- Albatros – bijnaam van een Tsjechische stoomloc
- Albatros – Nederlands treinstel (V250) dat bestemd was voor de HSL naar Brussel. Ook aangeduid
als Kruimeldief (naar het uiterlijk).
- Alpenstaubsauger – bijnaam van ÖBB Reihe 1163, naar
het stofzuigergeluid dat de loc maakt.
- Apekop – verzonnen bijnaam voor elektrische treinen materieel '64 (vergelijk Muizeneus).
Deze treinstellen worden meestal aangeduid als Plan T (vierwagenstellen) of Plan V (tweewagenstellen).
- Arend, Snelheid, Hoop en Leeuw waren de namen van de eerste Nederlandse
stoomlocomotieven. In Duitsland was de Adler een van de eerste locomotieven.
- Bakkie – zie Hippel
- Baron van Verschuer, treinstel vernoemd naar de beheerder van landgoed Mariënwaerdt.
- BB-wagen – bijnaam
van de bollenwagens, vanwege hun vorm die deed denken aan de Franse filmster BB: Brigitte Bardot.
- De Tsjechoslowaakse diesellocs T478.1 zijn eveneens naar Brigitte Bardot vernoemd: Bardotka.
Deze locs hebben een soortgelijke neus als de Duitse Lollo.
- Beaver – naam van een stopmachine van VolkerRail. Een foto hiervan zou je dus een beavershot kunnen noemen.
- Beel – diesellocomotief uit de jaren 50 (NS-serie 2600). Een andere mislukte
loc (NS 2801) werd wel aangeduid als Kreupele Marie.
- Bello – een bijnaam die nogal eens werd gebruikt voor lokaaltreinen, vanwege de bel die
de stoomlocs voortdurend moesten laten luiden. Een bekend voorbeeld is loc 7742 van de SHM.
- Beul – bijnaam van stoomlocs die veel van de stoker eisten. Meer bijnamen van stoomlocs.
- Bergkönigin – bijnaam van de Pruisische T20 (Baureihe 95).
- Bergkoningin (Sri Gunung) – bijnaam van een stoomloc uit Nederlands-Indië.
- Big Boy – enorme Amerikaanse stoomloc.
- Bison, Doedelzak – zie Regiorunner
- Blauwe Brabanders – bijnaam van de sneltreinlocomotieven van de NBDS.
- Blauer Blitz – bijnaam van een Oostenrijks dieseltreinstel.
- Blauwe Engel – dieseltreinen
uit de jaren 50. Deze zijn later rood, weer later geel gespoten. De naam zou verwijzen naar de film 'Der Blaue Engel' met Marlene Dietrich.
- Blokkendoos – elektrische treinstellen materieel '24, vanwege hun vierkante vormen. Ook wel
Stofzuiger, naar het geluid dat ze maakten. Ook bepaalde Amsterdamse trams werden 'blokkendoos' genoemd.
- Bolkop – bijnaam van stalen rijtuigen met ronde kopvormen (Plan D, Plan K).
- Bolle Neus – Belgische diesellocomotieven van een type dat ook Hongarije en Scandinavië heeft
gereden (NoHAB).
- Bonsai 6400 – bepaalde kleine rangeerlocjes.
- Bubikopf – bijnaam van stoomlocs Baureihe 64. Bubikopf betekent pagekop, een kort soort kapsel.
- Buffel – dieseltreinstellen uit de jaren '90. Vernoemd naar de vorm van de kop (vergelijk Bison).
- Concertbak – bijnaam van treinstel 461 (mat.'36) dat vaak door het Concertgebouworkest werd gebruikt.
- Donald Duck – bijnaam van de Duitse ET 403 (naar de snavelvormige kop).
- Dora – naam van een enorm spoorweggeschut, genoemd naar de vrouw van Gustav Krupp.
- Duikbril – Belgische treinstellen type MS86 met een kopvorm die aan een
duikbril doet denken. Worden ook wel Sprinter genoemd.
- Duitse Herder – loc van de serie 6400, geschikt om dienst te doen in Duitsland. Zie ook Vlaamse Reus.
- Eierkopf – bijnaam van diverse Duitse treinstellen.
- Ellen ten Damme – een
van de meer of minder bekende Nederlanders die met hun gezicht op een trein zijn gezet.
- Golden Arrow, Flèche-d'Or – roemruchte treinverbinding tussen London en Paris (van 1929 tot 1972).
- Harzkamelen – Oost-Duitse V100'en op smalspoordraaistellen. Hun bijnaam danken
ze aan hun schommelende gang en grote omvang.
- Hippel – rangeerlocomotief (series 500/600). In het Amsterdams Bakkie, een bijnaam die
in de stoomtijd werd gebruikt voor kleine rangeerlocs.
- Hommel – bijnaam van de diesellocomotieven Class 66 van Rotterdam Rail Feeding, vanwege de
combinatie van beschildering en geluid.
- Hondekop – elektrische treinen materieel '54. Ten onrechte ook wel gebruikt voor materieel '64.
- Jaap – naam van blokkendoosmotorrijtuig C9002, geadopteerd door het personeel van werkplaats Haarlem.
- Jules, Jim, Catherine – bijnaam van drie blokkendoosmotorrijtuigen, vernoemd naar
de hoofdpersonen van een Franse film uit 1962.
- Jules – motorpostrijtuig, omgebouwd tot ATB-meetrijtuig als opvolger van de oude Jules.
- Jumbo – bijnaam van grote stoomlocomotieven. In Nederland gebruikt voor de serie 3700, hoewel
de NS grotere locomotieven heeft gehad. De gestroomlijnde versie van de 3700 werd Potvis genoemd.
- Kakadu – bijnaam van een DB-rijtuig ("Halbspeisewagen") dat bestaat uit een restauratie en een afdeling
eerste klas. Het is driekwart rood en een kwart blauw. De kaketoe is een papegaaiensoort met een kuif in
een andere kleur dan het lichaam.
- Kameel – directierijtuig (NS 20). De bijnaam verwijst naar de twee machinistencabines op het dak.
- De Karel – treinstel 466 is eigendom van de Karel Foundation en rijdt voor charitatieve doeleinden.
- Karpatenschreck – Oost-Duitse V119. De Roemeense dictator Nicolae Ceauşescu, bevriend met
de Oranjes, liet zich graag de titel "Genie van de Karpaten" aanleunen. Een wat vriendelijker bijnaam is U-boot (onderzeeboot).
- Kennedy – voormalige Joegoslavische diesellocs van Amerikaanse afkomst.
- Kikker, bijnaam van loc 657 van de MBS.
- Knallfrosch (voetzoeker) – bijnaam van de e-locs Baureihe E41, naar de knallende geluiden
van de pneumatische schakelwals.
- Komet, Senator – twee Duitse treinstellen (VT 10.5)
uit de jaren 50.
- Koploper – elektrische treinstellen met doorloopkop (die inmiddels verwijderd is, dus
de bijnaam is niet zo passend meer).
- Krokodil – bijnaam van diverse elektrische locomotieven met lange neuzen. Ook de
aanduiding van een treinbeïnvloedingssysteem.
- Langer Heinrich – bijnaam van de 4000 ton zware ertstreinen tussen Emden en Rheine, doorgaans getrokken
door twee stoomlocs Baureihe 44.
- Leeghwater – naam van stoomloc 18 van de SHM. Vernoemd naar Jan Adriaanszoon Leeghwater (1575-1650),
molenmaker en waterbouwkundige.
- Limburger Zigarre – bijnaam van sigaarvormige Duitse accutreinstellen.
|
- Lint – treinstellen met namen van bekend geachte Nederlanders.
- Lollo – de
eerste locs van de Baureihe V160 hadden een kopvorm die deed denken aan de goedgevormde Italiaanse filmster Gina Lollobrigida.
- Longmoor – Engelse militaire basis; naam van WD-loc 73755
- Margriet – bijnaam van het vertreksein van de NMBS
- Mohican – bijnaam van Franse dieseltreinen met een hoge radiator op het dak (als een indianentooi)
- Marylin Monroe –
naam van een Deense dieselloc.
- Muizeneus – verzonnen bijnaam voor elektrische treinstellen materieel '46.
Achteraf bedacht om dit materieel net als de Hondekoppen een bijnaam te geven.
- Nicole – naam van de "hybride" Strukton-loc 1824.
- Ochsenlok – bijnaam van de Duitse Baureihe 41 (werd o.a. voor veetreinen ingezet).
- Olifant (Elefant) – bijnaam van een grote Zwitserse stoomloc, type C 5/6. In het Spoorwegmuseum in Utrecht
staat een dubbeldekkerrijtuig met de naam Olifant.
