Vooraanstaande NVBS-leden

Hieronder aandacht voor een aantal vooraanstaande NVBS-leden. Niet met een speciale bedoeling, laat staan dat ik iemand tekort zou wilen doen, maar omdat ze toevallig op mijn site terecht zijn gekomen.

Meer over het lidmaatschap van de NVBS.




Jan Broers

Op 15 juni 1969 reed de NVBS-Expres naar Duitsland. Hier loc 003 268 in Köln Hbf, vlak voor de terugrit.

De heer Broers van de NVBS werd die dag door een Nederlandstalige Duitse zender geïnterviewd. Dit interview heb ik in Hilversum opgenomen; het wordt enigszins gestoord door een andere zender.

Beluister het interview met de heer Broers.


Redactie Op de Rails
Jan Broers vormde samen met Jan-Willem Sluiter en later Sam de Lange jarenlang de redactie van het NVBS-blad Op de Rails. In een interview vertelde Sam de Lange, die in de jaren zeventig tot de redactie was toegetreden, hierover het volgende:

"We haalden taalfouten uit de teksten, maar keken ook naar de feiten en controleerden die zoveel mogelijk op onjuistheden. Daarnaast plakten we het zetsel dat in stroken werd aangeleverd tot een volledige lay-out. (...) Na verloop van tijd maakten we met zijn drieën het hele blad, zowel de opmaak als de redactie." In 1985 werd de redactie plotseling vervangen door nieuwe redacteuren (onder leiding van Frits van der Gragt), die andere opvattingen hadden over hoe een blad voor railliefhebbers gemaakt moest worden. Sam wil hier liever niet meer over praten, maar zegt na enig nadenken: "Je kunt over veel zaken van mening verschillen, maar ik vond het heel flauw dat in het laatste nummer van de oude redactie het afscheidswoord van Jan Broers, die zo lang aan het blad verbonden was geweest, nog even snel werd weggehaald, net voor het moment dat het blad gedrukt zou worden."

Citaten uit een interview door Oege Kleijne in NVBS Actueel, juni 2016. Zie ook Op de Rails 1985, nummer 12.


Lodewijk Derens


Bij De Slegte kocht ik in 2007 dit boekje. Het bestaat uit een aantal katernen die uit het blad Cassier's Magazine zijn gehaald en die zijn ingebonden in een leren bandje. Met gouden letters staat daar "Some Railway Subjects" op.

Cassier's Magazine verscheen in de decennia rond 1900 en richtte zich op ingenieurs. De artikelen in dit bandje hebben voornamelijk betrekking op stoomlocomotieven en vaste stoomketels. Eén artikel gaat over enkelspoorbeveiliging bij de Amerikaanse spoorwegen. Ik lees dit soort oude teksten zeer graag. Wat opvalt is dat het Engels van honderd jaar geleden nog net zo makkelijk leest als tegenwoordige teksten. In Nederland hebben we sinds 1900 inmiddels een stuk of acht spellingverbeteringen achter de rug.

Een extra reden om dit bandje te kopen was het ex libris van L. Derens dat voorin zit geplakt. Derens was locomotief­constructeur bij Werkspoor. Daarnaast was hij een gepassioneerd fotograaf, die fraaie foto's van stoomlocomotieven heeft gemaakt. Naar verluidt heeft hij voor de Tweede Wereldoorlog zelfs kleurenfoto's gemaakt voor de NS, maar die zijn tijdens de oorlog verloren gegaan. Verder heeft hij veel artikelen over Nederlandse stoomlocomotieven gepubliceerd in het blad The Locomotive.

Derens publiceerde ook in het maandblad van de NVBS, onder meer over het effect van stroomlijnen van stoom­locomotieven.

Derens is ook bekend van zijn fotocollectie. Hij liet veel foto's na van Nederlandse stoomlocomotieven.

Lodewijk Derens overleed in 1956 op 76-jarige leeftijd. Op zijn ex libris staat locomotief 443 van de LSWR (London and South Western Railway), een Drummond T14 class 4-6-0.


In memoriam L. Derens

Op 14 mei jl. overleed te Heemstede een onzer oudste leden, de heer L. Derens, in de ouderdom van bijna 76 jaar. Met hem is een van die noeste verzamelaars heengegaan die al op jeugdige leeftijd het hart aan de spoorwegen verpand hebben. Op 12-jarige leeftijd begon hij al locomotieven en treinen te fotograferen, en daarmede was hij de eerste in ons land die zich speciaal op de spoorwegfotografie toelegde; zijn oude foto's vormen thans een unieke collectie van grote historische waarde. Naast de fotografie had de techniek, vooral die betreffende de stoom­locomotief en de remsystemen zijn grote belangstelling, en zijn kennis hieromtrent was zeer gedegen.

Hoewel zijn belangstelling naar alle stoom­locomotieven ter wereld uitging, betrof zijn liefde toch in hoofdzaak de Nederlandse en de Engelse locomotieven. Zijn eerste artikel schreef hij in het Engelse tijdschrift „The Locomotive" toen hij 18 jaar was, later gevolgd door ontelbare artikelen in Nederlandse en Engelse tijdschriften, waaronder ook in ons maandblad. Ook hield hij een groot aantal lezingen, en ik wil hier memoreren dat de eerste N.V.B.S.-lezing door hem werd gehouden (28 maart 1931), en zij die daarbij tegenwoordig waren, herinneren zich ongetwijfeld nog hoe bezield hij over de historie van de locomotief wist te vertellen, daarbij de humoristische kant niet vergetende. Hij vertoonde toen een groot aantal foto's uit zijn eigen collectie.

Hij heeft ook een uitgebreide studie gemaakt van de wapens van de vroegere Engelse spoorwegmaatschappijen; Engelse experts op dit gebied kon hij zelfs van advies dienen. Zijn kamer had een heel bijzondere sfeer, onvergetelijk voor de rasechte spoorwegenthousiast. De wanden hingen vol foto's en schilderijen van locomotieven en treinen, en op zijn kasten stonden allerlei interessante spoorwegrelikwieën.

Derens was een zeer gevoelig mens, en hij heeft in zijn leven vaak geleden onder het onrecht en het wanbegrip die onze wereld nu eenmaal beheersen. Daarbij kon hij zich niet gemakkelijk in de positie of de gedachtengang van een ander verplaatsen, wat bij hen die hem minder goed kenden, wel eens reden tot wrijving gaf. Voor hen die hem door en door kenden, was er echter geen trouwer vriend denkbaar. Dikwijls vertelde hij mij hoe gelukkig hij zich voelde in zijn latere levensjaren nog een kring van jongere vrienden om zich heen te hebben die hem steeds met raad en daad terzijde stonden, toen de tijden voor hem moeilijker werden. Zo heeft hij zich eigenlijk nooit eenzaam gevoeld, terwijl hij intussen tijd te kort kwam met het lezen van boeken en tijdschriften op spoorweg­gebied.

Zijn laatste weken waren wel de moeilijkste, omdat hij wist dat hij voor goed afstand moest doen van zijn kamer met alles wat zich daarin bevond. Nooit zou hij zijn spoorwegmuseum terugzien. Gelukkig voor hem heeft een spoedig einde hem een langdurig geestelijk lijden bespaard. Hij ruste in vrede. Q.

Op de Rails, juni 1956. Ondertekend met de letter Q (Quanjer)

De gebroeders Derens

Amsterdam CS, 3 april 1910. Willem Derens met zijn zoontje Gerrit. Stereofoto gemaakt door zijn broer Lodewijk Derens. Links het hoofdgebouw van de HSM: de Droogbak. Collectie Joris Dijkstra.

Lodewijk Derens (26 mei 1880) was locomotief­constructeur bij Werkspoor. Daarnaast was hij een gepassioneerd fotograaf, die fraaie foto's van stoomlocomotieven heeft gemaakt. Hij had een oudere broer, Willem Derens (17 januari 1874). Die was aanvankelijk “aardrijkskundig teekenaar” en later “werktuigkundige” bij Werkspoor. Lodewijk, in de familie ook wel “oom Lou” of Louis genoemd, was “machineteekenaar” en werkte ook bij Werkspoor. Kortom, twee technisch aangelegde broers. In de familie werden ze ook wel de “warme” en de “koude” Derens genoemd, vermoedelijk vanwege hun specialisme (stoom resp. niet-stoom). Joris Dijkstra is een achterkleinzoon van Willem Derens. Hij heeft een aantal stereofoto's in zijn bezit, waaronder de foto hierboven.

