SS en de HSM samengingen, gingen alle treinen in Nederland rechts rijden. De locs van de SS werden toen omgebouwd. Loc 5085 is na de Tweede Wereldoorlog overgenomen van het Engelse War Department. Deze locs waren ingericht voor linksrijdend bedrijf en dat is door de NS niet veranderd, omdat de locs slechts kort dienst zouden doen. De machinisten hadden zodoende slecht zicht op de seinen. De stoker zal dus extra alert moeten zijn geweest. Op een stoom­locomotief doen altijd twee personen dienst. Niet alleen omdat er meer dan genoeg werk te doen is, maar ook vanwege de veiligheid. Als de machinist onwel wordt kan de stoker ingrijpen. Maar tijdens de voetplaatritten in het Spoorwegmuseum was op de 3737 alleen een machinist aanwezig. Als daar wat mee was gebeurd, had ik de loc tot stilstand moeten brengen. Het is dus maar goed dat ik thuis op de computer geoefend heb met Train Simulator! Zie ook het thema Links of rechts rijden.



Nico de machinist. Fotobewerking door Henk Koster, 28 april 2007.



Serie 4600: goederentreinvariant

Loc 4614. Goederentreinvariant van de 3700, in 1923 gebouwd door Werkspoor. Vanwege hun slingerende gang voldeden ze niet goed. Men had ze beter, net als de 3700, van vier cilinders kunnen voorzien. Foto L. Moore.


Jaren dertig. Loc 4606.


Serie 6100: tendervariant

De serie 6100 is de tenderversie van de 3800. Op deze foto loc 6104 rond 1935 in Hilversum. Naast het machinistenhuis staat mijn grootvader, rangeerder N. Spilt.


Loc NS 6103. De tien locs werden onder andere gebruikt voor forensentreinen in Het Gooi. Fabrieksfoto.


Op stoom werkend model van een NS 6100, schaal 1:32 van het Spoor 1 Genootschap.


NS loc 3737. De laatste Jumbo. Door Jan de Bruin en Guus Ferrée. Uitg. De Alk, Alkmaar 1996. ISBN 9060130693. Dit boek geeft een beknopte geschiedenis van de serie waartoe loc 3737 behoorde. Van deze eens 120 exemplaren omvattende serie is slechts één loc bewaard gebleven. Deze heeft jarenlang in het Spoorwegmuseum gestaan, maar is later weer rijvaardig gemaakt. De diverse restauratieperikelen komen eveneens uitgebreid aan de orde. Uitgeverij De Alk heeft de gewoonte om de mooiste foto's te verpesten door ze over de vouw van het boek te plaatsen, en houdt haar naam op dit gebied ook in dit boek hoog. Verder wordt loc 3737 door de auteurs voortdurend de "Oude Dame" genoemd, wat na 86 keer toch een beetje gaat vervelen.

Bij het opleiden van de machinisten die dienst mogen doen op de 3737 heeft Willem Bosch een belangrijke rol gespeeld. Aan hem is dan ook een heel hoofdstuk gewijd. In 1989, bij de viering van het honderdvijftigjarig jubileum, was Willem Bosch depotchef in Utrecht. Over die tijd vertelt hij: "De Oude Dame, want zo noem je toch een loc uit 1911, werd toen flink op de proef gesteld. Met name toen personeel van de SSN de loc bediende. Dat ging niet goed. Die jongens uit Rotterdam zijn locs met een stalen vuurkist gewend. Duitse machines die snel kunnen worden opgestookt. Een Jumbo, met een koperen vuurkist, vraagt echter een opstooktijd van tussen de zeven en tien uur. De 3737 heeft vooral op die gedenkwaardige excursie naar Groningen, die rit met de lange wachttijden, enorm geleden. De loc mankeerde van alles, tot lekkende steunbouten toe. Ik heb dat allemaal gezien en een rapport van die dag gemaakt. En me enorm boos gemaakt. Na herstelling is de loc kleinere afstanden gaan rijden. Uiteindelijk is toen Marcel Dubbelt op de loc gekomen. Een rustige, vakbekwame machinist. Triest dat hij een tijdje terug is overleden. Hij heeft uitstekend werk op de loc verricht."

(Op 21 december 2005 heb ik een interessant gesprek kunnen voeren met Koos Snel, een van de machinisten uit 1989, onder andere over de gebeurtenissen rond loc 3737. De koperen vuurkist heeft toen ernstig te lijden gehad doordat vanuit NS-kringen was bevolen dat het vuur elke dag moest worden gedoofd, waarna de loc de volgende dag weer in korte tijd moest worden opgestookt om aan de parades te kunnen deelnemen. Met de 3737 is het nooit meer echt goed gekomen.)


Stoomlocomotieven serie SS 685-799 (NS 3700). Door Paul Henken. Uitg. Uquilair, 2001. ISBN 9071513386. Stoomlocomotieven NS-serie 6100. Door Paul Henken. Uitg. Uquilair, 2002. ISBN 9071513432. In deze boeken wordt zeer uitvoerig ingegaan op de voorgeschiedenis, het ontwerp, de bouw, de latere constructiewijzigingen en de dienstuitvoering. Zo uitvoerig dat het soms een beetje saai wordt, vooral als je de tijd waarin deze locomotieven dienstdeden niet zelf hebt meegemaakt. Het was aantrekkelijker geweest als er wat meer over de grenzen van de beschreven series heen was gekeken. De boeken over de 3700 en 6100 hadden goed gecombineerd kunnen worden.

 

Zie ook:




vorige       start       omhoog