HuisstijlkleurenElektrische treinstellen waren van oudsher groen: eerst donkergroen, later wat lichter. Dieseltreinstellen waren lichtblauw, later rood (de vooroorlogse kleur was grijs). Voor goederenlocs was roodbruin de kleur. De eerste 2400'en waren echter lichtblauw en de 2530 was lila. Er zijn ook enkele roodbruine 1200'en geweest, maar die werden vrij snel donkerblauw geschilderd. De diesellocs serie 2600 waren donkerblauw, maar werden bruin toen ze naar de goederendienst degradeerden. Sikken en Hippels waren donkergroen. Goederenwagens werden vanaf 1954 bruin geschilderd, voor die tijd was donkergrijs de kleur. Zie ook het overzicht met verfkleuren verderop. De turquoise periodeIn de jaren 50 heeft een deel van het NS-materieel rondgereden in een grijsgroene kleur. Dat betrof enige locs van de series 1100, 1200 en 1300, en een aantal door deze locs getrokken rijtuigen. De naam van deze kleur kun je op twee manieren schrijven en uitspreken. Op z'n Frans: turquoise [turkwaze] of op z'n Nederlands: turkooizen [turkoojsen]. Omdat wij van Langs de rails [turkwaze] zeggen, schrijven we turquoise. Met de 1201 terug naar 1951Lees het artikel Kleur bekennen (pdf) door Aad de Meij. Dit artikel verscheen in Rail Magazine 270, december 2009. Overgenomen met toestemming van de auteur. Aad de Meij heeft ook een presentatie gemaakt: Hoe loc 1201 weer turquoise werd. De diverse kleurvarianten van de 1200 waren te zien tijdens de reünie op 12 november 2011 in Amersfoort. |
|
Den Haag, Binckhorst, 16 oktober 2011. Loc 1201 in de huisstijl van de vroege jaren vijftig. Het verhaal gaat dat de vrouw van president-directeur Den Hollander deze kleur had uitgekozen voor de nieuwe elektrische locomotieven en getrokken rijtuigen. Heel lang heeft dat niet geduurd: het bleek een lastige en besmettelijke kleur. Hierop besloot men over te stappen op Berlijns blauw. Foto Aad de Meij. |
|
|
Amsterdam Watergraafsmeer, 6 oktober 1991. Ter gelegenheid van het afscheid van de serie 2400/2500 waren enkele locs teruggebracht in de kleuren waarin ze ooit dienst hebben gedaan. Van links naar rechts de lila 2530, de bruine 2450, de blauwe 2413 en de geel/grijze 2444. Het verhaal gaat dat men bij het schuren van loc 2413 in 1991 de vroegere blauwe kleur is tegengekomen en dat men daar toen vanuit is gegaan. Maar dat is donkerblauw, niet azuurblauw zoals de eerste 2400'en waren.
|
Rode banden en gele snorrenLocomotieven hebben van oudsher rode bufferbalken, zodat ze vanuit de verte beter zichtbaar zijn. Toen er gestroomlijnde treinstellen kwamen zonder bufferbalk, kregen die rode banden op hun neus. In de loop van de jaren zestig werden deze rode banden vervangen door een gele snor. |
|
Hilversum Sportpark, 5 april 1969. Treinstel 720 op weg naar Hilversum. De oorspronkelijke rode band op de neus heeft plaatsgemaakt voor een gele snor, een ontwerp van Gozen Doorn. Deze kunstenaar ontwierp ook de snorren voor het andere stroomlijnmaterieel van NS. (Vanaf 1958 hebben enige treinstellen een gele ‘proefsnor’ gekregen, voordat in 1962 de definitieve gele snorren werden ingevoerd.) |
|
Amsterdam Dijksgracht, 24 april 1970. Loc 1122 (Berlijns blauw met rode bufferbalk) ter hoogte van de opslagloodsen van Pakhoed, rijdend richting het CS. Het logo van Pakhoed is ontworpen door Gozen Doorn (1928-1999), die ook de gele snorren op de groene treinstellen ontwierp. www.gozendoorn.nl |
Waarom de treinen geel werdenOoit waren de treinen groen, blauw of rood. Begin 1968 werd een nieuwe gele huisstijl geïntroduceerd. Het doel was om de
in die tijd nogal grauwe stations wat op te vrolijken. De treinstellen 431-438 (Plan V)
werden door fabrikant Werkspoor in het geel afgeleverd. Hierna begon het omschilderen van bestaande treinstellen. |
|
Loc 1208 op een in 1972 door NS uitgegeven poster. De foto is op 10 februari 1971 gemaakt bij de hoofdwerkplaats in Tilburg, nadat de loc daar in de nieuwe geel/grijze huisstijl was geschilderd. Het locnummer is in kleine cijfers op de zijkant aangebracht; later zouden er veel grotere cijfers worden gebruikt. Loc 1208 was de eerste geel/grijs geschilderde e-loc van NS (afgezien van de serie 1500, die direct in de nieuwe huisstijl op het spoor kwam). Deze loc heeft korte tijd met een geheel gele neus gereden. Omdat de machinisten klaagden over reflecties, werd de bovenkant van de neus na enkele weken voorzien van een grijs vlak. Ook de bovenkant van de handgrepen werd toen grijs. De andere 1200'en kregen bij het huisstijlen direct een neus met een grijze bovenkant. |
