Kopmaken, omlopen, draaien en driehoekenTer illustratie heb ik houten treinen uit mijn collectie gebruikt. |
|
"Kopmaken" betekent dat de trein stopt, en vervolgens weer vertrekt in de richting waar ze vandaan is gekomen. De staart van de trein is veranderd in de kop. Bij treinstellen gaat kopmaken erg eenvoudig: de machinist verlaat zijn cabine en loopt naar de cabine aan de andere kant van de trein. Kopmaken is altijd nodig bij kopstations: dat zijn stations waar de rails niet verder gaan, zoals in Zandvoort, Den Helder of Vlissingen. Maar treinen maken ook op andere stations kop. Zo veranderen treinen van Den Haag naar Groningen in Utrecht van richting. Wat voor treinstellen geldt, geldt ook voor trek-duwtreinen. De machinist loopt dan van de locomotief naar het stuurstandrijtuig, of omgekeerd. Het kan natuurlijk ook met twee machinisten, die elkaar bij het kopmaken aflossen. |
|
Bij een door locomotieven getrokken trein is kopmaken een stuk omslachtiger dan bij treinstellen. De locomotief moet worden losgekoppeld, en rijdt dan via een ander spoor terug. Dit heet "omlopen": de locomotief loopt om naar de andere kant van de trein. Vervolgens wordt de locomotief weer vastgekoppeld door de rangeerder. Daarna moeten de remmen worden gecontroleerd door middel van een remproef, voordat de trein weer kan vertrekken. |
|
Flink wat tijd kan worden bespaard door twee locomotieven te gebruiken. Terwijl de ene locomotief wordt losgekoppeld, wordt de andere locomotief aan de andere kant van de trein vastgekoppeld. Bij stoomlocomotieven heeft men dan bovendien de mogelijkheid om de nieuwe locomotief van te voren in de goede richting te draaien, zodat die de trein niet achteruit hoeft te trekken, zoals de zwarte locomotief op de vorige foto's. |
|
Het principe van een draaischijf is eenvoudig: een locomotief rijdt er op, de schijf wordt rondgedraaid en de locomotief rijdt er weer af. Handig om een stoomlocomotief met de neus naar voren te draaien. Vaak ook gebruikt in combinatie met een locomotiefloods. Draaischijf en loods zijn van Ikea, rails en treintjes deels van andere merken. |
|
Heizhaus Linz, 19 september 1971. Draaischijf met bovenleiding. Locs serie 1141; rechts loc 1073.20. |
|
Diesellocomotieven van de Baltimore and Ohio Railroad. De locs zijn gebouwd door de Electro-Motive Divison (EMD) van General Motors. Dit is het type EMD F3, gebouwd tussen 1945 en 1949. Er bestonden A-units (met cabine) en B-units of boosters (zonder cabine). Omdat de locs maar aan één kant een cabine hadden, moesten ze weleens worden gekeerd, bijvoorbeeld op een draaischijf of een keerdriehoek. Linksachter op de foto zijn e-locs van de Pennsylvania Railroad te zien, de eigenaar van de Baltimore and Ohio Railroad. Foto Association of American Railroads. |
DraaischijfStoomlocomotieven laat men het liefst met de rookkast voorop rijden. Voor de machinist is dat het prettigst. Meestal kan de locomotief vooruit ook aanzienlijk sneller rijden dan achteruit. Alleen bij tenderlocomotieven is de maximum snelheid in beide richtingen even groot. Een bekende manier om een locomotief te keren is de draaischijf; zie hierboven. KeerlusEen andere manier is de keerlus die je op modelbanen wel ziet. Keerlussen nemen echter veel ruimte in, dus die komen in werkelijkheid weinig voor. In de Verenigde Staten zijn keerlussen aangelegd om complete treinen te keren. Ook de Spaanse Talgo wordt in z'n geheel gekeerd. De RTM in Ouddorp heeft ook een keerlus; trams vertrekken uit het station en komen na enkele minuten weer langs het station. DriehoekenEen andere manier om een locomotief of complete trein te keren, is het zogeheten driehoeken. Het principe is eenvoudig: zie de foto's hiernaast. De driehoek kan allerlei vormen hebben. Het kan een emplacement zijn dat vanuit twee richtingen op de hoofdbaan is aangesloten, maar het kunnen ook aansluitingen zijn die ver uit elkaar liggen. Soms laat men treinen tientallen kilometers rijden om de kop weer in de gewenste richting te krijgen. KeerdriehoekEr bestaan ook speciaal aangelegde keerdriehoeken, zie het voorbeeld van Summerau hieronder. In het Engels heet een keerdriehoek een wye (naar de letter Y). |
|
|
Bunnik, 5 mei 2020. Het principe van de keerlus (de locomotiefjes met motor zijn van Ikea). |
|
Arnhem, 18 juni 2016. RET 631 staat geparkeerd op de keerdriehoek in het Openluchtmuseum. |
|
Summerau, 24 augustus 1973. Een balletuitvoering van Oostenrijkse 52-ers op een keerdriehoek. Op een groot grasveld zijn wat sporen en wissels neergelegd waarop de locs kunnen keren. De rechter loc staat op een ander spoor, het zogeheten Putzgleis, waar het vuur kon worden schoongemaakt. |
|
De keerdriehoek wordt niet meer gebruikt maar was anno 2011 nog steeds aanwezig. Op het vroegere Putzgleis is wat materieel opgesteld. |
|
|
Het NX-tableau van Arnhem Velperpoort, gefotografeerd tijdens de montage in de fabriek. Naar onderen de aansluiting naar Arnhem GE (goederenemplacement). Via deze aansluiting is het ook mogelijk om treinen te driehoeken. Archief Vialis-NMA. |
Zie ook: