Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS)

De spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle was de stamlijn van de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij, afgekort NCS of NCSM. Deze maatschappij was eigendom van een aantal Franse aannemers, die ook de bouw van de lijn voor hun rekening namen. Vanaf Zwolle reed de NCS verder naar Kampen.

In 1860 begon de NCS met de aanleg van de spoorlijn Utrecht – Amersfoort, die uiteindelijk zou doorlopen tot Zwolle en Kampen. Op 20 augustus 1863 werd deze enkelsporige lijn in gebruik genomen. Op 20 december 1892 kwam het tweede spoor gereed. Vanaf dat jaar werd het toen dubbelsporige traject tussen Utrecht en Amersfoort ook gebruikt door de HSM. De NCS exploiteerde ook een aantal zijlijnen: Nijkerk – Ede, De Bilt – Zeist en Den Dolder – Baarn, alsmede een aantal tramlijnen. Zie kaartje hieronder.

De NCS is in 1885 overgenomen door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS) die op haar beurt weer is opgegaan in de SS. Beroemde sneltreinlocs waren de 'Zeppelins', die bij de NS nog hebben dienstgedaan als serie 3600. In Amersfoort is het oorspronkelijke NCS-station bewaard gebleven. Het station in Voorthuizen is nu een kerk.



Enige locomotieven van de NCS

Voor meer zie het thema Stoomlocomotieven NS.

Modelspoormuseum Sneek, 23 april 2005. Model van lokaalspoorloc NCS 29.

Nijmegen. Loc NS 3602, vroeger een vermaarde sneltreinloc ('Zeppelin') van de NCS, inmiddels voorzien van een ketel van de serie 3700.

Loc NS 5404 uit de vroegere NCS-serie 61-65. Ze deden aanvankelijk dienst voor de stoptreinen tussen Utrecht en Nunspeet; voor de lijnen naar Baarn en Zeist waren ze te zwaar.

Soest, circa 1920. Personeel poseert bij loc SS 580 (voorheen NCS 90) met een goederentrein richting Den Dolder. Foto Utrechts Archief.


 

Spoorwegmuseum, 7 juli 2007. Museumnacht 7-7-7. Het kon behoorlijk warm zijn in de lokaaltreinen van de NCS.



Rijtuig NCS 6

Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft 30.000 euro beschikbaar gesteld voor de restauratie van het eerste personen­rijtuig dat de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik meer dan een halve eeuw geleden in zijn collectie opnam. Rijtuig nummer 6 van de Nederlandsche Centraal Spoorweg-Maatschappij (NCS) werd in 1915 in Rotterdam gebouwd voor de Stoomtram van Nunspeet naar Zwolle en kwam na een carrière bij diverse trambedrijven in het Hoornse museum terecht.

Nadat het een aantal jaren reed in de uitvoering waarin het in ‘t Gooi dienst heeft gedaan, zal het nu weer in zijn oorspronkelijke uitvoering worden gerestaureerd in de werkplaats van de Museumstoomtram. Met zijn balkons aan beide einden, geheel teakhouten afwerking en Amerikaanse uiterlijk behoort het tot een van de mooiste en meest opvallende personenrijtuigen die in ons land gereden hebben.

Het Prins Bernhard Fonds ondersteunde al vele restauratieprojecten bij de Museumstoomtram, maar verhoogde de oorspronkelijke bijdrage voor dit specifieke project vanuit het Appie Baantjerfonds tot maar liefst 30.000 euro. Dit als extra stimulans om culturele projecten door te laten gaan in de voor musea zo moeilijke periode rond de coronacrisis. Wie in het pluche van de tweede klasse of op de houten banken in de derde klasse wil meereizen naar Medemblik kan dat weer doen vanaf 2021. Gepland is dat de restauratie dan wordt afgerond.

Bron: persbericht Museumstoomtram, 3 juli 2020. Foto: rijtuig NCS 6 na oplevering in 1915


Rijtuig BC 104

Ook de Museum Buurtspoorweg in Haaksbergen bezit een NCS-rijtuig, de BC 104 uit 1901 (vanaf 1924 NS C1820). Na 1953 heeft het jaren dienstgedaan als slaapvertrek bij het schippers­internaat in Vreeswijk. In 1989 kwam het rijtuig naar de MBS. De restauratie is begonnen in 2017 en wordt onder andere betaald met een subsidie van het Prins Bernhard Cultuurfonds.



Huldeblijk NCSM (1913)

Huldeblijk van het personeel van de NCSM, in 1913 aangeboden aan de directie.

Volgens het Jaarverslag van de NCS over 1913 is de maatschappij "door haar personeel gehuldigd door de aanbieding van een geschenk in de vorm van een artistiek uitgevoerde gedenkplaat, welke een plaats vond in de gang van het hoofdkantoor der Maatschappij." Dat hoofdkantoor bevond zich destijds in het dubbele pand Catharijnesingel 69/70. In 1919 verhuisde het kantoor van de NCS naar een van de Administratiegebouwen aan het Moreelsepark; het oude pand werd in dat zelfde jaar vernummerd in Catharijnesingel 51/52 en werd begin jaren 70 afgebroken ten behoeve van Hoog Catharijne. Dit object bevindt zich nu in de collectie van het Spoorwegmuseum.