Lodewijk Derens, Nederlands eerste spoorwegfotograaf

Amersfoort, 6 mei 2017. In NVBS Centraal werd het boek "Lodewijk Derens, Nederlands eerste spoorwegfotograaf" gepresenteerd. Luud Albers kreeg het eerste exemplaar van dit boek overhandigd uit handen van de auteurs Guus Veenendaal en Remmo Statius Muller. Albers is mogelijk de enige nog levende fotograaf die Derens (1880-1956) persoonlijk heeft gekend. Guus Veenendaal vertelde iets over het leven van Lodewijk (Lou) Derens, waarna Remmo Statius Mulder inging op de vaak moeizame en tijdrovende manier waarop de fotoselectie tot stand is gekomen. In het boek staan zo'n 250 van de ongeveer 900 foto's die Derens heeft gemaakt. Bij elke foto is uitgebreid beschreven wat er op te zien is. Ter aanvulling: de personen op het perron op pagina 76 zijn broer Willem Derens met diens zoontje Gerrit (zie de stereofoto hierboven).

Lodewijk – of Lou – Derens (1880-1956) is in Nederland de eerste fotograaf geweest die zo veel mogelijk de Neder­landse stoomlocomotieven van zijn tijd heeft gefotografeerd en gedocumenteerd. Zijn eerste opnamen zijn uit 1894. Hij ging door met fotograferen tot na de Tweede Wereldoorlog, met het zwaartepunt van zijn activiteiten in de jaren tussen 1910 en 1938. Voor Nederland is zijn werk van groot belang, vooral ook omdat sommige stoomlocomotieven die op het punt stonden te worden gesloopt, op deze manier door hem – vaak als enige – voor het nageslacht zijn vastgelegd. Maar hij was niet alleen actief in Nederland, ook in het omringende Europese buitenland heeft hij in diezelfde jaren gefoto­grafeerd, wat bijzondere en fraaie beelden heeft opgeleverd. België, Frankrijk, Engeland, Duitsland en Oostenrijk waren het doel van zijn reizen tussen 1910 en 1934 en ook daar heeft hij interessante opnamen weten te maken.


   

Amersfoort, 6 mei 2017. Natuurlijk heb ik dit boek direct aangeschaft. Bij de kassa van de NVBS werd ik vastgelegd door Ronald Slaman. Het boek is verschenen bij De Alk. Auteurs Guus Veenendaal en Remmo Statius Muller. ISBN 9789059611764. Gebonden, 21x29,7 cm, 248 pagina's. Prijs € 34,95. Nummer 49 in de boekenreeks van de NVBS.



Luud Albers

Op 20 september 2021 overleed op 90-jarige leeftijd Luud Albers. Een zeer vriendelijke man waar ik enkele keren contact mee mocht hebben. Na de presentatie van het boek "Lodewijk Derens, Nederlands eerste spoorwegfotograaf" op 6 mei 2017 (zie hierboven) kreeg ik van Luud Albers een mailtje met de vraag of hij deze foto kon krijgen. Natuurlijk kon ik aan dat verzoek voldoen. Daarna kreeg ik een bedankje: "Hartelijk dank Nico, de afdruk 20x25 is gelukt en wordt aan het boek toegevoegd. Een leuke herinnering aan een onverwachte gebeurtenis! Groet uit het Heiloose, Luud."


Hoorn, 29 april 2016. Luud Albers was onder andere betrokken bij de Stoomtram Hoorn-Medemblik. Op 27 april 2012 werd hij benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau. Dit vanwege zijn jarenlange verdiensten op het gebied van zowel het Nederlandse spoorbedrijf als van het trambedrijf van de NZH. Behalve als buitengewoon verdienstelijk fotograaf en filmer, verschenen in de afgelopen decennia interessante en plezierig leesbare boeken van zijn hand over beide bedrijven. Bovendien ontwikkelde hij in de jaren zeventig en tachtig initiatieven, die geleid hebben tot het veilig stellen van het NS-treinstel 252 uit 1936 en het Boedapester NZH-tramrijtuig B412 uit 1923.

Boeken

De 'Blauwe Tram'. 1924-1961. Door L.J.P. Albers. Uitg. Wyt, Rotterdam 1977 (3e druk). ISBN 9060075722. Deel 8 uit de serie Trams en tramlijnen. Op de voorpagina een fraaie actiefoto van Luud Albers.

Van stoom naar nieuwe stijl. 25 jaar spoorwegontwikkeling in Nederland. L.J.P. Albers en J.C. de Jongh. J.H. de Bussy, Amsterdam 1970. ISBN 9060546598. De foto op het omslag is gemaakt op 5 november 1969 op het emplacement Utrecht Lunetten. Longmoor werd voor de gelegenheid uit het Spoorwegmuseum gehaald. Het gele treinstel is de 431.

 

Met de trein door Nederland. 1947-1986. Veertig jaar spoorwegfotografie door L.J.P. ALbers. Uitg. Uquilair, 2008. ISBN 9789071513671.

Geweldige zwart-witfoto's van Luud Albers, de man die vaak net even iets andere foto's maakte dan anderen. Zijn goede contacten binnen de spoorwereld hebben hem daarbij geholpen, zeker in de eerste decennia, toen het fotograferen op stations nog verboden was. In het boek maken we de laatste jaren van de stoomtractie mee en de gelijktijdige opkomst van het moderne naoorlogse materieel, dat inmiddels ook al weer geschiedenis is. De terzake doende fotobijschriften en de droge humor waarmee hij over zijn ervaringen vertelt, maken dit boek tot een genoegen om te lezen.



J. Quanjer

Auction Sale 5th November 1991. The J. Quanjer collection, covering 160 years of world-wide railway history. Part III: the pictorial part. Veilingcatalogus van J.L. Beijers uit Utrecht, met een beschrijving van zo'n 50.000 te veilen tekeningen, schilderijen, prentbriefkaarten en foto's, waaronder veel werk van L. Derens en Fr. Moore. De enige afbeelding staat op het omslag: een olieverfschilderij van Francis Moore, waarop een "Johnson's Flyer" van de Midland Railway Company uit 1898 is te zien.

In memoriam J. Quanjer uit Op de Rails 1988, blz. 373. Van Quanjer wordt verteld dat hij nogal op zijn collectie zat, en zelfs geen toestemming gaf als anderen een foto uit zijn collectie wilden gebruiken bij een artikel in Op de Rails, het blad van de door hem zelf mede opgerichte NVBS. Zijn collectie is in 1991 geveild. Waar alles terecht is gekomen weet ik niet.


Hans Kaas

Hilversum in de stoomtijd. Een 3700 met coupérijtuigen vertrekt naar Amsterdam. Geschilderd door Hans Kaas, naar een foto van J. Quanjer. Collectie Adriaan Pothuizen.


Sectie 't Gooi

Hilversum, 21 februari 1962. Bijeenkomst van NVBS-sectie ’t Gooi in Hotel Santbergen. Achterste rij v.l.n.r.: Wijnbergen (werkte bij het toenmalige mediawezen en heeft wel eens een filmavond georganiseerd met "The Titfield Thunderbolt"), Gé Willemse (jarenlang trdl Brn), Postma, Roelofsen (had een functie bij de gasfabriek en woonde daar op het terrein), onbekend, Van Uden, onbekend, Laterveer, Hageman. Middelste rij: onbekend, ir. De Bruijn Kops (bekend van boeken, werkte ooit bij Locomotieffabriek Ducroo & Braun te Weesp), het hoofd van Dolf Blokker (had een slagerij op de hoek van de De Bazelstraat/Hoge Larenseweg ), mevr. Ruys, Huisman (sectieleider NVBS-sectie 't Gooi, werd na zijn plotselinge overlijden opgevolgd door Roelofsen), Van Wijck Jurriaanse. De drie jongens op de voorgrond zijn Henk Renou (later een bekend filmer, overleden in 2000), Ton Pruissen en Adriaan Pothuizen. Hotel Santbergen is later omgebouwd tot opleidingscentrum van de Hilversumse omroep. Foto Hans Verweij, collectie Adriaan Pothuizen.


Ton Pruissen

De films van Ton Pruissen

Op 18 oktober 2011 trok de NVBS-afdeling Hilversum een ongebruikelijk groot aantal bezoekers. Ongebruikelijk maar niet onverwacht, want op deze avond vertoonde Ton Pruissen films uit zijn omvangrijke collectie. Dit gebeurde onder de noemer "Stoom onder de Rode Ster": rokerige films over stoomtractie in de DDR, Polen, Tsjechoslowakije en Roemenië. Vaak maakte hij deze tochten per brommer vanuit Hilversum.

Met droge humor vertelde Ton over de vele problemen die hij ondervond met politieagenten en andere plichts­getrouwe beambten. Menigmaal werd hij gearresteerd en dreigde hij zijn films kwijt te raken. In de DDR trok Ton zelfs de aandacht van de beruchte geheime dienst, de Stasi. Na de val van de Muur slaagde Ton erin om zijn Stasi-dossier in handen te krijgen. Met instemming las hij daaruit de volgende passage voor: "Das gesichtete Filmmaterial ist durchweg in einer guten Aufnahme­qualität." Je kunt van de Stasi zeggen wat je wilt, men had er wel kijk op.

De films van Ton zijn altijd de moeite waard, al was het maar om de zeer zorgvuldige manier waarop hij het geluid eronder heeft gemonteerd. Dat geluid klopt altijd, ook al is het veelal niet tegelijk opgenomen met het beeld. Zie je een tweecilinderloc onder een brug doorrijden, dan hoor je ook een tweecilinderloc waarvan het geluid plotseling iets dempt wanneer de schoorsteen zich onder de brug bevindt. En als je een waterkolom ziet lekken op de tegels van het perron, dan hoor je waarschijnlijk het geluid dat Ton in zijn douche heeft opgenomen. Ik bezit diverse videobanden en dvd's die door Ton zijn samengesteld.

Reactie Ton Pruissen

Dag Nico! Bedankt voor het stukje op je site over mijn filmpresentatie in Hilversum. Maar ik moet wel iets rechtzetten: het geluid van een lekkende waterkolom heb ik niet onder de douche opgenomen. Sinds 1994 ben ik regelmatig op geluidsjacht geweest, gewapend met een digitale geluidsrecorder. Voor het nasynchroniseren van films heb ik allerlei geluiden, die nergens te krijgen zijn, nodig. Zo ook het geluid van een waterkolom. Op een stille winterdag ongeveer 1997 was ik in Cranzahl, beginstation van de smalspoorlijn naar Oberwiesenthal. Er zijn daar weinig storende geluiden want het station ligt temidden van het niets, en er is een waterkolom. Ik kwam aanlopen met mijn recorder en twee in enorme windkappen gehulde microfoons, het leken wel raketwerpers. Nu was het station niet alleen in het gelukkige bezit van een waterkolom, maar er was ook een stations / perronchef. Ik ging naar hem toe, en begon een verhaal over geluid, waternemen enz. De goede man was zeer snel van begrip en zonder dat ik iets vroeg, zei hij tegen mij: "nehmen Sie soviel Wasser wie Sie wollen!" Ik heb daar allerlei watergeluiden opgenomen, en die ik heb al vaak gebruikt.


Dit filmpje is opgedragen aan Ton Pruissen. We zien hem bij 3:10 lopen op het perron van Delft, bij het passeren van een stoomtrein van de SSN.


Ton Pruissen over zichzelf

“Het projektiescherm zal rook en stoom uitbraken en er lijkt smeerolie uit de beamer te sijpelen... Als de locomotief langzaam de draaischijf oprijdt voel je de bonken van de wielen in je maag... Daarna wordt de draaischijf in beweging gezet door een slanke vrouwenhand... Je voelt de snijdende vrieswind wanneer met acyteleenbranders bevroren leidingen van een Mikado worden ontdooid... In de zomer van 1966 begaf ik mij op mijn bromfiets voor het eerst achter het IJzeren Gordijn, en ik was meteen verkocht. Wat een sfeer, wat een railjuwelen! Hoe rotter het regime, hoe mooier de locomotieven! Niets en niemand weerhield mij om er steeds weer heen te gaan: de Transportpolizei, de Stasi, de SOK (Polen) en hoe ze verder allemaal heten mogen - ik wierp hen soms een onbelichte filmrol toe, maar de buit nam ik (bijna) steeds mee naar huis.

Nu, dertig tot veertig jaar later, heb ik die buit weer tevoorschijn gehaald. De oude filmblikken hebben met mijn computers kennis gemaakt, de films hebben hierdoor een nieuwe glans gekregen. Ik geloof in het spoor, ook in het spoor van nu. Maar de èchte locomotieven, de enige echte, dat zijn mijn zwarte vrienden: de Stoomlocomotieven. Ik heb ze gefilmd, ik moest ze filmen, ze waren onweerstaanbaar: in totaal en close, in hun biotoop, in regen en zonneschijn, vrolijk huppelend of moeizaam zeulend, fluitend, sissend, lekkend, in stations, in depots, en vooral: in zwart-wit. Eén keer heb ik het gevecht met de politie verloren, en kreeg een Stasi-behandeling. Het onverwachte gevolg: daarna behoorde de Stasi tot mijn fans, want in mijn dossier staat: „das gesichtete Filmmaterial ist durchweg in einer guten Aufnahmequalität...‟ Ik zou zeggen: kom allemaal kijken of de Stasi gelijk had. Het Stasi-dossier zal ik meenemen.”

(tekst uit de aankondiging van NVBS-bijeenkomsten in 2012/2013)


Anklam 1967. Ton Pruissen met brommerhelm poseert bij een smalspoorloc.


Ton Pruissen op de radio

Op 13 november 2011 was Ton Pruissen op Radio 1 te horen in het programma Studio Idzerda. Hij vertelde over zijn avonturen in de DDR bij het filmen van treinen. Ook andere treinliefhebbers kwamen aan het woord. Victor Lansink loopt langs verlaten treinsporen en maakt foto's van roest en vergankelijkheid. In de tuin van Riekje Buivenga in het Groningse Waterhuizen, staat een heuse locomotief. En Daan de Wit deed onderzoek naar het leven van kruiers in India.

Luister naar het programma (www.radio1.nl)


Het digitale filmarchief van de NVBS

Tegenwoordig kan bijna iedereen filmen. Maar nog niet zo lang geleden was filmen een hobby die veel tijd en geld kostte. Je had een filmcamera en een projector nodig, en je moest dure filmpjes kopen waar maar drieënhalve minuut op paste. Voordat je je film ging vertonen moest je er eerst nog een leuke montage van maken. En als je er geluid bij wilde, werd het nog veel ingewikkelder. Er zijn dan ook maar weinig bewegende beelden van trams en treinen uit vroeger jaren. Maar ze zijn er wel, en het werk van enkele belangrijke filmers bevindt zich in het archief van de NVBS.

Dankzij Ton Pruissen is inmiddels een flink deel van dat materiaal gedigitaliseerd. Digitaliseren is meer dan een film door een scanner halen. Daarna begint pas het echte werk: het uitzoeken en monteren van de fragmenten tot een mooi geheel, het restaureren van beelden, en niet te vergeten: het toevoegen van passende geluiden en deskundig commentaar. In een filmpje van een paar minuten zitten vaak vele uren werk. Op de site van de NVBS staan tientallen films met werk van Luud Albers, Aad de Wolf, Albert Nijmeijer en anderen, waaronder Ton Pruissen zelf.

Het filmarchief vind je op www.nvbs.com>. De meeste films zijn alleen te bekijken door de leden (inloggen nodig).

Interview in NVBS Actueel

Ton Pruissen is in april 2016 geïnterviewd door NVBS Actueel. In een uitgebreid portret maken we kennis met Ton, met zijn filmavonturen en met zijn werk voor de NVBS. Eind 2016 liet Ton weten dat hij stopte als beheerder van het filmarchief. Zijn taak is toen overgenomen door Nico Spilt.

Beeldbewerking

Ton Pruissen heeft een filmpje gemaakt over het digitaal bewerken van oude filmbeelden.


Kees van de Meene

Amersfoort, 15 maart 2014. Ons team was aanwezig bij de presentatie van het fotoboek van Kees van de Meene en samensteller Anouk Gielen. Rechts gastheer Maikel Rörik van de NVBS.


Enkele andere NVBS-leden


Zie ook:




vorige       start       omhoog