Conducteurswagens

De Nederlandse Dg, de Duitse Kabinentender, de Amerikaanse caboose.


 

Twee drieassige snelgoederenwagens. Links: Hilversum, 1 december 1968. Dg 4263 met conducteursruimte. De wagen is in 1929 gebouwd door Werkspoor en droeg aanvankelijk het nummer ED 4322. De wagen heeft haar laatste actieve jaren gesleten in het fietsvervoer. In 1962 is de wagen afgevoerd. Rechts: Werkplaats Haarlem, 27 oktober 1973: wagen 157210. In 1916 door Werkspoor voor de SS gebouwd als snelgoedwagen E 129, later NS E 4081, vervolgens goederentreinbagagewagen Dg 4478, daarna ongevallenwagen 157210. Op beide wagens staat een wit kruis, wat betekent dat ze voor de sloop zijn bestemd. Op sloopwagens kan ook nog een witte stip op de aspotten staan; dat betekent dat de sloper de wielen retour moet leveren. De wagen op de rechterfoto is de dans echter ontsprongen: ze is bij de MBS in Haaksbergen weer te bewonderen als SS E 129.


Dg serie 2421-2700

Tussen 1954 en 1958 zijn in vijf series 280 van dit soort wagens gebouwd. Ze waren genummerd Dg 2421-2700. Voor de bouw werd gebruik gemaakt van het onderstel van oude gesloten goederenwagens van de HSM (NS-serie 7801-9478). De radstand hiervan werd vergroot van 4 naar 5 meter. De bovenbouw werd gemaakt door de Noord-Nederlandse Machinefabriek (Noordned) uit Winschoten. De werkplaats Amersfoort zorgde voor de montage en de inrichting. De wagens waren bruin.

De 280 nieuwe Dg's vervingen een allegaartje aan vooroorlogse wagens. Ze hingen achteraan goederentreinen en boden een werkplek aan de conducteur, die onderweg de wagenpapieren in orde maakte. Via schuingeplaatste spiegels kon hij langs de trein kijken om de boel in de gaten te houden. De wagens waren voorzien van een schrijftafel, een toilet en een kolenkachel. Ook was er een handrem aanwezig.

In 1964 was de behoefte aan deze wagens zover geslonken dat er nog maar 100 in dienst bleven als Dg. De rest werd in de periode tot 1966 afgevoerd. De rol van de overblijvende wagens raakte in de jaren 70 ook snel uitgespeeld. Veel wagens werden toen in gebruik genomen als dienstwagen.

Zes hiervan werden omgebouwd tot voorverwarmingswagen, bedoeld om stilstaande rijtuigen elektrisch voor te verwarmen. Daartoe kregen ze een stroomafnemer op het dak, afkomstig van een treinstel mat.'36. Hun rol werd later overgenomen door vaste voorverwarmingsvoorzieningen.

Elf Dg's zijn bewaard gebleven: 2611 (Stibans), 2615 (STAR), 2639 (VSM), 2660 (Riekje Buivinga), 2665 (ZLSM, met nummer 2421), 2666 (SGB), 2677 (STAR), 2682 (MBS), 2686 (SGB), 2696 (Stichting De Locomotor, in bruikleen van NSM), 2698 (VSM).

Foto hierboven: Dordrecht, 26 mei 1974. Voormalige conducteurswagen (Dg) 30849591022.


 

Baarn, 1 augustus 1971. Een voormalige conducteurswagen (Dg), nummer 30849411083, en grijze werkwagen 30849441052.


Vlissingen, 8 juni 1986. Voor het voorverwarmen van rijtuigen werd deze voormalige goederentreinconducteurswagen (Dg) gebruikt, die daartoe een stroomafnemer op het dak heeft gekregen.


Watergraafsmeer, 17 april 2004. Een voormalige goederentreinconducteurswagen (Dg 2611), aangepast voor het elektrisch voorverwarmen van rijtuigen. Vandaar de bijnaam Hot Hopper op de zijkant. Tegenwoordig gebeurt het voorverwarmen via vaste aansluitingen langs het spoor. De Dg op deze foto (40849830507-2, bouwjaar 1957) is na het maken van deze foto overgebracht naar Stibans in Blerick, om te worden opgeknapt. Later werd ze aangetroffen in Amersfoort.


Amersfoort, 18 januari 2013. Dg 2611 staat opgesteld als speeltoestel bij de wagenwerkplaats. Foto Richard van Wijk.


Herzogenrath, 3 juli 1969. Loc 052 916 op de rug gezien. Vanaf 1961 kregen ongeveer 730 locs van de Baureihe 50 een Kabinentender: in AW Lingen werd er een conducteurshuisje op gezet. Dat ging ten koste van de hoeveelheid kolen die kon worden meegenomen, maar het voordeel was dat er geen conducteurswagen meer hoefde mee te rijden in goederentreinen.


Freistadt, 23 augustus 1973. ÖBB-loc 52.7358 met een goederentrein waarin een conducteurswagen meerijdt. De conducteur van dienst leunt uit het raam. Wie de link volgt ziet dat deze loc ook met een Kabinentender heeft rondgereden.


Mijn Amerikaanse trein van Märklin. Achteraan rijdt een conducteurswagen. Amerikanen noemen dit een caboose, een woord dat verwant is met het Nederlandse kombuis.


Een dame zit met haar caboose op een caboose. Geschilderd door Hugo Kaagman.


The Railroad Caboose. Its 100 year history, legend and lore. Door WIlliam F. Knapke en Freeman Hubbard. Golden West Books, San Marino, California 1968 (9e druk 1987).

William F. Knapke, geboren in 1870, heeft van 1908 tot 1936 dienst­gedaan als "conductor" op Amerikaanse goederentreinen. Achter deze treinen hangt altijd een conducteurswagen, in het Amerikaans een caboose geheten. Dit woord is verwant aan het Nederlandse kombuis, de benaming van een kookgelegenheid op het dek van een schip. Een caboose is een rijdende woning voor het treinpersoneel, met woonkamer, keuken en slaapgelegenheid. Na zijn pensioen ontwikkelde Knapke zich tot auteur van diverse boeken, waaronder dit boek waarin hij de geschiedenis van de caboose en zijn eigen ervaringen als conducteur beschrijft.

Zie ook keten langs het spoor.


Zie ook:




vorige       start       omhoog