Italië

FS = Ferrovie Italiane dello Stato

È pericoloso sporgersi = het is gevaarlijk om naar buiten te leunen. In de tijd dat de ramen van rijtuigen nog open konden, werd er in verschillende talen, waaronder het Italiaans, voor gewaarschuwd dat je je hoofd binnenboord moest houden.



Villa Bassa, april 1974. Stoomloc 741.386 staat gereed met een gemengde trein. Het personeel links maakt nog even een praatje voordat vertrokken wordt. Dit is een zogeheten Franco-Crosti-locomotief. Foto Jan van Barneveld, collectie Rob van der Rest.


Aqui Terme, september 1975. Loc E 432 008, een van de laatste Italiaanse draaistroomlocomotieven. Let op de dubbele bovenleiding. Foto Jan van Barneveld, collectie Rob van der Rest.


Luzern, Verkehrshaus der Schweiz, 1978/79. Italiaanse draaistroomloc E431.037 tijdens een tentoonstelling over krokodillen. Collectie Nico Spilt.


Italiaanse draaistroomlocomotieven bij de Brennerpas, 1958. Foto's Niek van Omme.
Zie ook het interview met NS-ingenieur Niek van Omme in NVBS Actueel, juni 2019.


ALE 840, een voor de Italiaanse spoorwegen gebouwd treinstel dat geschikt is voor twee bovenleidingsystemen. Het motorrijtuig zit in het midden en heeft stroomafnemers voor 3000 volt gelijkspanning. Wanneer de trein rijdt onder 3600 volt draaistroom (zoals op deze foto), dan wordt de stroom afgenomen via een van de stuurstandrijtuigen. Hierin bevindt zich apparatuur om de draaistroom om te zetten naar gelijkstroom. Let op de dubbele bovenleiding. Deze treinstellen zijn rond 1950 gebouwd door Fiat. Foto uit het boek "Fiat Materiale Ferrotranviario".



Milaan, 14 juni 2005. Op de Piazza del Duomo staat een koprijtuig van de Settebello. Een luxe snelle trein uit de jaren vijftig. Van deze zevendelige elektrische treinstellen, type ETR 300, zijn er drie gebouwd. In 1960 kwam een variant met vier rijtuigen op de baan. Dit was de Arlecchino, type ETR 250, waarvan er vier zijn gebouwd. Deze hadden alleen eerste klas. De machinist zat in een cabine bovenop de trein, zodat de passagiers vrij uitzicht hadden over de baan. De naam Settebello betekent "gelukkige zeven", naar de zeven rijtuigen. Het is ook de naam van een Italiaans kaartspel. Foto Valentino van den Hoogen.


Voorpagina van het jubileumboek Le Ferrovie Italiane dello Stato (1905-1955). Stoomloc 685.054 en een Settebello.


AnsaldoBreda

Treinstel type ETR500 van de Italiaanse spoorwegen, mede gebouwd door AnsaldoBreda (Ansaldo Trasporti, Breda Costruzioni Ferroviarie). ETR staat voor Elettro Treno Rapido. De treinstellen kunnen zowel op 3000 volt gelijksspanning als op 25 kV wisselspanning rijden. Advertentie op het omslag van Jane's World Railways, 1998-99. AnsaldoBreda heeft in 2005 opdracht gekregen om twintig V250-treinstellen te bouwen voor NS Hispeed en NMBS. Ook de Deense spoorwegen zijn tot hun spijt in zee gegaan met deze fabrikant.


 
 
 
 
 

Roma Termini, 9 maart 2004. FS-materieel gefotografeerd door Remco van den Bosch.


NRC Handelsblad, 25 maart 2009. De Italiaanse premier Berlusconi opent de hogesnelheidslijn Freccia Rossa (rode pijl) tussen Rome en Milaan.


Een Deen in de woestijn

Libië, 2010. Een eigenlijk voor Denemarken bestemde IC4 is onder geheimzinnige omstandigheden terecht gekomen in de woestijn van Libië. Mogelijk een Italiaans gebaar aan een bevriend staatshoofd. Het treinstel is gebouwd door AnsaldoBreda. Zie ook het verhaal over een aan Egypte geleverde trein.


Duitse loc in Italiaanse dienst

Ravenna, 4 mei 2017. Een Duitse V200 (220 051) houdt het nog steeds vol bij de Ferrovie Emilia-Romagna. Foto Govert Schipperheijn.


Tirano, 25 juli 2011. Het treinstel op de bovenste foto heeft duidelijk betere tijden gekend. Het is een stel van het type ALe801/ALe940, gebouwd eind jaren zeventig. Op de onderste foto een wat moderner stuurstandrijtuig. De zwart/gele borden zitten aan de voor- en achterzijde van vaste treincomposities, zoals trekduwtreinen. Let ook op de lichtseinen in de achtergrond: dit zijn seinen met kleurwisselaars die we ook in Nederland hebben gekend. Foto's Jan de Kroon.


Ascona (Zwitserland), 28 juni 2006. Italiaanse stoomloc 835.226, in afwachting van transport naar het depot Milano Smistamento, om daar te worden opgeknapt. Foto Valentino van den Hoogen.


Nova Gorica (Slovenië), 31 augustus 2011. Een voormalige Joegoslavische tenderloc: JŽ 118-005. De loc is in 1922 gebouwd en deed aanvankelijk dienst bij de Italiaanse spoorwegen onder nummer 940.015. De loc staat vlak bij het station op Sloveens grondgebied. De grens met Italië loopt dwars door het stationsplein. Foto Fabian Vendrig.


Franco-Crosti-locomotief

Stoomloc 741.068 met een onder de ketel liggende rookgasvoorverwarmer (foto FS). Het afgevoerde rookgas wordt gebruikt om het water dat uit de tender komt voor te verwarmen, voordat het in de stoomketel wordt geperst. De rook komt uit een aan de zijkant van de locomotief gemonteerde schoorsteen. Er bestonden ook versies waarbij twee voorverwarmers naast de stoomketel waren gemonteerd, met twee schoorstenen aan weerszijden van de locomotief. Dit is een ontwerp uit de jaren dertig van de Italiaanse ingenieurs Attilio Franco en Piero Crosti.


San Candido. Locomotieven 741.233 en 115. Collectie Mike Morant. Het Franco-Crosti-systeem is ook in andere landen toegepast, zoals op de Britse Class 9F en op de Duitse Baureihe 50.40.



RA 500 "Mucca"

Er hoort eigenlijk een losse watertender bij, die aan de kant van de rookkast was gekoppeld. Daar heeft de loc haar naam aan te danken: mucca is Italiaans voor koe, de loc lijkt op een koe die een kalf op sleeptouw heeft. De machinistencabine bevindt zich aan de voorkant van de loc. In Amerika noemen ze dit een Cab Forward.


Locomotief uit de Gruppo 470. Vanaf 1907 zijn 143 exemplaren gebouwd, deels door Maffei, de overige door Italiaanse fabrieken. De kolen werden op de locomotief meegevoerd, het water zat in een aparte tender met conducteurscabine. In de gesloten cabine van de loc kon het erg heet worden, vandaar dat het personeel de bijnaam 'crematorium' gebruikte. Veel locs zijn later omgebouwd tot Gruppo 471. In 1970 ging de laatste loc uit dienst. Loc 470.092 is bewaard gebleven in het Museo della Scienza e della Tecnica in Milaan.


Padua, zomer 2006. Boven de straat hangt bovenleiding, in de straat ligt één rail. Ook wissels ontbreken niet. Er rijdt hier een tram op luchtbanden, die door een geleiderail op het juiste spoor blijft. Foto's Jaap de Boer.


Civitavecchia, 15 september 2010. Vierwegwissel. Wel even wachten tot de veerboot is aangemeerd. Hier vertrekken de veerboten naar Sardinië, dat twee spoornetten heeft. Foto Robert Hoekstra.


Tarvisio, 13 juli 2013. Nooit meer op de trein wachten, je springt gewoon op de fiets! Tarvisio (oorspronkelijke Oostenrijkse naam: Tarvis) ligt in Noord-Italië, vlak bij de grens met Oostenrijk. Op het oude spoortraject door de stad is nu een fietspad aangelegd. Dat traject maakte deel uit van de spoorlijn Villach-Udine, onderdeel van de Rudolfsbahn. De huidige spoorlijn loopt buiten de stad om. Foto's Simon Geltink.


Vaticaanstad

Vaticaanstad, 26 mei 2014. Achter een stalen poort bevindt zich het station van de paus. Het 300 meter lange spoorlijntje, aangelegd in de jaren 30, is verbonden met het netwerk van de Italiaanse spoorwegen. Het is in groen weergeven op het kaartje. Foto Michel Bikkel.


Cagliari (Sardinië), 1 november 2014. Kapel in het station. Foto Ton Pruissen.
Meer religieuze onderwerpen.


Dottor Danieli kende zijn prioriteiten! Italiaanse filmposter uit 1970.


Milano Centrale

Milaans megalomane station met een snufje fascisme
Milaan Centraal mag dan niet meer het grootste station van Europa zijn, het is nog altijd het meest megalomane. De beroemde Milanese Dom kan er twee keer in en onder de overkapping passen tien voetbalvelden. Het kopstation werd geopend in 1931, maar kende een lange voorgeschiedenis die in 1906 begon. Vertraagd door de Eerste Wereldoorlog werden de plannen onder Mussolini aangepast. Het resultaat was een mengeling van Art Nouveau, Art Deco en fascisme. Lees het artikel door Arjan den Boer.

