Luxemburg (CFL)

CFL = Société Nationale des Chemins de Fer Luxembourgeois. In het Luxemburgs: Lëtzebuerger Eisebunn. Hieronder ook bezoekers van DB, NMBS, SNCF, NS en SBB.

Spoorwegmuseum/museumlijn: Train 1900/AMTF (Pétange); Minett Park (Fond-de Gras).

Voor de elektrificatie heeft Luxemburg begin jaren 50 gekozen voor het Franse systeem: 50 Hz 25 kV wisselspanning. Het stukje naar de Belgische grens is geëlektrificeerd met 3000 V gelijkspanning. Bij de modernisering van de lijn Brussel–Namen–Luxemburg zal het gedeelte Namen–Luxemburg (lijn 162) na 2021 worden omgebouwd op het Franse systeem. Artikel over de elektrificatie van station Luxemburg: Op de Rails, april 1956.



Op dit kaartje zijn de plaatsen aangegeven waar ik tussen 1969 en 1973 foto's heb gemaakt. De verbinding tussen Luxembourg en Duitsland loopt via grensstation Wasserbillig en Trier. Beide plaatsen liggen aan de Mosel (in het Frans Moselle, in het Nederlands Moezel). Het Luxemburgse traject is geëlektrificeerd met het Franse systeem. De grensoverschrijdende treinen worden getrokken door diesellocs van de CFL of de DB. Voor meer kaartjes zie Waar ben ik geweest?


Wasserbillig, 14 juli 1969. Loc 216 079 met een trein van Koblenz naar Luxemburg.


 

Wasserbillig, 14 juli 1969. CFL-locs 905 en BB-3615.


Wasserbillig, 14 juli 1969. Een DB-loc aan het werk in Luxemburg: rangeerloc 290 134.


 

Luxemburg, 19 juli 1969. NMBS-stellen 228.130 en 228.210. Stel 228.130 behoort tot een serie die speciaal gebouwd is voor de dienst op Luxemburg. Deze Budd- of INOX-stellen zijn gemaakt van roestvrij staal en zijn genummerd 129-150. Het stel 228.210 is van de reeks 153-210 die in 1962 is gebouwd.


 

Luxemburg, 19 juli 1969. SNCF-motorwagen X3707 en aanhangrijtuig X7420. Ook de CFL bezat enkele treinen van dit type, gebouwd door De Dietrich in 1949.


Clervaux, september 1978. Treinstel 207, gebouwd door Westwaggon in de jaren 50. Deze konden gecombineerd rijden met de motorwagens van De Dietrich, maar niet in treinschakeling. Voor elk treindeel was dus een machinist nodig. De luchtrem van de hele trein werd bediend door de voorste machinist. Foto's W. Spilt.


Luxemburg, 19 juli 1969. CFL-loc BB-3603. Ingekleurde foto.


Luxemburg, 19 juli 1969. CFL-loc 1022 met een onderhoudsmachine.


 

Luxemburg, 19 juli 1969. NMBS-loc 205.010 (vanaf 1971 reeks 55). CFL-loc 1808.


Luxemburg, 19 juli 1969. NMBS-loc 126.003 (vanaf 1971 reeks 26).


Luxemburg, 19 juli 1969. CFL-loc 1819. Dit is een loc uit de serie 1801-1820, die in 1962 en 1963 in dienst kwam. Deze dieselelektrische zesassige locs komen overeen met de reeks 55 van de NMBS. Enkele locs hebben een stoomketel gehad voor de treinverwarming; deze is later weer verwijderd, behalve bij loc 1820. In 2010 waren nog enkele locomotieven actief. Loc 1820 wordt als dienstvaardig technisch monument beheerd door de SSMN (Service des sites et monuments nationaux).


 
 

Luxemburg, 19 juli 1969. CFL-loc 857 is druk aan het rangeren, onder andere met rijtuig B2133.


 

Luxemburg, 19 juli 1969. Trein 136 Milaan-Amsterdam met daarin RD-rijtuig 51848740103-7 (plan D serie 7651-7660). Tweede foto: SBB TEE-treinstel 501 op weg van Amsterdam naar Zwitserland. Klik hier voor meer foto's van dit materieel.


De serie 3600 van de CFL is identiek aan de serie BB 12000 van de SNCF. Tussen 1958 en 1960 zijn 20 locs gebouwd. Deze krokodillen waren eerst blauw, later bruin. Ze reden alle soorten treinen. Technische gegevens: twee tweeassige draaistellen, lengte 15,2 meter, gewicht 84 ton, vermogen 2650 kW, maximum snelheid 120 km/uur. De laatste loc van deze serie deed dienst op 10 december 2004, op 28 maart 2005 vonden afscheidsritten voor treinen van de normale dienstregeling plaats. Hiernaast een archieffoto van CFL 3620.


 

Trier, 15 augustus 1973. Locs van de CFL: links 1818, rechts 1601. Tweede foto: Trier, 16 augustus 1973. Nogmaals loc 1601, met een lokaaltrein naar Luxemburg. Van deze Bolle Neuzen is CFL 1604 bewaard gebleven. Ook CFL 1602 is bewaard gebleven, als NMBS 220 020.


Luxemburg, 19 juli 1969. CFL-loc 1601.


Brussel-Zuid, 27 oktober 2007. CFL-loc 1603 met een trein van het Toeristisch SpoorPatrimonium (TSP), met M2-rijtuigen en aan de andere kant van de trein loc 6077. De CFL bezat vier exemplaren, waarvan er drie bewaard zijn gebleven. De meeste Belgische locs hebben andere cabines gekregen. Een van de CFL-locs (1602) is geschilderd in de oorspronkelijke NMBS-uitvoering. Foto Willem van der Houven.


Roosendaal, 4 juli 2004. Bolle Neus 202 020 (ex-CFL 1602). Deze locs zijn in de jaren vijftig gebouwd voor de Belgische en Luxemburgse spoorwegen. De Belgische exemplaren hebben later allemaal andere cabines gekregen. De Luxemburgse loc op deze foto heeft nog de originele cabines en is geschilderd in de Belgische kleuren. De Bolle Neuzen trokken vooral goederentreinen, maar waren ook voorzien van een stoomketel voor het verwarmen van treinen. Ze zijn een Amerikaans ontwerp, dat ook dienst heeft gedaan bij de Hongaarse en Deense spoorwegen. Loc 202 020 is eigendom van het Toeristisch Spoor Patrimonium (TSP).

 

Maulusmuhle (Luxemburg), augustus 1996. IR-trein met NMBS-loc 5531 en een drietal M2-rijtuigen, onderweg van Luxemburg naar Liege-Guillemins. Foto Paul Sminia.


Diekirch (Luxemburg), 30 juni 2006. Model van een historische trein, met daar omheen beelden die je zelf in verschillende posities kunt zetten. Foto Benjamin van Waart.


Wasserbillig, 26 september 2006. Wasserbillig ligt in Luxemburg, vlak bij de Duitse grens. De grens wordt hier gevormd door de rivier de Moezel, aan de andere kant van de grens ligt Trier. Een meerspanningsloc van de DB is met een trein van Luxemburg Stad op weg naar Norddeich Mole, via Koblenz en Keulen. De scheiding tussen het Duitse en het Luxemburgse (= Franse) bovenleidingsysteem bevindt zich midden op de brug over de Moezel. Foto Cor de Rijke.


Gouvy, 12 maart 2016. CFL-loc 3019 loopt binnen met IC 108 (Liers-Luik-Luxembourg). Gouvy ligt in de Belgische Ardennen, op de grens met Luxemburg. Foto Wim Plokker.


Stoomloc 5519 van de Luxemburgse spoorwegen (CFL). Dit is een loc van de Baureihe 42. De foto's zijn gemaakt tijdens het Dampfspektakel 2018 rond Trier. De bovenste foto is gemaakt op 29 april 2018 in Karthaus. De onderste foto is gemaakt op 1 mei 2018 in Konz en toont de stoomtrein op weg van Trier naar Luxemburg. Foto's Peter Meurs.


Ik had nog geen Luxemburgse trein, en bovendien moet ook mijn Märklinbaan weleens worden gereinigd. Vandaar de aankoop van deze Gleisreinigungszug. In Nederland noemen we dat een sproeitrein. In de drie ketelwagens zit water, in de andere wagen worden hier chemicaliën aan toegevoegd. Het locje is een sterkere versie van de bekende V36 van de Wehrmacht. De CFL heeft er in 1953 vijf laten bouwen door Klöckner-Humboldt-Deutz, nummers 451 t/m 455. Op de gele ketelwagen zit mijn SQ8 MINI DV Camera.


Spoorkaart Benelux uit het NS-spoorboekje, jaren 60. Via Maastricht en Luik (Liège) reden er treinen naar Luxemburg en verder via Frankrijk naar bijvoorbeeld Basel.


Spoorgroep Luxemburg Periodiek. Jaargang 2012/3 - nummer 106. CFL 1800 special, waaraan ik een foto uit 1969 heb bijgedragen. Ook een artikel over Bahnpark Augsburg, waar onder andere CFL 3602 te zien is.


De Belgische spoorwegen in kleur. 1980-1988 + CFL. Door M.L. Vocke e.a. Uitg. Schuyt & Co, 1988. ISBN 9060972368. Tweetalig overzicht van het materieel van de NMBS en de CFL dat in de jaren tachtig te zien was.


Eisenbahnen in Luxemburg. Band 1 (algemeen). Ed Federmeyer. Wolfgang Herdam Fotoverlag, 2007. ISBN 9783933178213.

Eisenbahnen in Luxemburg. Band 2 (stoomlocomotieven). Ed Federmeyer. Wolfgang Herdam Fotoverlag, 2009. ISBN 9783933178244.

Eisenbahnen in Luxemburg. Band 3 (dieseltreinen). Ed Federmeyer. Wolfgang Herdam Fotoverlag, 2011. ISBN 9783933178275. Met twee foto's van mijn hand (pagina 197 en 213).

Eisenbahnen in Luxemburg. Band 5 (elektrische locomotieven en treinstellen). Ed Federmeyer. Groupement des Amis du Rail (GAR), 2020. ISBN 978291996062. Met een foto van mijn hand (pagina 60).

Deel 4 (GAR, 2016) gaat over normaalsporige rijtuigen. Dit deel bezit ik niet.

Er zijn bij de GAR ook twee boeken verschenen over de smal­spoorlijnen in Luxemburg.

 
 

Neue Dampflokomotiven in Europa. Hanns Stockklausner. Verlagsbuchhandlung Natur und Technik. Wien, 1951. Schriftenreihe "Schienenverkehr" Heft 3.

Boekje met een overzicht van de nieuwe stoomlocomotieven die kort na de Tweede Wereld­oorlog in verschillende Europese landen zijn gebouwd of ingevoerd: België, Duitsland (westelijke zone), Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Tsjecho­slowakije en Hongarije.

Scan van het boekje (pdf).



Zie ook:

Websites:





vorige       start       omhoog