SNCF diesel en elektrisch

Deze pagina is nog wat rommelig ingedeeld.


Nieuw Spoor, juli 1949: "Op 24 mei maakte de Franse ambassadeur in gezelschap van de Directie een korte reis op de eerste Franse locomotief, die in ons land dienst ging doen. Wachtend op de levering van de bij Alsthom bestelde E-locomotieven hebben de Franse Spoorwegen ons voorlopig een aantal gebruikte locomotieven in bruikleen afgestaan. De foto werd genomen aan het einde van de reis op het station Den Haag S.S. Van links naar rechts: de Franse ambassadeur de heer Jean Riviëre, Zijne Excellentie de minister van Verkeer en Waterstaat Mr D.G.W. Spitzen, die het gezelschap te Den Haag begroette, de Directeur N.S. G.F.H. Giesberger, de heer F. Malgrat, handelsraad bij de Franse ambassade, de heer A. Place, vertegenwoordiger van de Franse Spoorwegen in Nederland en België, en de President Ir F.Q. den Hollander."


Het Vrije Volk, 24 mei 1948: "Een manusje van alles is deze electrische locomotief, die zowel geschikt is voor het trekken van kolentreinen als van personensneltreinen. Op korte termijn zullen enkele van deze machines aan de N.S. worden geleverd door de Franse fabriek Société Constructions Electriques et Mécaniques Alsthom te Belfort. Ze zijn voorzien van vier aangedreven assen en worden aangepast aan Nederlandse eisen. Reeds dit jaar komen enkele exemplaren onze versleten stoomlocomotieven vervangen."

Zie ook het thema over de NS 1100.

Zie ook L'électrification des N.S. .


Staatsieportret van loc BB-0401, in 1947 gebouwd door Alsthom voor de SNCF. De loc zou kort daarna het nummer BB-8001 krijgen. Ze was het prototype van de serie BB-8100 van de SNCF en van de NS 1100. Zelfs bij 120 km/uur vertoont de loc nog een opmerkelijke stabiliteit, aldus de schrijver van dit artikel uit Chemins de Fer 143, mars-avril 1947.


Gasturbinelocomotieven

Experimentele gasturbinelocomotieven gebouwd in de jaren 50: de vierassige 040-GA-1 en de zesassige 060-GA-1. Van die laatste is ook een tweede loc gebouwd: 060-GA-2. Deze twee locs zijn later omgenummerd tot CC-80001 en CC-80002. De andere loc was toen al gesloopt. Deze loc had als bijnaam "La Pescara", naar de uitvinder van de gebruikte motor. De ervaringen met deze locs zijn later gebruikt in de Turbotrain, snelle dieseltreinstellen waaronder de TGV 001. Foto's: La Vie du Rail 1284, 21 mars 1971. Animatie: Wikipedia.

Er zijn meer experimenten geweest met treinen die door gasturbines werden aangedreven, onder andere in Duitsland, maar doorgaans met weinig succes. Het onderhoud is duur en bovendien kost het aandrijven van een gasturbine veel energie. Ten opzichte van een dieselmotor is er pas sprake van winst als de turbine een groot deel van de bedrijfstijd op vol vermogen moet werken. Bij treinen is dat lang niet altijd het geval. Alleen op lange trajecten met zware treinen, zoals die bijvoorbeeld in de Verenigde Staten voorkomen, kan het rendabel zijn om met gasturbinelocomotieven te rijden.


Amsterdam CS, 1963. Kort na het middaguur loopt een Frans TEE-treinstel binnen als TEE 103 "Ile de France" uit Parijs. Rechts is een treinstel mat.'40 te zien. Foto's Wietze Landman.


 

Luxemburg, 19 juli 1969. SNCF-motorwagen X3707 en aanhangrijtuig X7420. Ook de CFL bezat enkele treinen van dit type (Z100), gebouwd door De Dietrich in 1949.