De bronzen figuur is de Nike van Päonios, als symbool van de snelheid, staande op een vliegend wiel. Verder zien we twee elkaar passerende treinen bij Blauwkapel, en de wapens van Utrecht, Amersfoort, Zwolle en Kampen. Vervaardigd door de Stichtsche Fabriek van Zilverwerken (Begeer) uit Utrecht, geadviseerd door prof. Vogelsang uit Utrecht. Het is ongeveer twee meter hoog.

Aan het huldeblijk hebben 1184 personeelsleden en 77 gepensioneerden meebetaald (lang niet iedereen van het personeel had er behoefte aan om mee te doen). Omgekeerd zegde de directie toe dat alle personeelsleden een gratificatie zouden krijgen. Dat zou enkele maanden later gebeuren, tegelijk met het jubileum dat zustermaatschappij SS dan zou vieren.

Foto uit het gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de NCSM in 1913.

Het ding hangt tegenwoordig in het kantoor van het Spoorwegmuseum aan de Maliesingel. Bovenin in beeld is een deel van een lamp te zien die er niet mee te maken heeft. Foto Victor Lansink.



Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij, dienstorder 621. Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de NCSM in 1913. (origineel exemplaar)

Met de toespraken die bij die gelegenheid zijn gehouden en met foto's van de versierde stations en andere gebouwen tussen Utrecht, Amersfoort en Wezep, het traject dat in 1863 door de NCS in gebruik werd genomen. In 1864 volgde het gedeelte Hattem-Zwolle en in 1865 Zwolle-Kampen, maar die telden voor het jubileum niet mee.

Zie ook foto's uit dit boek.


Nederlandsch Spoorwegmuseum. "Enkele plaatjes met een kort woord ter inleiding door Henri Asselberghs." Amsterdam, juli 1945.

Op het omslag een werkend model van een "Zeppelin" van de NCS, de latere serie NS 3600.


De Nederlandse Centraal Spoorwegmaatschappij. Door N.J. van Wijck Jurriaanse. Uitg. Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060075277. Over de activiteiten en het materieel van de NCS, die onder andere van 1863 tot 1919 de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle exploiteerde. Deel 2 van de serie Spoorwegen in Nederland.


Een eeuw kippenlijn. Van Ede-Nijkerk tot Ede-Amersfoort. Door Gerjan Crebolder. BDU, Barneveld 2003. ISBN 9070150573. Schaffelaarreeks nr. 32.

In 2003 was het honderd jaar geleden dat de spoorlijn Ede-Nijkerk in gebruik werd genomen. De spoorverbinding werd aangelegd door de spoorwegmaatschappij 'De Veluwe' en geëxploiteerd door de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS). De railverbinding heeft slechts 24 jaar bestaan en ongeveer even lang duurden de aanlegplannen die door tegenslagen werden gekenmerkt. In 1937 werd het baanvak Barneveld-Kruispunt (nu Barneveld-noord) - Nijkerk opgeheven en verdwenen de rails. De lijn werd toen aangesloten op de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn waardoor de 'Kippenlijn' ontstond. Die naam dankt de lijn niet alleen aan het feit dat deze door een gebied loopt waar de pluimveehouderij van groot belang is, maar herinnert ook aan de tijd dat het transport van eieren en kippen nog grotendeels per spoor plaatsvond. Daarnaast werd de lijn op donderdag veel gebruikt door de bezoekers van de Barneveldse weekmarkt.


Amersfoort-Kesteren. 'n Veel besproken spoorlijn. Door G.A. Russer. BDU, Barneveld 1981. Schaffelaarreeks nr. 9.

De ondertitel van dit boek slaat op de vele problemen die moesten worden overwonnen voordat de lijn Amersfoort-Kesteren kon worden aangelegd. Deze problemen hadden te maken met de hevige concurrentie tussen de verschillende spoorwegmaatschappijen. Zo had de NCS grote moeite met het feit dat de HSM-lijn in Amersfoort de NCS-spoorlijn Utrecht-Zwolle moest kruisen. In Amersfoort werd een station gebouwd dat gemeenschappelijk door de HSM en de NCS werd gebruikt, waarna het NCS-station (dat er nu nog steeds staat) buiten gebruik ging.


Stoppen op doorreis. Uitgave ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de NVBS in 1971. Samenstelling J.W. Sluiter en H. Nieweg. Uitg. Brill, Leiden 1971. Met veel zwart-witfoto's van treinen en trams in hun omgeving. Op het omslag loc NCS 72 bij vertrek uit Utrecht in 1911.


Stoomlocomotieven serie NCS 71-78 (NS 3600). Door Martin van Oostrom. Uitg. Stichting Rail Publicaties, 1988. ISBN 9071513033.


Geschiedkundig overzicht der stoomlocomotieven van de Nederlandse spoorwegmaatschappijen over de periode 1839-1958. Door N.J. van Wijck Jurriaanse. Technische Uitgeverij H. Stam, Culemborg, 1968.

Geen boek waar de stoom uit opslaat, maar een meticuleus overzicht van alle stoomlocomotieven, stoomketels en tenders die de auteur heeft weten op te sporen. Voer voor de nummerliefhebber dus, hoewel er ook enkele foto's in staan.

Op het omslag een model van locaalspoorlocomotief 41 van de NCS, eigendom van het Nederlands Spoorwegmuseum, gebouwd door leerlingen van de bedrijfsschool van de hoofdwerkplaats Haarlem. De originele loc kwam in 1904 in dienst.


Zie ook:




vorige       start       omhoog