|
Apeldoorn, 24 juli 1968. Hondekop 359, sinds enkele weken in het geel, met grijze snor en het nieuwe NS-logo. Aan de andere kant van dit treinstel waren de blauwe banen verkeerd-om geschilderd. Tweede foto: hetzelfde treinstel na aankomst in Deventer. Op het perron een machinist en een conducteur in een nog niet gemoderniseerd uniform. |
|
Leiden, 26 juli 1968. Een van de eerste gele treinstellen op NS-rails. De eerste Plan V in deze kleur was de 431. Bij wijze van "proefbedrijf" werden de eerste gele treinstellen ingelegd tussen Utrecht en Leiden. De tweede foto is gemaakt op 12 november 2004. Treinstel 926 aan kop van een trein naar Utrecht. |
|
Amersfoort, 28 juli 1970. Treinstel 299. Slechts enkele treinstellen mat.'46 zijn geel geschilderd, namelijk 279, 281, 295 en 299. Een deel van de groene stellen kreeg blauwe banen op de zijkant, die bedoeld waren om adverteerders een rijdende reclamezuil te bieden. Hier is echter nooit veel belangstelling voor getoond. Adverteren deed men liever op moderner ogend materieel. |
|
Spoorwegmuseum, 22 januari 2010. Zo hadden de vooroorlogse dieseltreinstellen eruit hebben kunnen zien in het geel. |
Dienstregeling 1967-1968. Op het omslag treinstel 501, nog met lage koppelingen en in groene kleur. Zomerdienstregeling 1968. Ook op het spoorboekje zijn de treinen nu geel geworden. |
|
|
In 1962 voerden de Britse spoorwegen een nieuw logo in. Het stelt een spoorlijn voor, waarop treinen van links naar rechts of van rechts naar links kunnen rijden. In 1968 kwam NS met een ontwerp dat dit concept verder uitdiepte. Op een spoorweg kun je namelijk ook rondjes rijden, vandaar de gedeeltelijk aaneengesloten pijlen. Dit ontwerp is van Gert Dumbar. De bijnaam luidt 'vishaak'. Het logo van British Railways wordt nog steeds gebruikt op treinen en stations, hoewel deze maatschappij zelf niet meer bestaat. Er is wel een organisatie waarin de vele particuliere spoorwegmaatschappijen samenwerken en die dit logo ook gebruikt: National Rail Enquiries. |
|
Intercity-logo. Begin 1972 heeft Hondekop 790 hier enige tijd mee rondgereden. Het werd weer verwijderd |
De logo's van British Railways uit 1948 en 1956. Het logo uit 1948 stamt uit het jaar waarin de vier Britse spoorwegmaatschappijen
(The Big Four) werden genationaliseerd. Het logo wordt ook wel 'Unicycling Lion' genoemd: leeuw op eenwieler. |
|
Ook de Zwitserse (SBB), Oostenrijkse (ÖBB) en Zuid-Afrikaanse spoorwegen (Spoornet) hebben zich door de tweerichtingpijl laten inspireren. De ÖBB heeft inmiddels een ander logo. |
|
|
|
Hét symbool van de spoorwegen is het gevleugelde wiel. In veel gedaanten afgebeeld, ook in sterk gestileerde vorm.
|
Het nut van een zonnewijzerBij de blokpost van het Spoorwegmuseum staat een zonnewijzer met daarin een gevleugeld wiel, het oude symbool van de spoorwegen. Deze zonnewijzer werd in 1958 door het personeel geschonken aan de afzwaaiende NS-directeur F.Q. den Hollander. De zonnewijzer stond in zijn tuin in Maarn, maar verhuisde later naar het Spoorwegmuseum. De ontwerper en maker was kunstsmid Harry de Groot. In de voet is het gestyleerde vliegende wiel op een rail aangebracht. De beide vleugels dragen het opschrift ‘Personeelsraad NS’ en de datum ‘30-12-1958’. De zonnewijzer is medio 2018 gerestaureerd en van een nieuwe laag bladgoud voorzien. Daardoor blinkt ze de bezoekers weer als vanouds tegemoet. Van praktische betekenis zijn zonnewijzers overigens nooit geweest voor de spoorwegen. Ze wijzen namelijk op elke lengtegraad een andere tijd aan, en bovendien doen ze het niet in het donker. Foto: 29 augustus 2018. |
|
|
Heemstede, Jan Steenlaan 13. Het gevleugelde wiel is met zijn tijd meegegaan: met de komst van de elektrische trein werden er bliksemschichten aan toegevoegd. Wat deze gevelsteen hier doet is mij onbekend, de woning staat twee kilometer van de spoorlijn. Bron www.gevelstenen.net |
|
|
Rheden, 20 augustus 2017. Vintage wegwijzer van de ANWB op de Posbank. Foto Pieter Lagas.