Luxemburg, 19 juli 1969. SNCF-loc BB 16040. Klik hier voor meer foto's in Luxemburg.


Wimille Wimereux, 23 september 1970. Locs BB 66212 en 66275 met een trein naar Parijs.


Depot Boulogne, 23 september 1970. Dieselloc BB 66403, met in de achtergrond enkele overbodig geworden stoomlocs.


Foto rechts: Boulonge Ville, 23 september 1970. Motorrijtuig (autorail) X4531 en aanhangrijtuig (remorque) X8529, vertegenwoordigers van een familie die bekend staat onder de naam "Caravelle". Het ontwerp stamt uit 1963; tot 1978 zijn er honderden gebouwd. Er zijn zowel tweedelige als driedelige treinstellen gebouwd, alsmede enkele posttreinen. Een deel van de treinstellen is gemoderniseerd en heeft daarbij een andere kop gekregen. De niet-gemoderniseerde Caravelles zijn niet meer in dienst


Depot Boulogne, 23 september 1970. Autorails
X3221 en X4352, links stoomloc 050TQ33.


 

Depot Boulogne, 23 september 1970. Rangeerlocje YMO 25005. Tweede foto: loc BB 66153 en een zusterloc.


Depot Calais, 24 september 1970. Afgevoerd materieel: een autorail type X23100 tussen stoomlocs 040D 496 (een Pruisische G8') en 231K 27 (een Pacific van de PLM die later door André Chapelon is verbeterd).


Aulnoye, 1969. Autorail X23106, uit een serie van 38 in 1936-39 gebouwde dieselmechanische motorrijtuigen. Oorspronkelijke nummering XA3101-XA3123 en XA3131-XA3146, later X23101-X23123 en X23131-X23146. Hiervan is geen enkel exemplaar bewaard gebleven. Foto Aad de Meij. In Frankrijk worden motorrijtuigen aangeduid als autorail (met verbrandingsmotor) of als automotrice (elektrisch aangedreven). Automoteurs werden ook wel micheline genoemd, ook als ze niet op luchtbanden reden. Een ongemotoriseerd rijtuig is een remorque. Een treinstel heet rame (rame automotrice = elektrisch treinstel). Een stoomrijtuig is een automotrice à vapeur.


 

Hazebrouck, 25 september 1970. Locs van de serie BB 12000 met goederentreinen. De CFL heeft ook dergelijke locs bezeten.


Luzern, Verkehrshaus der Schweiz, 197879. Goederenloc CC-14002 van de SNCF, bouwjaar 1955. De loc was te gast tijdens een tentoonstelling over krokodillen. Collectie Nico Spilt.


Depot Coudekerque, 25 september 1970. Rangeerloc Y 5153 met museumloc 'Nord' 3.1192. Klik hier voor meer informatie over deze stoomloc.


 

Dunkerque Ville, 25 september 1970. Locs BB 16711 en BB 17101.


Dunkerque Ville, 25 september 1970. Een rijtuig van de Gril Express (met één l). Zeven van deze rijtuigen zijn later in Nederland terecht gekomen.


 

Depot Le Mans, 26 september 1970. Loc BB 60041. Tweede foto: loc BB820.


Depot Le Mans, 26 september 1970. Locs BB825 en BB25509.


Saarbrücken, 16 augustus 1973. DB 023 063 met een trek-duwtrein naar Sarreguimines. Rechts SNCF-treinstel 8608. In het midden een Duitse railbus.


 

Saarbrücken, 17 augustus 1973. Meerspanningsloc DB 181 103, geschikt voor diensten naar Luxemburg en Noord-Frankrijk. Achterop de trein rijdt een meetrijtuig van de SNCF mee. Klik hier voor meer meerspanningslocs.


Utrecht, 25 juni 1989. Loc CC 7107 van de SNCF als gast bij het jubileum NS-150.


Utrecht, 25 juni 1989. Behalve loc CC 7107 was er tijdens NS 150 nog een recordtrein van de SNCF op bezoek in Nederland: TGV-treinstel 305 type Atlantique.


Thalys 4539 op weg naar Parijs, 23 juni 1998. Daarnaast een stoptrein naar Hoek van Holland.


 
 

Marseille St. Charles, 13 augustus 2005. TGV- en Thalys-treinstellen. Achter de twee Thalyssen zijn een TGV Reseau en TGV Duplex te zien, beide met het nieuwe SNCF-logo. Thalys 4550 is bij wijze van proef voorzien van een antenne om internet in de trein mogelijk te maken. Dit treinstel reed als Zon-Thalys naar Amsterdam. Foto's Frank Waanders.


Calais, 10 augustus 2011. Behalve de Eurostar rijden er ook shuttletreinen door de Kanaaltunnel. Hiermee worden auto's vervoerd. Aan beide kanten van de trein bevindt zich een locomotief Class 9. Dit zijn zesassige locomotieven (Bo'Bo'Bo'). afgeleid van de Nieuw-Zeelandse Class EF. Foto Aad de Meij.


Paris S.Ouest, november 1992. Loc BB 67316.


Paris S.Ouest, september 1992. Loc BB 4239.


Paris S.Ouest, september 1992. Locs BB 4211 en BB 4773.


Paris S.Ouest, september 1992. Loc BB 324.


Paris S.Ouest, september 1992. Loc BB 8271. Van dit type is de NS 1100 afgeleid.


Ivry - dépôt PSO, september 1992. Locseries BB 4200, BB 4700, BB 300 en BB 8200.


Ivry - dépôt PSO, september 1992. Loc BB 8252.


Villeneuve St. Georges, 9 april 1992. Loc BB 8545.


Paris S.Ouest, september 1992. Loc BB 8601.


Ivry s/Seine, mei 1991. Loc BB 66241.


Boulogne, 23 september 1970. Loc BB 66153 en een zusterloc.


SNCF-loc 15032 in het Gare du Nord, 14 april 2005. Foto Dennis Revier


Paris Charolais, oktober 1992. Loc CC 6520 type "Sud-Ouest". Van dit type is een exemplaar bewaard in het museum Cité du Train in Mulhouse.


Paris Charolais, oktober 1992. Loc CC 7142 van de SNCF. Van dit type is de NS 1300 afgeleid.

Chambéry - Modane
Enkele locs waren voorzien van stroomschoenen om dienst te kunnen doen op de spoorlijn Chambéry - Modane. Deze was geëlektrificeerd met 1500 volt via een blootliggende derde rail. De elektrificatie vond plaats in de jaren 30, door de PLM. De stroomrail was goedkoper dan bovenleiding, en ook waren er strategische overwegingen: de lijn ligt in een grensstreek. Op de grotere stations hing een vereenvoudigde bovenleiding, maar in Modane moesten de treinen gebruik maken van de stroomrail, omdat op dat station al de speciale bovenleiding hing van de Italiaanse draaistroomtreinen. Inmiddels heeft de hele lijn een bovenleiding met 1500 volt gelijkstroom, terwijl in Italië de treinen nu rijden op 3000 volt gelijkstroom. In het station Modane staat 1500 volt op de bovenleiding en rijden de Italiaanse treinen op halve kracht (vergelijk de Belgische treinen in Roosendaal).


Villeneuve St. Georges, 28 januari 1992. Loc CC 1110.


Villeneuve St. Georges, 28 januari 1992. Loc BB 12048.



Paris Tolbac, 9 april 1992. Salonrijtuig en restauratierijtuig van de "Sud Express".


Boulogne, 23 september 1970. Stoomloc 050TQ 33, motorwagens XABDP 3221 en XBD 4352.


Hazebrouck 25 september 1970. Autorail XABDP 3208 met bijwagen (remorque) XRABD 7466.


Picasso

Ruoms (Ardeche), 21 mei 2005. Tussen 1950 en 1961 liet de SNCF een groot aantal motorrijtuigen van het type X3800 bouwen: nummers 3801-4051. Ze deden door heel Frankrijk dienst op regionale lijnen. De bestuurder zat in een cabine op het dak. Van daaruit kon hij de trein in beide richtingen bedienen. Vanwege deze asymmetrisch geplaatste cabine droegen de motorrijtuigen de bijnaam Picasso. Deze schilder had namelijk de gewoonte om portretten te schilderen waarbij hoofden en ledematen op vreemde plaatsen aan het lichaam waren bevestigd. In 1988 gingen de laatste motorrijtuigen buiten dienst. Verschillende exemplaren zijn bewaard gebleven, zoals de X3989 op deze foto van Jaap Teeuw.


Boulogne, 23 september 1970. Rangeerlocje YMO 25005.


Hazebrouck 25 september 1970. Rangeerlocje Y 51124.


Hazebrouck 25 september 1970. Loc A1A-A1A 62016.


Hazebrouck 25 september 1970. Loc BB 16014.


Hazebrouck 25 september 1970. Loc BB 17086.


Hilversum, 27 oktober 1976. SNCF-loc BB 7003 reed als proefloc bij NS,voorafgaand aan de bestelling van de serie E-locs 1600. Foto Dick van Aggelen.


Paris Gare du Nord, 3 juli 2005. Loc 172137. Een diesel-elektrische loc uit de serie CC 72001-72092, gebouwd tussen 1967 en 1974. Foto Remco van den Bosch.


Paris Gare du Nord, 3 juli 2005. Loc 115065. Foto Remco van den Bosch.


Paris Gare du Nord, 3 juli 2005. Loc 116059. Foto Remco van den Bosch.


Lille Flandres, 14 juli 2006. SNCF 16761, een nichtje van de NS 1100. Deze serie 25 kV-locomotieven is door Alsthom gebouwd tussen 1958 en 1964. Foto NN.


Mulhouse, 12 juli 2007. SNCF-loc 16672 (op de zijkant staat 516672) in de pendeldienst naar Basel.


Basel SBB, 12 juli 2007. Links SNCF-loc 15018 op het Franse deel van het station, rechts rangeert SBB-loc 16514. Zie ook het thema Grensovergang Mulhouse-Basel.


Loc CC 40101 van de SNCF. Het origineel stamt uit 1964 en behoort tot een kleine serie van 10 vierspannings­locomotieven. Maximum snelheid 240 km/uur. In principe konden ze in heel Europa rijden. Men dacht zelfs tot in Groot-Brittannië, via de nog aan te leggen Kanaaltunnel, vandaar het slanke profiel. In de praktijk deden ze voornamelijk dienst tussen Brussel en Parijs, todat hun rol in 1996 werd overgenomen door de Thalys. De NMBS heeft vergelijkbare locs gehad (reeks 18, nummers 1801-1806). Deze reden tussen Brussel en Parijs, en tussen Oostende en Keulen. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


Loc 2D2 5302 van de SNCF. Dit type is in 1935 ontworpen door spoorwegmaatschappij Paris-Orléans (PO). Uit het locomotiefnummer van de SNCF is de asopstelling af te leiden. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


SNCF CC 7107 uit 1952. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


SNCF BB 12087 uit 1952. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


SNCF BB 9292 uit 1964. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


Corsica

Calvi, 4 juni 2006. Motorrijtuig X2004 van de Chemins de Fer de la Corse (CFC). Er bestaan ook bijpassende aanhangrijtuigen. De treinen op dit eiland rijden op meterspoor. Foto Martijn Haman.

Watergraafsmeer, 17 april 2004. De oude ultrasoontrein van NS (308497810025). Deze trein werd gebruikt om met behulp van ultrasoon geluid onzichtbare gebreken in spoorstaven op te sporen. Het voertuig is gebaseerd op een type dat omstreeks 1975 is gebouwd voor de Corsicaanse spoorwegen.


Zie ook:




vorige       start       omhoog