De Wereldtentoonstelling van Milaan in 1906
Van 1 mei t/m 31 oktober 2015 werd in Milaan de Expo 2015 gehouden, de 34e universele wereldtentoonstelling. In 1906 was er ook een wereldexpo in Milaan, toen met als thema transport. Het was de grootste spoorwegexpositie van de eerste helft van de 20e eeuw. Op 9 kilometer spoorlijn in de diverse paviljoens stonden "reusachtige locomotieven en prachtig ingerichte slaap- en salonwagens", aldus een bezoeker. Aanleiding voor de internationale expositie van 1906 vormde de opening van de Simplontunnel, de langste spoortunnel ter wereld — een technisch hoogstandje waaraan bijna 8 jaar was gewerkt. Milaan werd door de Simplon Express met de wereldsteden Parijs en Londen verbonden. Lees het artikel door Arjan den Boer.

Bij het Museo della Scienza e della Tecnologia "Leonardo da Vinci" in Milaan is een expohal uit 1906 bewaard gebleven waarin tegenwoordig treinen worden tentoongesteld.


Settebello. Een Italiaanse designtrein uit de jaren 50.

In de jaren 50 en 60 stond Italiaans design wereldwijd in de aandacht. Italië had zich aan de oorlog en armoede ontworsteld en beleefde een economische bloeiperiode. Het land ontwikkelde een imago van moderne elegantie waarin kunst, mode, industrie en zelfs film samenkwamen. De Settebello, een innovatief vormgegeven elektrisch treinstel, was hét symbool van het nieuwe Italië. De harmonische combinatie van vorm en functie, de technische vernieuwingen, het stijlvolle interieur en het hoge serviceniveau wakkerden het optimisme van die periode aan. Er sprak hoop uit de grote luxe die, hoewel voorzien van een flink prijskaartje, uiteindelijk voor iedereen bereikbaar kon worden. Lees het artikel op retours.eu door Arjan den Boer.


Uit een boekje dat in de jaren 60 zat verpakt bij grootpak Venz chocoladehagel.


Le nostro locomotive elettriche. Quaderni delle Ferrovie Italiane dello Stato. Deel 9, 1970 (oorspronkelijke uitgave 1957).

Storia del mostro. Quaderni delle Ferrovie Italiane dello Stato. Deel 10, 1970 (oorspronkelijke uitgave 1958). "Geschiedenis van het monster": de stoom­locomotief.

Città e stazioni. Quaderni delle Ferrovie Italiane dello Stato. Deel 11, 1961. Over steden en stations.

Elettromotrici ed Elettrotreni. Quaderni delle Ferrovie Italiane dello Stato. Deel 12, 1966.

Uit een serie van 12 boekjes, vanaf 1952 uitgegeven door de FS. Men maakt mij blij met de andere deeltjes:
1. Le ferrovie al servizio del paese
2. Le nostre automotrici termiche
3. Ferrovieri
4. Fatti e cifre sulle F.S.
5. Dalla bayard all'etr 300
6. Treni e navi
7. Molto o poco? (Tariffe di ieri e di oggi)
8. Il treno in casa

 
 

Le Ferrovie Italiane dello Stato 1905-1955. Jubileumboek van de Italiaanse spoorwegen. Op de voorpagina stoomloc 685.054 en een Settebello.

FS58. Fraai geïllustreerd jaarverslag 1958 van de Italiaanse spoorwegen.

 

Materiale Motore F.S. Italia 1979-01-01.
Fabio Cherubini. Frank Stenvalls Förlag, Malmö, 1979. ISBN 9172660430. Materieeloverzicht van de Ferrovie Italiane dello Stato anno 1979.

Uit een serie zakboekjes.


Geschichte der italienischen Dampflokomotiven. Wolfgang Messerschmidt. Orell Füssli Verlag, Zürich 1968. Het stofomslag ontbreekt helaas, vandaar de scan van het titelblad.

Italiaanse treinenbouwers hebben tegenwoordig een slechte pers, maar stoomlocomotieven bouwen konden ze vroeger wel. Een speciaal ontwerp is de Franco-Crosti-locomotief, die ook in andere landen navolging heeft gekregen.


Ligurischer Drehstromsommer 1963. Als die Elloks noch dampften. Joachim von Rohr. Eisenbahn Kurier, 2014. ISBN 978388255469X.

Reportage over de laatste jaren van de draaistroomtractie in Ligurië, in het noord­westen van Italië. Grote delen van het net waren toen al omgebouwd op 3000 volt gelijkspanning. Alleen in de driehoek Turijn, Genua en Ventimiglia hing nog de dubbele bovenleiding. De draaistroomlocomotieven gebruikten veel water om de elektrische weerstanden te koelen. Daarbij kwamen stoomwolken vrij, vandaar de ondertitel van het boek.



Zie ook:

Websites:





vorige       start       omhoog