Philips en DAF in Eindhoven



NVBS-excursie 1973

Op 24 februari 1973 vergaderde de NVBS in Eindhoven. Vanaf station Eindhoven reed een extra trein naar gastheer Philips. Een discussiepunt op deze vergadering was de geplande NVBS-reis naar Zuid-Afrika. Toen een heikel onderwerp vanwege de apartheidspolitiek. De reis is gewoon doorgegaan, want je moet stoom en politiek van elkaar scheiden.

Verslag Excursie Philips' Rangeerbedrijf

De meeste deelnemers aan de algemene ledenvergadering van 24 februari 1973 die ’s morgens in een besneeuwd Eindhoven arriveerden, keerden na zeer korte tijd weer terug in de richting van waar zij waren gekomen. Langs het tweede perron stond een 1200 met vier blokkendozen klaar die van heinde en ver naar Eindhoven waren gehaald. Hiermede werd over het goederenspoor naar Acht gereden waar de eloc werd afgekoppeld om plaats te maken voor de diesellocomotieven C en A van Philips die de trein overnamen en hem in een gezapig tempo over de eigen spoorlijn naar Eindhoven terugbrachten. Hier en daar waren fotostops ingelast die dankzij het zonnige sneeuwlandschap de gebruikelijke aftrek vonden. Over de wonderlijk stille fabrieksterreinen ging het naar “Strijp 1” waar voor het laatste deel van de rit de locomotieven werden vervangen door een van de rangeerauto's. Deze trok aan een nylon touwtje de vier blokkendozen als een soort overmaatse tractortram naar het POC. Zelden werden de deelnemers zo dicht per trein bij de plaats van de jaarvergadering gebracht. Dat deze excursie kon slagen, danken wij in de eerste plaats aan de enthousiaste medewerking van de Philips' rangeerdienst. GWS

Bron: Op de Rails, mei 1973, blz. 105. POC = Philips Ontspannings Centrum. GWS = Gerard Stoer.



Eindhoven, 24 februari 1973. Loc 1206 met vier voormalige Blokkendoosrijtuigen. Deze spartaans ingerichte rijtuigen werden normaal alleen nog gebruikt voor het vervoer van militaire verlofgangers. Let op de speciale treinaanwijzers, bestaande uit televisietoestellen van een bekende gloeilampenfabriek uit het zuiden des lands.


Bij de spooraansluiting van Philips (Achtseweg, ter hoogte van km 54) namen twee diesellocjes de trein over.


Fotostop bij de Glaslaan. De twee locjes heetten 'Mia' en 'Geurtje'. Voor informatie zie de links onderaan deze pagina.


Behalve over diesellocjes beschikte Philips ook over deze rangeerauto. Een bezoeker van mijn site mailde dat dit een ingekorte Reo is. Er lag destijds nog spoor achter het Gemeentelijk Lyceum. Dat was het oude spoor naar Valkenswaard met een overweg in de Willemsstraat. Vandaar ging het naar het emplacement dat op deze foto's staat, bij het belastingkantoor. Rangeren met de Reo was een spectakel, vooral het remmen. Remgewicht was er namelijk niet, dus werd de Reo, die een paar Gs'en trok, schuin tussen twee beremde wagons op het nevenspoor gestuurd waarna het hele zaakje zo stilstond. Nou ja, de Reo sprong links uit de flank met vier wielen tegelijk omhoog en stuiterde enigszins.


Na de vergadering bracht loc 2343 de trein weer terug naar de bewoonde wereld.


Philips: let's make things better


Schiedam Centrum, 5 januari 2005. Sprinter 2881 waar een oude reclame doorheen schemert. Die dateert uit de tijd dat Philips nog gewoon goede dingen maakte. Later ging dit bedrijf zichzelf vermanend toespreken: "Let's make things better".

Weer later werd de leus: "Sense and Simplicity", oftewel Technology should be as simple as the box it comes in. Ik hoor het graag als Philips zo ver is...


Haarlem, 12 november 2009. Luidspreker met het oude Philips-logo. Daaronder een stationsklok van het merk T&N: Telefonbau und Normalzeit Lehner & Co.


Tijdens verlichtingswerkzaamheden kwam ik een oud doosje met reservelampjes tegen, archeologische datering circa 1970. Splendor was een in Nijmegen gevestigde gloeilampenfabriek (1919-2000). Grootste aandeelhouder was Philips.


Philips-museum


Eindhoven, 3 mei 2019. Het eerste fabriekje, nagebouwd in het Philips-museum.


Eindhoven, 3 mei 2019. Ons team bracht een bezoek aan het Philips-museum. In de jaren 50 hadden wij ook zo'n huiskamer, alleen dan zonder televisie en zonder bandrecorder.


DAF en DAF-museum


Dordrecht, 16 mei 2004. Een Volvo-touringcar en een DAF-bus van de Zuid-Ooster.


De rode standaardbus

Utrecht (GVU), april 1977. Standaard stadsbussen van DAF, zoals die jarenlang in de verschillende grote steden rondreden. In het groene kastje links zit een kwartjestelefoon.

Openluchtmuseum, 18 juni 2016. De oudste rode standaardbus: GVB 301 uit 1966. Daarachter de GVB 373, een vertegenwoordiger van de opvolger van de standaardbus. Bussen uit de collectie van de Stichting BRAM.

50 jaar standaardbussen

In 2016 was het vijftig jaar geleden dat de rode standaardbus op de Nederlandse wegen verscheen. In juni 1966 kwam de eerste standaardbus in dienst bij het GVB in Amsterdam. Deze bus (301) is tegenwoordig eigendom van de Stichting BRAM. De standaardbus heeft in diverse andere steden gereden, zoals Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Nijmegen, Dordrecht, Maastricht, Groningen, Tilburg en Breda.

Ontwikkeling

In 1961 begonnen de vervoersbedrijven van Amsterdam (GVB), Rotterdam (RET) en Den Haag (HTM) met het ontwikkelen van een standaardbus. Later voegde Utrecht (GVU) zich bij deze Commissie Standaardisering Autobusmaterieel (CSA). Deze commissie werkte samen met de busbouwers Werkspoor en Hainje aan een nieuw concept, waarbij uiteindelijk in 1966 de eerste bus van de band zou rollen. Het samenwerkingsverband werd later uitgebreid met andere vervoersbedrijven, waardoor ook meer steden met deze bussen gingen rijden. In 1987 kwamen de laatste bussen van dit type van de band. In totaal zijn er zo'n 2400 gebouwd.

Varianten

In de 22 jaar dat de bussen werden geproduceerd kwamen er ook diverse varianten op de weg. Zo bouwde Hainje voor verschillende bedrijven midi-bussen met een standaardbus-uiterlijk. Ook ruilden verschillende steden in de loop der jaren de rode kleur in voor een eigen huisstijl. Het GVB liet ook een kleine serie gelede bussen bouwen.

Opvolger

Als opvolger van de standaardbus ontwikkelden de grote steden begin jaren tachtig, in samenwerking met carrosseriebouwer Hainje te Heerenveen, de CSA-2. Technisch waren er veel overeenkomsten, maar de bussen waren luxer uitgevoerd. Een opvallend verschil zijn de gebogen voorruiten. Van dit model zijn er aanzienlijk minder gebouwd dan de eerste generatie. Bronnen: www.standaardbus.nl en www.bram-amsterdam.nl.



Eindhoven, 16 oktober 2010. De dwergauto teruggebracht tot zijn essentie: de "rijdende regenjas", die je in de gang kon parkeren. Dit voertuigje is in 1941/42 ontworpen door Hub. van Doorne. Het had een eencilindermotor van 125 cc en kon in principe 55 km/uur rijden. Bij dit prototype is het gebleven. Het is jarenlang gebruikt in de voorstellingen van circusclown Fried van Moorsel, waarna het verhuisde naar het DAF-museum.


Eindhoven, 16 oktober 2010. Twee koninklijke voertuigen in het DAF-museum. De koninklijke bus (AA 81) is van het type Alliance. Deze is gebouwd door DAF (chassis) en Den Oudsten (carrosserie). Het voertuig werd in november 1991 door de toenmalige directie van DAF N.V. aangeboden aan de koningin en deed gedurende ruim 15 jaar dienst als de koninklijke familie zich verplaatste bij belangrijke gebeurtenissen. Zo was de bus jaarlijks te zien op Koninginnedag en bij bezoeken van buitenlandse staatshoofden. De bus had 77.000 kilometer op de teller staan toen ze in februari 2007 werd overgedragen aan het DAF-museum. Hier staat ook de rieten DAF Kini, een futuristische open auto met rieten stoelen (AA 98), waarin de koninklijke familie tijdens vakanties in Porte Ercole in Italië rondreed. In 2006 is een nieuwe koninklijke bus in gebruik genomen, gebouwd door VDL/Kusters, die eveneens het kenteken AA81 draagt. Dit is niet de open bus die in 2009 in Apeldoorn werd gebruikt.


Rotterdam, 2 april 2011. Het Rotterdams Trammuseum is heropend. Na het gedwongen afscheid van de locatie aan de Nieuwe Binnenweg heeft de collectie historische trams een nieuw onderkomen gevonden in de remise van de Stichting RoMeO aan de Kootsekade. In het trammuseum is onder andere deze DAF te zien. Foto Carl Klaassen.


Eindhoven, 3 mei 2019. Opleggerbus van DAF, zoals gebruikt door Philips.


Eindhoven, 16 oktober 2010. Model van een opleggerbus, gebouwd door de heer H. van Geffen. Dit is een radiografisch bestuurbaar model, schaal 1:16. De trekker is een DAF Torpedo, een ontwerp uit 1957. Ook de oplegger stamt uit deze periode; dit is een variant van de kort na de oorlog gebouwde opleggerbussen. De kleuren zijn van Philips. Deze bussen werden gebruikt om forensend personeel, onder andere uit België, te vervoeren. Het idee was dat de trekkers dan overdag voor andere transportwerkzaamheden gebruikt konden worden. De opleggerbussen deden dienst totdat ze door de wetgever, vanwege de veiligheid, werden verboden. Philips heeft een van deze opleggerbussen verbouwd tot televisiereportagewagen. Deze reportagewagen werd bij de start van de televisie in Nederland uitgeleend aan de NTS. Later nam de NTS deze oplegger over van Philips. Ze werd ingezet als Reportagetrein 1. De latere reportagetreinen van de NTS waren gebouwd op basis van een Commer-chassis.



Charles Burki

Charles Burki was een illustrator die onder andere veel heeft getekend voor DAF. In spoorwegkringen kennen we hem vooral als tekenaar van de illustraties in de Kilometerkampioen.


Folder van de DAF Variomatic uit 1958, het jaar dat de auto werd uitgebracht. Getekend door Charles Burki. Collectie Henk Koster.


Twee vrachtwagens getekend door Charles Burki. Folders uit 1958. Collectie Henk Koster.


Vuilnisauto op DAF-chassis. De roltrommel is geleverd door Faun. Achter de cabine bevindt zich een ruimte voor zaken die niet in de trommel konden (of waar de vuilnismannen een handeltje in zagen). Prentbriefkaart met tekening van Charles Burki.


 

De NS namen in 1965 een proef met het transport van spoorwagens over de weg. Hier verlaat een DAF 2000 met een op een SEAG-Strassenroller geladen goederenwagen het straatspoor bij het station Eindhoven, op weg naar de Philips-vestiging in Veldhoven. Illustraties uit het boek DAF 2000 DO.


Stationsplein Eindhoven, gefotografeerd door een patrijspoort van het station. In de achtergrond de Philips-toren. Op het plein het standbeeld van meneer Philips. De twee bussen links zijn van Magirus-Deutz, type O 3500. Deze "bolkoppen" reden in de stadsdienst van 1952 tot 1961. Het station is van 1957, dus de foto zal rond 1960 zijn gemaakt. De bus rechts is eveneens van Magirus-Deutz, maar van een ander type. Opvallend is dat het Eindhovense stadsbusbedrijf geen zaken deed met stadgenoot DAF. Dat zal ermee te maken hebben dat autobusbedrijf "De City" tevens dealer was van Magirus-Deutz. De luchtgekoelde bussen stonden bekend om de herrie die ze maakten bij het optrekken. Fotograaf onbekend; achterop de foto staat RK 2170-3.


Eindhoven, 8 mei 2009. Het stationsgebouw uit 1957 is een ontwerp van K. van der Gaast. De zwart-witfoto hierboven is gemaakt vanuit de gevel links. Het beeld van A.F. Philips (1874-1951) is verplaatst en staat nu tegenover het station, met zijn gezicht naar de stad.


Eindhoven, 3 mei 2019. Logo's op een ooit door Philips gebruikte opleggerbus in het DAF-museum.



Zie ook:

Websites:

Boeken over DAF:

Locjes van Philips:





vorige       start       omhoog