|
|
Amsterdam Centraal, 7 oktober 2014. Gevleugeld wiel op de zuidelijke perronkap. Vanaf 1889 tot ongeveer 1930 heeft dit beeldmerk (dat ook het eerste NS-beeldmerk was), de nok gesierd. Het beeldmerk bestaat uit een afbeelding van een treinwiel geflankeerd door de vleugels van de handelsgod Mercurius. Het wiel is vier meter breed en 5,35 meter hoog. In december 2005 zijn replica's van de twee gevleugelde wielen geplaatst op de zuidelijke perronkap. |
|
Amsterdam Amstel, 18 september 2006. Een gevleugeld wiel en een mevrouw zonder bh: typische spoorwegsymboliek. Ook de duiven weten dit beeld wel te waarderen. |
|
Logo van de RTM: gevleugeld wiel met het wapen van Rotterdam. |
|
Een gevleugelde VT 08.5 bij de Lorelei-Tunnel (Rheinstrecke), begin jaren 50. |
|
Eisenbahnmuseum Strasshof, 28 augustus 2012. Blauer Blitz met beeldmerk van de ÖBB: Österreichische Bundesbahnen. Het gevleugelde wiel werd tot in de jaren 70 als logo gebruikt. Voor de Tweede Wereldoorlog heette het bedrijf BBÖ: Bundesbahnen Österreichs. Tijdens de oorlog waren de Oostenrijkse spoorwegen onderdeel van de Deutsche Reichsbahn. Het materieel werd toen vernummerd om te passen in het Duitse nummersysteem. Deze nummers zijn na de oorlog vooral bij de stoomlocomotieven gehandhaafd. |
|
De logo's van veertien Europese spoormaatschappijen: België (B, zie toelichting hieronder), Italië (Ferrovie dello Stato), Bondsrepubliek Duitsland (DB), Denemarken (Danske Statsbaner), Spanje (Renfe), Zwitserland (SBB), Groot-Brittannië (British Railways), Finland (Valtionrautatiet), Nederlandsche Spoorwegen, Noorwegen (NSB), Frankrijk (SNCF), Zweden, Oostenrijk (ÖBB), Portugal (CP). Bron: Quiz, uitgave van de UIC uit ca. 1960. |
B.S.M. (Belgische Spoorweg Maatschappij)
Hoe is het werkelijk gegaan? In juli 1934 besliste de raad van bestuur op zoek te gaan naar een embleem voor de spoorwegen. Ze richtte hiervoor een wedstrijd in die gewonnen werd door een tekenaar van NMBS, een zekere Jean de Roy. Van de Velde was wel degene die de directie van NMBS de raad had gegeven een embleem te laten ontwerpen, ter vervanging van de letters CFB – BSM (Chemins de Fer Belges – Belgische SpoorwegMaatschappij). De tekenaar zou zijn inspiratie gehaald hebben bij Bentley, er was zelfs sprake van plagiaat. Maar ook dat blijkt historisch een kwakkel. Wel blijven een aantal zaken onopgehelderd. Na de wedstrijd werd immers niet het winnende ontwerp ingevoerd, maar een “B” in twee concentrische cirkels. In 1936 dook dan toch de bekende “B” in het ovaal op. Vermoedelijk zou Van de Velde de directie aangezet hebben toch dit laatste ontwerp te kiezen. Maar over wat er tussen 1934 en 1936 juist gebeurd is, zijn tot op heden geen schriftelijke bronnen gevonden. Het mysterie blijft. Bron: publicatie van de NMBS (pagina 34) |
Deense huisstijl |
Odense, 7 september 2010. Om de schoorsteen van Deense stoomlocomotieven zat, net als bij Deense schepen, een rood-wit-rode band. |
|
Een echt consequent doorgevoerde huisstijl had de NS tot 1968 niet. |
|
Ons nieuwe N.S.-embleem. Uit "Nieuw Spoor", 1e jaargang nummer 1, 1946. |
|
Het NS-logo in 1946 en in 1962 (echte voorbeelden). In 1946 vormden de verticale lijnen het crescendo-teken: wederopbouw. In 1962 was het verval ingezet: decrescendo. Maar dit is maar een theorietje van mij. |
|
De gele huisstijl van NS dateert uit 1968. De treinen moesten geel worden, om de grauwe stations wat op te fleuren. De tweede kleur was blauw (eerst lichtblauw, later donkerblauw). Blauw werd gebruikt voor de diagonale reclamebanen of voor de horizontale banen rond de ramen. Teksten en logo's werden in zwart uitgevoerd, omdat blauw op geel lelijk is: deze kleuren overstralen elkaar, vooral als de zon er op schijnt. Dit grafische benul is inmiddels verdwenen. Steeds vaker zie je dat men blauwe logo's op de treinen plakt. |
