Stoomlocs NS: vanaf 6000



Serie 6001-6026

Deze tenderlocs zijn gebouwd door Beyer Peacock tussen 1913 en 1916. Bij de SS droegen ze de nummers 1201-1219, 1223-1225, 1231, 1238-1240. De SS had 40 machines besteld, maar tijdens de oorlog werden er 14 gevorderd door de Railway Operating Division en naar de geallieerde legers in Noord-Frankrijk gezonden; daar zijn de locs na de oorlog achtergebleven. Dit verklaart de gaten in de nummering van de SS-locs. De locs deden vooral dienst in het forensenverkeer rond Amsterdam.

In 1913 kwamen zes tenderlocomotieven met de asindeling 2’C2’ in dienst bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Afgeleid van de enkele jaren eerder gebouwde 2’C-sneltreinlocomotieven serie 700 waren zij bedoeld voor de verbinding Amsterdam Weesperpoort – Rotterdam Maas over Breukelen. Beyer Peacock in Manchester bouwde in totaal 40 van deze locs, die ook bedoeld waren voor de lijnen Utrecht – Den Haag, Nijmegen – Arnhem en Venlo – Maastricht. De Eerste Wereldoorlog drukte een zwaar stempel op deze serie: in totaal veertien 1200’en bereikten Nederland niet en werden door de Britse Railway Operating Division in beslag genomen. In Nederland kregen de 26 1200’en in 1921 de NS-serieaanduiding 6000. Jarenlang waren ze te vinden voor de forensentreinen tussen Amsterdam en het Gooi, waartoe ze voor lange tijd in depot Hilversum ondergebracht waren.

Stoomlocomotieven serie SS 1201-1240 (NS-serie 6000). De 2'C2'-tenderlocomotieven van de Staatsspoorwegen. Paul Henken. Uquilair, 2015. ISBN 9789071513886.


Loc serie 6001-6006. Deze locs hebben een kortere waterkast dan de daarna gebouwde serie 6007-6021.


Utrecht Damlust (links is Hgb I te zien). Loc uit de serie 6007-6021, stokerzijde.


Vlissingen, mei 1935. Loc 6008, machinistzijde. Photomatic 136.


Hilversum, juni 1935. Loc 6015 vertrekt naar Utrecht. Photomatic 138.


Lille, juni 1952. Een in 1915 door Beyer, Peacock & Co gebouwde stoomloc die eigenlijk bestemd was voor de NS (serie 6000), maar die door het leger werd gevorderd en in Frankrijk terecht kwam. Daar deed ze tot 1954 dienst bij de Nord en de SNCF. Foto A.E. Durrant, collectie Eelco Storm.


Een eigenlijk voor de SS bestemde loc is tijdens de Eerste Wereldoorlog in een Noord-Frans kanaal terecht gekomen. De letters ROD op de loc staan voor Railway Operating Division, een onderdeel van de Royal Engineers.




Serie 6101-6110

Dit is de tenderversie van de 3800 (de laatste locs van de serie 3700). De eerste vijf locs zijn gebouwd door Hohenzollern, de laatste vijf door Werkspoor. De serie kwam in 1929 in dienst en trok onder andere forensentreinen tussen Amsterdam en 't Gooi. De laatste loc ging in 1957 uit dienst. Zie ook het thema 3700, 4600, 6100.

Boek: Stoomlocomotieven NS-serie 6100. Paul Henken. Uquilair, 2002. ISBN 9071513432.


Fabrieksfoto van loc 6103, gebouwd door Aktiengesellschaft für Lokomotivbau Hohenzollern, Düsseldorf.


Een loc uit de serie 6100. Deze locs werden vooral gebruikt voor forensentreinen in 't Gooi.


Loc 6104 rond 1935 in Hilversum. Naast het machinistenhuis staat mijn grootvader Nico Spilt. Deze foto is ook gebruikt in een boek over de serie 6100.


Op stoom werkend model van een NS 6100, schaal 1:32, van het Spoor 1 Genootschap.



Serie 6201-6240

Tussen 1912 en 1914 gebouwd door Hohenzollern voor de SS. Hier droegen de locs de nummers 1101-1140. Ze werden vooral gebruikt voor kolentreinen in Zuid-Limburg, totdat hun diensten werden overgenomen door de NS-serie 6300.


Loc 6218.


Loc 6224.


Loc 6233.




Serie 6301-6322

Gebouwd in 1930/31 door verschillende Duitse fabrieken. Deze goederentreinlocomotieven werden vooral gebruikt voor het trekken van zware kolentreinen. De locs waren bij stokers niet geliefd vanwege de enorme kolenconsumptie. Aan automatische stokers hebben de Nederlandse Spoorwegen nooit gedaan. De locs werden door het personeel aangeduid met de bijnaam "beulen".

Zie ook het thema over de serie 6300 en over het bezoek dat ik in november 2016 bracht aan de catacomben van het Spoorwegmuseum.

Boek: Stoomlocomotieven serie NS 6300. Martin van Oostrom. Stichting Rail Publicaties, 1985. ISBN 9071513017.


Loc 6303. Fabrieksfoto (machinistzijde).


Loc 6303. Fabrieksfoto (stokerzijde).


Nogmaals loc 6303.


Loc 6318 maakt een proefrit bij Tilburg Werkplaats.


Dordrecht, juni 1935. Loc 6321. Photomatic 34.


Een tenderloc van de serie 6300 in de takels. Uit: "Paths to World Fellowship, Communications in the Netherlands", juni 1949.


Spoorwegmuseum, 5 mei 2008. Van loc 6322 is in het museum het cilinderblok bewaard gebleven.


Spoorwegmuseum, 9 juni 1973. Tenderloc 6317. Tegenwoordig is deze loc weggestopt in een museumattractie. Zie ook het bezoek dat ik in november 2016 bracht aan de catacomben van het Spoorwegmuseum.


Bericht uit de Twentsche Courant Tubantia, 19 augustus 2015. In Itterbeck wordt de laatste hand gelegd aan een replica van loc NS 6313 (in het artikel staat een tikfout: 2300). Deze replica op schaal 1:1 is bestemd voor het uitgaanscentrum Preston Palace in Almelo. Het nummer 6313 is gekozen omdat de echte 6313 tijdens de Tweede Wereldoorlog spoorloos is verdwenen. Het Spoorwegmuseum in Utrecht heeft loc 6317, maar die is weggewerkt in een attractie en is alleen in een flits te zien. Het Spoorwegmuseum heeft overigens wel meegewerkt aan de replica, door tekeningen en een schaalmodel beschikbaar te stellen.



Loc 6326

Dit is geen NS-locomotief en het nummer hoort hier dus ook niet thuis. Maar voor het geval u hier toch terecht bent gekomen: de 6326 is een vuurloze locomotief die bewaard is gebleven.




Loc 6401

Een Duitse loc van de Baureihe 86, die na de oorlog heeft dienstgedaan bij NS.




Serie 6501-6512

Tenderlocomotieven van de SS (nummers 601-612). De eerste drie zijn gebouwd door Hohenzollernn, tussen 1880 en 1889. De andere locs zijn tussen 1898 en 1902 gebouwd door de Centrale Werkplaats van de SS in Tilburg. De locs werden gebruikt voor rangeerwerk. Later werden acht locs geschikt gemaakt voor het rijden van trams, onder andere tussen Gouda en Schoonhoven en tussen Ede en Wageningen. Bij de NS kregen de locs de nummers 6501-6512. De laatste loc ging in 1937 uit dienst. Bij de SHM wordt gewerkt aan een reconstructie van een loc uit deze serie. De nieuwe loc krijgt het nummer 6513.

Boek: Stoomlocomotieven Serie SS 601-612 en 651-680 (NS 6500 en 8100). De Bt-rangeerlocomotieven van de Staatsspoorwegen. Paul Henken. Uquilair, 2011. ISBN 9071513726.


Werkplaats Tilburg, winter 1921. Loc 6504 (SS 604).




Serie 6601-6603

Eigenlijk zijn dit tramlocomotieven, maar door de HSM en later de NS werden ze onder de lokaaltreinlocomotieven gerangschikt. Ze zijn in 1898 gebouwd voor de Stoomtram Mij. West-Friesland (SMWF) door Machinefabriek Breda v/h Backer & Rueb. Later gingen de locs over naar de HSM, waar ze de nummers 1061-1063 droegen. De NS stond deze locs in bruikleen af aan de NTM, waar ze voornamelijk goederendiensten reden.




Serie 6701-6741

Tenderlocomotieven van de HSM, gebouwd tussen 1883 en 1889 door Borsig, Berlin. Deze kleine locs deden dienst op tramlijnen en locaalspoorlijnen.

De HSM had de gewoonte om de locs zowel nummers als namen te geven. Bij het geven van namen ging men het alfabet langs. Deze serie kreeg dierennamen: Casuaris, Duif, Eend, Faisant, Gier, Hond, Ibis, Jakhals, Kapel, Leeuwerik, Muis, Nachtegaal, Otter, Papagaai, Raaf, Snip, Tor, Uil, Valk, Wachtel, IJsbeer, Zwaluw, Aap, Baviaan, Colibri, Doffer, Ezel, Fret, Gans, Haas, Isegrim, Kraai, Lepelaar, Musch, Neushoorn, Os, Patrijs, Reiger, Sijsje, Tortel, Vink en Wesp. Aan deze serie gingen twee kleine locs vooraf, gebouwd in 1881, die de namen Arend en Beer droegen.

Een van de locs, Fret, is in 1916 aan de Gooische Stoomtram verkocht en heeft daarom nooit een NS-nummer gekregen. Na ongeveer vijftig jaar ging de laatste loc van deze serie uit dienst.


Delft, circa 1900. Een loc uit de HSM-serie Casuaris-Wesp, de latere NS-serie 6701-6741. Aan de voorkant zitten twee deurtjes tussen de waterbakken. Het personeel kon zo tijdens de rit, tussen de ketel en de waterbakken door, van of naar de rijtuigen lopen. Ook in de achterkant van het machinistenhuis zat daartoe een deur. Dit was onder andere van belang voor de op de lokaalspoorlijnen gebruikte eenmansbediening, zodat de conducteur in geval van nood vanuit de trein de locomotief kon bereiken. Ansichtkaart collectie Kees van Leeuwen.




Serie 6801-6817

Tenderlocomotieven van de SS, in 1884 gebouwd door Hohenzollern (SS 505-516) en in 1893 door Machinefabriek Breda (SS 500-504). Dit waren zeer kleine locomotieven, met één drijfas en één koppelas, waarbij de cilinders tussen deze assen waren geplaatst. Ook de locs Arend en Beer van de HSM (zie hierboven) waren volgens dit principe gebouwd.

De locs hebben onder andere dienstgedaan op de lijnen van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM).




Serie 6901-6911

Tenderlocomotieven van de SS, in 1884 gebouwd door Henschel & Sohn, Kassel (SS 517-527). In 1894 en 1898 liet de NBDS twee identieke locs bouwen (NBDS 25 en 26).

De locs deden dienst op verschillende lokaalspoorlijnen, onder andere tussen Alkmaar en Bergen. Daar reden ze luid bellend rond en naar verluidt hadden ze daar hun bijnaam "Bello" aan te danken. Deze naam, die door het publiek ook aan soortgelijke locomotieven werd gegeven, leeft nog steeds voort in loc 7742 van de TS.





vorige       start       omhoog