- Ooievaar – naam van SHM-loc 8.
- Ome Ceesje – vooroorlogse dieseltreintjes.
- Pendolino – Italiaanse trein met kantelbakmechanisme. (Pretendolino was
de bijnaam van een gewone Britse trein die door Virgin was geschilderd in de kleuren van een Pendolino.)
- Pescara – bijnaam van een Franse gasturbinelocomotief.
- Picasso – bijnaam van Franse motorrijtuigen waarvan de cabine asymmetrisch op het dak was
geplaatst. Dat doet denken aan de schilderijen van Picasso waarbij hoofden en ledematen op vreemde plaatsen aan het lichaam zijn bevestigd.
- Railhopper – elektrische treinstellen uit de jaren 90. Maakten hun bijnaam onbedoeld
bijna waar door problemen met losrakende wielen.
- Regiorunner – doopnaam van dubbeldekstreinstellen uit de jaren 90. Andere bijnamen zijn
Bison (naar de vorm van de kop) en Doedelzak (naar het geluid dat de elektronische apparatuur maakt). Wordt tegenwoordig aangeduid
als VIRM (verlengd interregiomaterieel).
- RegioSwinger – bijnaam van een Duitse kantelbaktrein.
- Rocket – de eerste bruikbare stoomlocomotief, in 1829 gebouwd door George Stephenson.
- Rode Duivel – dieseltreinen uit de jaren 60 (Plan U). Zijn later geel gespoten.
- Rote Elch (Rode Eland) – bijnaam van de V200, vanwege de herrie die zou lijken
op het geluid van een bronstige eland.
- Roter Pfeil – bijnaam van een Zwitsers elektrisch treinstel. Ook bekend in het
blauw als Blauer Pfeil.
- Russenschreck – Oost-Duitse diesellocomotief Baureihe 232 (heeft ook in Nederland gereden). Een vriendelijker
bijnaam is Ludmilla.
- Sapsan (Сапсан, slechtvalk) is de Russische variant van de ICE.
- Settebello – luxe Italiaans treinstel. Settebello = gelukkige zeven. Dit is een Italiaans kaartspel; de zeven slaat op
het aantal bakken van het treinstel.
- Sherloc – naam van een videoschouwtrein van VolkerRail. De naam verwijst natuurlijk naar
de bekende detective Sherlock Holmes (zonder de k want het is een soort loc – niet iedereen snapt het woordgrapje, dus ik leg het maar even uit).
- Sik – kleine rangeerlocomotief (NS-serie 200/300). De bijnaam zou te danken zijn aan het
geluid van de uitlaat.
- Silberlinge – bepaalde zilverkleurige Duitse rijtuigen, in Nederland bekend als Plan W.
- Silvolde – stoomloc van de Geldersche Stoomtramweg Maatschappij.
- Slammer (slam-door train). Een Brits treinstel met naar buiten opengaande klapdeuren. De bijnaam komt
van het geluid wanneer de deuren werden dichtgeslagen.
- Spoetnik (Duits: Sputnik) – bijnaam die door treinpersoneel zou zijn gebruikt voor de treinstellen VT 08
die tussen Hamburg en Hoek van Holland hebben gereden als Hamburg-London Express. Volgens de Russische Wikipedia zou Sputnik
zijn gebruikt als bijnaam van de twee stoomlocs Baureihe 10. Meer bronnen voor deze meldingen zijn welkom!
- Sprinter – elektrische treinstellen uit de jaren 70. Danken hun bijnaam aan hun snelle
acceleratie. De nieuwe generatie heet SLT: Sprinter Light Train. Ook de Belgische Duikbril wordt wel Sprinter genoemd.
- Super Sprinter – bijnaam van de Britse treinstellen Class 156.
- Taigatrommel – Russische diesellocomotief die aan diverse
Oostbloklanden is geleverd. Hun bijnaam danken ze aan de enorme herrie die ze maakten.
- Taurus (stier) en Hercules (mythologische krachtpatser). Bijnamen van stoere locomotieven van Siemens.
- Tram 5018 van de Sneltram Utrecht-Nieuwegein was vernoemd naar Mr. A. Tchernoff, burgemeester van
De Bilt.
- Tommy – eerste elektrische locomotief in Nederland (LNER 6000). Tommy was de bijnaam van Engelse
geallieerde soldaten.