Het logo op treinstel 524 is aangetast door de vloeistof waarmee graffiti wordt verwijderd. Foto Henk Koster, 2008. Voor 1968 droegen de treinen geen logo's, behalve de in elkaar geschoven letters N en S op de tyfoonroosters van de Hondekoppen (foto uit 2004). |
|
Kleuren van Nederlandse treinenIn de tabel hieronder vind je de kleuren die op Nederlandse treinen zijn of worden gebruikt. Als bron heb ik onder andere informatie van MK Modelbouwstudio's gebruikt. Deze firma verkoopt verf die gebruikt kan worden om Nederlandse modellen te schilderen. Vaak worden hiervoor wat lichtere kleuren gebruikt dan op echte treinen, omdat de modellen anders te donker overkomen. De tabel hieronder is dan ook niet zonder meer te gebruiken voor echte treinen. KleursystemenVerfkleuren worden vaak aangeduid met een RAL-nummer. Dat is een coderingssysteem dat in 1927 in Duitsland is ontwikkeld (RAL = ReichsAusschuss für Lieferbedingungen). Er zijn meer dan 200 kleuren op deze manier gedefinieerd. Door te mengen zijn oneindig veel andere kleuren te maken. Er zijn verschillende andere kleursystemen, zoals PMS (Pantone Matching System) en NCS (Natural Colour System). PMS komt uit de grafische wereld, NCS uit de verfwereld. Daarnaast hebben verffabrikanten hun eigen codes. Bij Sikkens liet NS kleuren mengen die werden aangeduid met de letters FLN (fleet numbers). Hexadecimale codeIn de tabel staat ook de hexadecimale code die overeenkomt met de kleurcode. Deze hexcode kun je bijvoorbeeld in tekenprogramma's gebruiken om de betreffende kleur op je scherm te krijgen. Het resultaat is weergegeven in de rechterkolom. Van enkele kleuren heb ik geen hexcode. In dit geval zijn de getoonde kleuren een benadering. Let op: het hangt helemaal van je beeldscherm af of een kleur overeenkomt met de werkelijkheid. Dat geldt ook als je zo'n kleur afdrukt op een printer. Informatie onder voorbehoudDeze informatie is onder voorbehoud. Als jouw trein er na het schilderen opeens raar uitziet, ben ik daar dus niet voor aansprakelijk. Overigens kwamen er in de praktijk ook kleurverschillen voor, doordat niet altijd dezelfde verf werd gebruikt en doordat verf vaak verkleurt en vervuilt in de loop van de tijd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Turquoise (Turks blauw)Turquoise in deze tabel is de kleur van de verf die op museumloc 1201 is aangebracht. Deze kleur kan grauw overkomen, maar lijkt als de zon erop valt juist erg licht. Azuurblauw (Blauwe Engel)Volgens de tabel zou deze kleur te maken zijn met RAL 5001 + RAL 5020 in verhouding 1:2. Dit levert echter geen bevredigend resultaat op. In maart 2020 hebben de nieuwe eigenaren van DE2 180 met hulp van onder andere het Spoorwegmuseum (eigenaar van DE2 41) en de STAR (eigenaar van een kop van een Blauwe Engel) onderzoek laten doen door een verfspecialist van de firma Nelf. Wie interesse heeft kan deze kleur bij alle Nelf-dealers bestellen onder vermelding van kleurnaam "21 Blauwe Engel DE2", in de varianten Nelfamar Vinyl Plus (code 4328138) en Nelfamar Vinyl Topcoat (code 4328139). Laatste aanpassing 8 mei 2020. Aanvullingen en correcties op deze informatie zijn hartelijk welkom. |
Tekst: NS Hispeed. Sinds het debacle met de Fyra noemt NS Hispeed zich weer NS. Zie ook het thema Trein & sport. |
|
Logo's van Amerikaanse spoorwegen omstreeks 1950. Bron Association of American Railroads. |
|
Logo's van Märklin (linksboven en midden), Trix Twin Railway,
Werkspoor en Telefonbau und Normalzeit (oude
versie, |
|
Haarlem, 12 november 2009. Luidspreker met het oude logo van Philips. Daaronder een stationsklok van T&N. |
|
Breda, 11 december 2009. In het Graphic Design Museum kreeg ik na het beantwoorden van wat vragen dit designdiploma! |
Zie ook: