Huisstijl en logo's



Huisstijlkleuren

Elektrische treinstellen waren van oudsher groen: eerst donkergroen, later wat lichter. Dieseltreinstellen waren licht­blauw, later rood (de vooroorlogse kleur was grijs). Voor goederenlocs was roodbruin de kleur. De eerste 2400'en waren echter lichtblauw en de 2530 was lila. Er zijn ook enkele roodbruine 1200'en geweest, maar die werden vrij snel donker­blauw geschilderd. De diesellocs serie 2600 waren donkerblauw, maar werden bruin toen ze naar de goederen­dienst degradeerden. Sikken en Hippels waren donkergroen. Goederenwagens werden vanaf 1954 bruin geschilderd, voor die tijd was donkergrijs de kleur.

Zie ook het overzicht met verfkleuren verderop.

De turquoise periode

In de jaren 50 heeft een deel van het NS-materieel rondgereden in een grijsgroene kleur. Dat betrof enige locs van de series 1100, 1200 en 1300, en een aantal door deze locs getrokken rijtuigen. De naam van deze kleur kun je op twee manieren schrijven en uitspreken. Op z'n Frans: turquoise [turkwaze] of op z'n Nederlands: turkooizen [turkoojsen]. Omdat wij van Langs de rails [turkwaze] zeggen, schrijven we turquoise.

Met de 1201 terug naar 1951

Lees het artikel Kleur bekennen (pdf) door Aad de Meij. Dit artikel verscheen in Rail Magazine 270, december 2009. Overgenomen met toestemming van de auteur.

Aad de Meij heeft ook een presentatie gemaakt: Hoe loc 1201 weer turquoise werd.

De diverse kleurvarianten van de 1200 waren te zien tijdens de reünie op 12 november 2011 in Amersfoort.


Den Haag, Binckhorst, 16 oktober 2011. Loc 1201 in de huisstijl van de vroege jaren vijftig. Het verhaal gaat dat de vrouw van president-directeur Den Hollander deze kleur had uitgekozen voor de nieuwe elektrische locomotieven en getrokken rijtuigen. Heel lang heeft dat niet geduurd: het bleek een lastige en besmettelijke kleur. Hierop besloot men over te stappen op Berlijns blauw. Foto Aad de Meij.


Amsterdam Watergraafsmeer, 6 oktober 1991. Ter gelegenheid van het afscheid van de serie 2400/2500 waren enkele locs teruggebracht in de kleuren waarin ze ooit dienst hebben gedaan. Van links naar rechts de lila 2530, de bruine 2450, de blauwe 2413 en de geel/grijze 2444. Het verhaal gaat dat men bij het schuren van loc 2413 in 1991 de vroegere blauwe kleur is tegengekomen en dat men daar toen vanuit is gegaan. Maar dat is donkerblauw, niet azuurblauw zoals de eerste 2400'en waren.

Kleurenblind

In Rail Magazine uit maart 2008 staat onder andere iets over de kleuren van de 2400'en: “Door de bekende spoorweg­historicus N.J. van Wijck Jurriaanse werd het azuurblauw een middelmatig grijsblauwe tint en het rozerood vermiljoen genoemd. Vreemd, als wordt bedacht dat hij kleurenblind was.”



Rode banden en gele snorren

Locomotieven hebben van oudsher rode bufferbalken, zodat ze vanuit de verte beter zichtbaar zijn. Toen er gestroom­lijnde treinstellen kwamen zonder bufferbalk, kregen die rode banden op hun neus. In de loop van de jaren zestig werden deze rode banden vervangen door een gele snor.


Hilversum Sportpark, 5 april 1969. Treinstel 720 op weg naar Hilversum. De oorspronkelijke rode band op de neus heeft plaatsgemaakt voor een gele snor, een ontwerp van Gozen Doorn. Deze kunstenaar ontwierp ook de snorren voor het andere stroomlijnmaterieel van NS. (Vanaf 1958 hebben enige treinstellen een gele ‘proefsnor’ gekregen, voordat in 1962 de definitieve gele snorren werden ingevoerd.)

Amsterdam Dijksgracht, 24 april 1970. Loc 1122 (Berlijns blauw met rode bufferbalk) ter hoogte van de opslagloodsen van Pakhoed, rijdend richting het CS. Het logo van Pakhoed is ontworpen door Gozen Doorn (1928-1999), die ook de gele snorren op de groene treinstellen ontwierp. www.gozendoorn.nl


Waarom de treinen geel werden

Ooit waren de treinen groen, blauw of rood. Begin 1968 werd een nieuwe gele huisstijl geïntroduceerd. Het doel was om de in die tijd nogal grauwe stations wat op te vrolijken. De treinstellen 431-438 (Plan V) werden door fabrikant Werkspoor in het geel afgeleverd. Hierna begon het omschilderen van bestaande treinstellen.

Op 5 juli 1968 was treinstel 359 de eerste gele Hondekop, met grijze snor en aan één kant de blauwe banen de verkeerde kant op. Op 1 augustus volgde nummer 358, met een grijze balk tussen de frontseinen en met de blauwe banen allemaal de goede kant op. Op 1 oktober verscheen treinstel 522 als eerste Plan T in de gele huisstijl. De eerste Plan U was de 141 (22 oktober). De eerste Hondekop-vier was de 733 (7 november).

Op 28 februari 1969 verscheen treinstel 279 in het geel op de baan. Dit was het eerste van de slechts vier treinstellen mat.'46 waarop de nieuwe huisstijl werd uitgeprobeerd. De andere treinen van NS werden uiteindelijk allemaal geel, een traject dat jaren in beslag nam.


Geel/grijze huisstijl

Loc 1208 op een in 1972 door NS uitgegeven poster. De foto is op 10 februari 1971 gemaakt bij de hoofdwerkplaats in Tilburg, nadat de loc daar in de nieuwe geel/grijze huisstijl was geschilderd. Het locnummer is in kleine cijfers op de zijkant aangebracht; later zouden er veel grotere cijfers worden gebruikt. Loc 1208 was de eerste geel/grijs geschilderde e-loc van NS (afgezien van de serie 1500, die direct in de nieuwe huisstijl op het spoor kwam). Deze loc heeft korte tijd met een geheel gele neus gereden. Omdat de machinisten klaagden over reflecties, werd de bovenkant van de neus na enkele weken voorzien van een grijs vlak. Ook de bovenkant van de handgrepen werd toen grijs. De andere 1200'en kregen bij het huisstijlen direct een neus met een grijze bovenkant.


Apeldoorn, 24 juli 1968. Hondekop 359, sinds enkele weken in het geel, met grijze snor en het nieuwe NS-logo. Aan de andere kant van dit treinstel waren de blauwe banen verkeerd-om geschilderd. Tweede foto: hetzelfde treinstel na aankomst in Deventer. Op het perron een machinist en een conducteur in een nog niet gemoderniseerd uniform.


 

Leiden, 26 juli 1968. Een van de eerste gele treinstellen op NS-rails. De eerste Plan V in deze kleur was de 431. Bij wijze van "proefbedrijf" werden de eerste gele treinstellen ingelegd tussen Utrecht en Leiden. De tweede foto is gemaakt op 12 november 2004. Treinstel 926 aan kop van een trein naar Utrecht.


 

Amersfoort, 28 juli 1970. Treinstel 299. Slechts enkele treinstellen mat.'46 zijn geel geschilderd, namelijk 279, 281, 295 en 299. Een deel van de groene stellen kreeg blauwe banen op de zijkant, die bedoeld waren om adverteerders een rijdende reclamezuil te bieden. Hier is echter nooit veel belangstelling voor getoond. Adverteren deed men liever op moderner ogend materieel.


Spoorwegmuseum, 22 januari 2010. Zo hadden de vooroorlogse dieseltreinstellen eruit hebben kunnen zien in het geel.


Dienstregeling 1967-1968. Op het omslag treinstel 501, nog met lage koppelingen en in groene kleur.

Zomerdienstregeling 1968. Ook op het spoorboekje zijn de treinen nu geel geworden.

 

Logologica

 

In 1962 voerden de Britse spoorwegen een nieuw logo in. Het stelt een spoorlijn voor, waarop treinen van links naar rechts of van rechts naar links kunnen rijden. In 1968 kwam NS met een ontwerp dat dit concept verder uitdiepte. Op een spoorweg kun je namelijk ook rondjes rijden, vandaar de gedeeltelijk aaneengesloten pijlen. Dit ontwerp is van Gert Dumbar. De bijnaam luidt 'vishaak'. Het logo van British Railways wordt nog steeds gebruikt op treinen en stations, hoewel deze maatschappij zelf niet meer bestaat. Er is wel een organisatie waarin de vele particuliere spoorwegmaatschappijen samenwerken en die dit logo ook gebruikt: National Rail Enquiries.


Intercity-logo. Begin 1972 heeft Hondekop 790 hier enige tijd mee rondgereden. Het werd weer verwijderd
omdat deze treinstellen ook als stoptrein reden. Wel is dit logo in spoorboekjes en dergelijke gebruikt.


De logo's van British Railways uit 1948 en 1956. Het logo uit 1948 stamt uit het jaar waarin de vier Britse spoorweg­maatschappijen (The Big Four) werden genationaliseerd. Het logo wordt ook wel 'Unicycling Lion' genoemd: leeuw op eenwieler.

Het logo uit 1956 heeft als bijnaam 'Ferret & Dartboard': op een afstandje lijkt het alsof een fret een dartboard ophoudt.

 


Ook de Zwitserse (SBB), Oostenrijkse (ÖBB) en Zuid-Afrikaanse spoorwegen (Spoornet) hebben zich door de tweerichtingpijl laten inspireren. De ÖBB heeft inmiddels een ander logo.

  


Gevleugeld wiel

Hét symbool van de spoorwegen is het gevleugelde wiel. In veel gedaanten afgebeeld, ook in sterk gestileerde vorm.

God van de reizigers en dieven

De vleugels zijn van Mercurius, de Romeinse god van de handel en beschermer van de dieven en de reizigers. Het kan ook Hermes zijn, de Griekse voorganger van Mercurius. (Mijn vader was actief in een vakbond die Mercurius heette. Hij vond het grappig om te vertellen dat die bond er dus ook voor de dieven was. Inmiddels is deze bond opgegaan in FNV Bondgenoten.)


Het nut van een zonnewijzer

Bij de blokpost van het Spoorwegmuseum staat een zonnewijzer met daarin een gevleugeld wiel, het oude symbool van de spoorwegen. Deze zonnewijzer werd in 1958 door het personeel geschonken aan de afzwaaiende NS-directeur F.Q. den Hollander. De zonnewijzer stond in zijn tuin in Maarn, maar verhuisde later naar het Spoorwegmuseum.

De ontwerper en maker was kunstsmid Harry de Groot. In de voet is het gestyleerde vliegende wiel op een rail aangebracht. De beide vleugels dragen het opschrift ‘Personeelsraad NS’ en de datum ‘30-12-1958’. De zonnewijzer is medio 2018 gerestaureerd en van een nieuwe laag bladgoud voorzien. Daardoor blinkt ze de bezoekers weer als vanouds tegemoet.

Van praktische betekenis zijn zonnewijzers overigens nooit geweest voor de spoorwegen. Ze wijzen namelijk op elke lengte­graad een andere tijd aan, en bovendien doen ze het niet in het donker. Foto: 29 augustus 2018.


Heemstede, Jan Steenlaan 13. Het gevleugelde wiel is met zijn tijd meegegaan: met de komst van de elektrische trein werden er bliksemschichten aan toegevoegd. Wat deze gevelsteen hier doet is mij onbekend, de woning staat twee kilometer van de spoorlijn. Bron www.gevelstenen.net


Rheden, 20 augustus 2017. Vintage wegwijzer van de ANWB op de Posbank. Foto Pieter Lagas.

Gevleugeld autowiel

Het gevleugelde wiel is ook bekend als autowiel, dus met een band in plaats van spoorflens. Vanaf 1896 plaatste de ANWB ijzeren wegwijzers op Nederlandse kruispunten. Ze bestonden uit een hoge ijzeren H-balk, rood-wit-blauw geschilderd, bekroond met een goudkleurig, gevleugeld wiel van gietijzer. Deze paalbekroningen werden in Breda gefabriceerd. Het houten gietmodel werd vervaardigd door Piet Verhaaren, de zoon van de Bredase kunstsmid Willem Verhaaren. Het gietwerk werd verricht bij de Etna. Daarna werden de gevleugelde wielen nabewerkt en op kleur gebracht in de werkplaats van Verhaaren. In 1926 werd het gevleugelde wiel door de ANWB afgeschaft. (De Posbank is een monument ter herinnering aan een vroegere voorzitter van de ANWB, vandaar dat hier ook nog een ouder­wetse ANWB-wegwijzer staat.)


Amsterdam Centraal, 7 oktober 2014. Gevleugeld wiel op de zuidelijke perronkap. Vanaf 1889 tot ongeveer 1930 heeft dit beeldmerk (dat ook het eerste NS-beeldmerk was), de nok gesierd. Het beeldmerk bestaat uit een afbeelding van een treinwiel geflankeerd door de vleugels van de handelsgod Mercurius. Het wiel is vier meter breed en 5,35 meter hoog. In december 2005 zijn replica's van de twee gevleugelde wielen geplaatst op de zuidelijke perronkap.


Amsterdam Amstel, 18 september 2006. Een gevleugeld wiel en een mevrouw zonder bh: typische spoorwegsymboliek. Ook de duiven weten dit beeld wel te waarderen.


Logo van de RTM: gevleugeld wiel met het wapen van Rotterdam.


Een gevleugelde VT 08.5 bij de Lorelei-Tunnel (Rheinstrecke), begin jaren 50.


Eisenbahnmuseum Strasshof, 28 augustus 2012. Blauer Blitz met beeldmerk van de ÖBB: Österreichische Bundesbahnen. Het gevleugelde wiel werd tot in de jaren 70 als logo gebruikt. Voor de Tweede Wereldoorlog heette het bedrijf BBÖ: Bundesbahnen Österreichs. Tijdens de oorlog waren de Oostenrijkse spoorwegen onderdeel van de Deutsche Reichsbahn. Het materieel werd toen vernummerd om te passen in het Duitse nummersysteem. Deze nummers zijn na de oorlog vooral bij de stoomlocomotieven gehandhaafd.


De logo's van veertien Europese spoormaatschappijen: België (B, zie toelichting hieronder), Italië (Ferrovie dello Stato), Bondsrepubliek Duitsland (DB), Denemarken (Danske Statsbaner), Spanje (Renfe), Zwitserland (SBB), Groot-Brittannië (British Railways), Finland (Valtionrautatiet), Nederlandsche Spoorwegen, Noorwegen (NSB), Frankrijk (SNCF), Zweden, Oostenrijk (ÖBB), Portugal (CP). Bron: Quiz, uitgave van de UIC uit ca. 1960.



B.S.M. (Belgische Spoorweg Maatschappij)

Het mysterie van het NMBS-logo
Het “B”-logo van NMBS is zeer goed gekend, de ontstaansgeschiedenis is dat heel wat minder. En met reden: er is lang aangenomen dat de bekende architect Henry Van de Velde het logo zou getekend hebben. In de jaren dertig was die artistiek adviseur van de spoorwegen. Maar uit diepgravend historisch onderzoek is gebleken dat het hier om een mythe gaat.

Hoe is het werkelijk gegaan? In juli 1934 besliste de raad van bestuur op zoek te gaan naar een embleem voor de spoorwegen. Ze richtte hiervoor een wedstrijd in die gewonnen werd door een tekenaar van NMBS, een zekere Jean de Roy. Van de Velde was wel degene die de directie van NMBS de raad had gegeven een embleem te laten ontwerpen, ter vervanging van de letters CFB – BSM (Chemins de Fer Belges – Belgische SpoorwegMaatschappij).

De tekenaar zou zijn inspiratie gehaald hebben bij Bentley, er was zelfs sprake van plagiaat. Maar ook dat blijkt historisch een kwakkel. Wel blijven een aantal zaken onopgehelderd. Na de wedstrijd werd immers niet het winnende ontwerp ingevoerd, maar een “B” in twee concentrische cirkels. In 1936 dook dan toch de bekende “B” in het ovaal op. Vermoedelijk zou Van de Velde de directie aangezet hebben toch dit laatste ontwerp te kiezen. Maar over wat er tussen 1934 en 1936 juist gebeurd is, zijn tot op heden geen schriftelijke bronnen gevonden. Het mysterie blijft.

Bron: publicatie van de NMBS (pagina 34)



Deense huisstijl

Odense, 7 september 2010. Om de schoorsteen van Deense stoomlocomotieven zat, net als bij Deense schepen, een rood-wit-rode band.


 

Een echt consequent doorgevoerde huisstijl had de NS tot 1968 niet.
Voorbeelden uit het Spoorwegmuseum (14 oktober 2004) en bij de dieselloods Utrecht (11 augustus 1973).