- Truusje – rangeerlocje dat onder andere dienst heeft gedaan bij Phillip Morris (Marlboro).
- Trijntje – naar
Trijntje Oosterhuis is nog geen treintje vernoemd.
- Tuffie – stem van de automatische omroepberichten op stations. Ze heet echt zo: Tuffie Vos.
- Varkensneus – bijnaam van de Belgische treinstellen type MS75.
- Velaro – familienaam van een op de ICE3 gebaseerde serie treinstellen. Volgens fabrikant Siemens komt
de naam van het Spaanse 'VELocidad Alta' (hoge snelheid). De letters 'ro' zijn er kennelijk bij verzonnen om er een mooi woord van te maken.
- Vindobona – naam van een vroegere treinverbinding Berlijn-Praag-Wenen (Vindobona is Latijn voor Wenen).
- Vlaamse Reus – loc van de serie 6400, geschikt om dienst te doen in Duitsland. Zie ook Duitse Herder.
- Vlaflip – bijnaam van de geel/blauw/witte Sprinters.
- Wadloper – dieseltreintjes die in Friesland en Groningen hebben gereden. Toen ze naar andere
streken verhuisden, werden ze ook wel Maasloper genoemd (onzinnige naam: op het Wad kun je wel lopen, op de Maas niet).
- Wanda – diesellocje dat door de SSN is overgenomen van de Hoogovens.
- Weißwurst – bijnaam van de Duitse ICE-treinstellen. Ook wel "tube tandpasta".
- Zeppelin – naam van een sigaarvormig luchtschip. Ook gebruikt voor
stoomlocomotieven met een spitse rookkastdeur, zoals de sneltreinlocs van de NCS (latere NS-serie 3600). Zie
ook Schienenzeppelin.
- Zilvermeeuw – bijnaam van de eerste generatie Amsterdamse metrostellen.
- Zweefvliegtuig – bijnaam van tweewagenstellen mat.'40 die tijdens de oorlog zonder motoren
dienst hebben gedaan. Ook wel gebruikt voor blokkendozen die tijdelijk geen eigen motoren hadden en dus werden gesleept.
|
Ook bestaan er allerlei minder gangbare bijnamen, gebruikt in kringen van spoorseksuelen. Voorbeelden zijn
Tuinhuisje (Class 58), Klaas (Class 66), Breedbekkikker (Vossloh/MAK G2000),
SLET (in plaats van SLT; hoe grappig kun je zijn...)
|
Regionale treinen
In het regionale verkeer rijden diverse treintjes met gezellige namen rond:
Protos: het Griekse woord voor ‘eerste’ (πρώτος)
Talent: Talbot Leichter Nahverkehrstriebwagen
Flirt: Flinker Leichter Innovativer Regional Triebzug
Wink: Wandelbarer, Innovativer Nahverkehrs-Kurzzug
Lint: Leichter Innovativer Nahverkehrstriebwagen
Twents: Lint op z’n Twents
Breng, Spurt, Velios: namen waaronder de Stadler GTW (Gelenktriebwagen) in Nederland rijdt.
|
Stoomlocomotieven (soortnamen)
Bij stoomlocomotieven worden aanduidingen gebruikt die betrekking hebben op de asindeling. Dat zijn geen bijnamen maar
soortnamen. In de Verenigde Staten zijn deze heel gebruikelijk, maar sommige worden ook in andere landen gebruikt.
Enkele voorbeelden: Pacific (Baureihe 01), Atlantic
(Belgische type 12), Mikado (Franse 141R).
|
Expres, Express, Limited
Bijzondere sneltreinen krijgen vaak een naam waarvan het woord "expres" deel uitmaakt. In het Nederlands schrijven
we dat met één s, in andere talen met twee.
Bijvoorbeeld Bergland Expres, Austria Expres
of Trans Europ Express.
Vreemd is de naam Krokus Express. Je schrijft toch ook niet Krokuss?
In het Frans bestaat ook het woord "expresse", maar dat gebruik je alleen in uitdrukkingen die met
postbezorging te maken hebben: par expresse = per ijlbode. Fout is
dus Nostalgie Expresse.
Een Engels/Amerikaans begrip is Limited. Dat is een exprestrein die onderweg niet stopt of alleen op een
paar grote stations, en waarvoor vaak een extra toeslag betaald moet worden: Brighton Limited, Broadway Limited.
|