Ons nieuwe N.S.-embleem. Uit "Nieuw Spoor", 1e jaargang nummer 1, 1946.


Het NS-logo in 1946 en in 1962 (echte voorbeelden). In 1946 vormden de verticale lijnen het crescendo-teken: wederopbouw. In 1962 was het verval ingezet: decrescendo. Maar dit is maar een theorietje van mij.


 

De gele huisstijl van NS dateert uit 1968. De treinen moesten geel worden, om de grauwe stations wat op te fleuren. De tweede kleur was blauw (eerst lichtblauw, later donkerblauw). Blauw werd gebruikt voor de diagonale reclamebanen of voor de horizontale banen rond de ramen. Teksten en logo's werden in zwart uitgevoerd, omdat blauw op geel lelijk is: deze kleuren overstralen elkaar, vooral als de zon er op schijnt. Dit grafische benul is inmiddels verdwenen. Steeds vaker zie je dat men blauwe logo's op de treinen plakt.


Het logo op treinstel 524 is aangetast door de vloeistof waarmee graffiti wordt verwijderd. Foto Henk Koster, 2008.

Voor 1968 droegen de treinen geen logo's, behalve de in elkaar geschoven letters N en S op de tyfoonroosters van de Hondekoppen (foto uit 2004).

 



Kleuren van Nederlandse treinen

In de tabel hieronder vind je de kleuren die op Nederlandse treinen zijn of worden gebruikt. Als bron heb ik onder andere informatie van MK Modelbouwstudio's gebruikt. Deze firma verkoopt verf die gebruikt kan worden om Nederlandse modellen te schilderen. Vaak worden hiervoor wat lichtere kleuren gebruikt dan op echte treinen, omdat de modellen anders te donker overkomen. De tabel hieronder is dan ook niet zonder meer te gebruiken voor echte treinen.

Kleursystemen

Verfkleuren worden vaak aangeduid met een RAL-nummer. Dat is een coderingssysteem dat in 1927 in Duitsland is ontwikkeld (RAL = ReichsAusschuss für Lieferbedingungen). Er zijn meer dan 200 kleuren op deze manier gedefinieerd. Door te mengen zijn oneindig veel andere kleuren te maken.

Er zijn verschillende andere kleursystemen, zoals PMS (Pantone Matching System) en NCS (Natural Colour System). PMS komt uit de grafische wereld, NCS uit de verfwereld. Daarnaast hebben verffabrikanten hun eigen codes. Bij Sikkens liet NS kleuren mengen die werden aangeduid met de letters FLN (fleet numbers).

Hexadecimale code

In de tabel staat ook de hexadecimale code die overeenkomt met de kleurcode. Deze hexcode kun je bijvoorbeeld in tekenprogramma's gebruiken om de betreffende kleur op je scherm te krijgen. Het resultaat is weergegeven in de rechterkolom. Van enkele kleuren heb ik geen hexcode. In dit geval zijn de getoonde kleuren een benadering.

Let op: het hangt helemaal van je beeldscherm af of een kleur overeenkomt met de werkelijkheid. Dat geldt ook als je zo'n kleur afdrukt op een printer.

Informatie onder voorbehoud

Deze informatie is onder voorbehoud. Als jouw trein er na het schilderen opeens raar uitziet, ben ik daar dus niet voor aansprakelijk. Overigens kwamen er in de praktijk ook kleurverschillen voor, doordat niet altijd dezelfde verf werd gebruikt en doordat verf vaak verkleurt en vervuilt in de loop van de tijd.


Kleur Toepassing Kleurcode Hexcode Voorbeeld
Grasgroen Stoomlocomotieven, diesellocjes (tot 1931) RAL 6010 #3E753B
Donkergroen Alle treinen en locomotieven (van 1931 tot jaren 50) mengkleur * -
Turquoise Elektrische locomotieven en rijtuigen (begin jaren 50). Zie toelichting onder de tabel. NCS 5010-G10Y #606F5F
Berlijns blauw Elektrische locomotieven en rijtuigen (na 1956) Sigma 1120-5 #1C3243
Roodbruin Locomotieven series 1200, 2200, 2400, 2600 RAL 3009 #703731
Donkergrijs Goederenwagens (tot 1954) RAL 7016 #383E42
Bruin Goederenwagens (vanaf 1954) RAL 8012 #66332B
Lila Loc 2530 (van 1957 tot 1963, daarna bruin) - -
Lichtgrijs Dieseltreinstellen (1934-1938, daarna donkergroen) RAL 7000 #7E8B92
Azuurblauw Dieseltreinstellen (vanaf 1954), enkele 2400'en. Zie toelichting onder de tabel. mengkleur ** -
Rood Dieseltreinstellen (vanaf 1960) - -
Grasgroen Elektrische treinstellen (vanaf 1955) Sigma 4170-5 #004B2C
Zandgeel Gele snorren en biezen op treinen mengkleur *** -
Geel (oud) Personentreinen (van 1968 tot 2000) RAL 1021 #EEC900
Blauw (oud) Personentreinen (van 1968 tot 2000) RAL 5005 #154889
Geel (nieuw) Personentreinen (vanaf 2000) NCS 0585-Y20R #FFAE00
Blauw (nieuw) Personentreinen (vanaf 2000) NCS 4550-R80B #003272
Staalblauw NS International (van 1993-2002) (CIWL-blauw) RAL 5011 #1F2B3C
Geel NS International (van 1993-2002) RAL 1018 #FFCE00
Gitzwart Onderkant van treinen e.d. RAL 9005 #0A0A0A
Wit aluminium Daken van treinen tot 1956 RAL 9006 #A5A8A6
Dakgrijs Daken van rijtuigen en e-locs RAL 7011 #52595D
Wit Nummers en opschriften op treinen NCS 1000-N #E1E0DE
Lichtgroen Nedtrain (van 2003-2016) PMS 390 #B5BE00
Donkergroen Nedtrain (van 2003-2016) PMS 329 #00665F

Bronnen: www.mkmodelbouwstudio.nl,
een document uit 2003 en andere.

* RAL 6003 + RAL 6007 in verhouding 1:3
** RAL 5001 + RAL 5020 in verhouding 1:2
(zie opmerking hieronder)
*** RAL 1013 + RAL 1014 in verhouding 1:1

Turquoise (Turks blauw)

Turquoise in deze tabel is de kleur van de verf die op museumloc 1201 is aangebracht. Deze kleur kan grauw over­komen, maar lijkt als de zon erop valt juist erg licht.

Azuurblauw (Blauwe Engel)

Volgens de tabel zou deze kleur te maken zijn met RAL 5001 + RAL 5020 in verhouding 1:2. Dit levert echter geen bevredigend resultaat op. In maart 2020 hebben de nieuwe eigenaren van DE2 180 met hulp van onder andere het Spoorwegmuseum (eigenaar van DE2 41) en de STAR (eigenaar van een kop van een Blauwe Engel) onderzoek laten doen door een verfspecialist van de firma Nelf. Wie interesse heeft kan deze kleur bij alle Nelf-dealers bestellen onder vermelding van kleurnaam "21 Blauwe Engel DE2", in de varianten Nelfamar Vinyl Plus (code 4328138) en Nelfamar Vinyl Topcoat (code 4328139).

Laatste aanpassing 8 mei 2020. Aanvullingen en correcties op deze informatie zijn hartelijk welkom.



NS Hispeed

"NS Hispeed is het hogesnelheidsmerk van NS en biedt hogesnelheidsvervoer aan op nationale en internationale bestemmingen. Naast Fyra verkoopt NS Hispeed ook tickets voor hogesnelheidstreinen als Thalys, ICE International, Eurostar en TGV. NS Hispeed maakt deel uit van Railteam, een samenwerking tussen Europa's belang­rijkste hogesnelheids­ondernemingen. Railteam sluit de Europese hoge­snelheids­lijnen naadloos op elkaar aan."

Tekst: NS Hispeed. Sinds het debacle met de Fyra noemt NS Hispeed zich weer NS.

Zie ook het thema Trein & sport.



Amerikaanse spoorwegen

Logo's van Amerikaanse spoorwegen omstreeks 1950. Bron Association of American Railroads.




Logo's van Märklin (linksboven en midden), Trix Twin Railway, Werkspoor en Telefonbau und Normalzeit (oude versie,
in de latere versie staan de T en de N naast elkaar in plaats van door elkaar).


Haarlem, 12 november 2009. Luidspreker met het oude logo van Philips. Daaronder een stationsklok van T&N.


Breda, 11 december 2009. In het Graphic Design Museum kreeg ik na het beantwoorden van wat vragen dit designdiploma!


Zie ook:




vorige       start       omhoog