Beneluxtreinen

Treinstellen Mat.'57

In de jaren vijftig namen NS en NMBS zogenaamde Benelux-treinstellen in gebruik. Deze blauwe stellen waren afgeleid van de Hondekoppen, maar hadden een Belgische elektrische installatie die zowel voor 1500 als voor 3000 volt gelijkspanning geschikt was. Ze werden aangeduid als Mat.'57.

De treinstellen verzorgden een regelmatige dienst tussen Amsterdam en Brussel, met kopmaken in Antwerpen. De naam "Benelux" klopt niet echt: de stellen hebben nooit in Luxemburg dienstgedaan. Tijdens proefritten bleken ze problemen te hebben met de hellingen in de Ardennen. De NS had acht stellen (1201-1208), de NMBS vier (220.901-904).

Trek-duwtreinen

Het vervoer nam al snel zodanig toe, dat de stellen het niet meer alleen konden verwerken. Er is overwogen om een aantal extra stellen te bouwen, hetzij gebaseerd op de oorspronkelijke Hondekoppen, hetzij op Plan V. Maar in plaats van nieuwbouw besloot men om bestaand materieel geschikt te maken voor de dienst tussen Amsterdam en Brussel. Er werden trek-duwtreinen in gebruik genomen, bestaande uit een Belgische loc (reeks 25.5), Belgische eersteklasrijtuigen en Nederlandse tweedeklasrijtuigen. De NS voorzag verder een aantal RD-rijtuigen van een stuurstand.

Nieuwe trek-duwtreinen

Vanaf 1986 verschenen de roodgele trek-duwtreinen die de uurdienst tussen Nederland en België verzorgden. Met het in gebruik nemen van de HSL-Zuid, per 9 december 2012, is hier een eind aan gekomen. Aanvankelijk wilde men de Beneluxdienst helemaal opheffen en vervangen door de Fyra, maar na het mislukken van dat project zijn er toch weer Beneluxtreinen gaan rijden, nu met Traxx-locomotieven.

Literatuur

Een aardig artikel over het verkeer op dit traject staat in Spoorwegjournaal 132 (2003). Het informatiebulletin 1999 nr. 4 van de Stichting Mat'54 Hondekop-Vier is grotendeels gewijd aan de Beneluxtreinstellen van NS en NMBS. In het julinummer van Op de rails jaargang 2007 staat een artikel van Peter van der Vlist over het 50-jarig bestaan van de Beneluxdienst, onder andere met een tekening van een Plan V in Benelux-uitvoering. Zie ook de boeken onderin dit scherm.



Treinstel uit de serie NS 1201-1208, kort na de aflevering. Foto NS, Utrechts Archief 832906. Kleuren digitaal opgefrist.


Roosendaal, 7 augustus 1967. Een Beneluxtrein uit België ter hoogte van het douanekantoor op het middenperron. Links op spoor 1 de ElD3-treinstellen 437 (oud 404) en 438 (oud 409). De vooroorlogse driewagenstellen hebben nieuwe nummers gekregen in verband met de instroom van treinstellen plan V die in de 400-serie werden ondergebracht. Foto Adriaan Pothuizen.


Leiden, 6 juli 1969. Twee Beneluxstellen en een Hondekop-tweetje op weg naar Roosendaal.


Amsterdam CS, 24 september 1969. NMBS-treinstel 220.902 in een trein naar Brussel. Dit treinstel is bewaard gebleven.


 

Amsterdam CS, 4 juli 1970. Beneluxtreinstel 1208 klaar voor vertrek naar België. De naam "Benelux" hebben deze stellen nooit waar kunnen maken. Er zijn wel proefritten gemaakt naar Luxemburg, maar het motorvermogen was te gering voor de hellingen van de Ardennen. Op de tweede foto NMBS-stel 220.901 bij vertrek uit Haarlem, op 31 juli 1970.


Leuven, 7 augustus 2004. NMBS-treinstel 220.902, het enig overgebleven exemplaar van de Beneluxtreinstellen. Foto Han Groen.

Tegenwoordig is het in bezit van de Stichting Hondekop. In juli 2017 is het treinstel terug­gekeerd in Nederland, om weer rijvaardig te worden gemaakt.


Amsterdam CS, 7 april 1973. Beneluxstellen NMBS 220.902 en NS 1206 in afwachting van hun volgende rit naar Brussel. Treinstel 220.902 is bewaard gebleven en is nu eigendom van de Stichting Hondekop.


Haarlem, 26 mei 1973. Treinstel 1205 is achter treinstel 220.904 onderweg van Amsterdam naar België. Van treinstel 1205 is in 1990 een kop afgesneden die toen werd opgesteld bij station Rotterdam Blaak, bij het informatiecentrum over de bouw van de nieuwe spoortunnel. Deze kop, geel geschilderd en genummerd ABk 1990, heeft daar tot ongeveer 1993 gestaan.


Rotterdam, 14 juli 1973. Beneluxstellen 1207 en 1208 met een trein naar België. Achterop loopt Hondekop 789, die in Roosendaal zal worden afgekoppeld om verder te rijden naar Vlissingen. Het combineren van treinen naar België met binnenlandse diensten was lange tijd gebruikelijk.


Heemstede, 25 mei 1974. Loc 1306 met trein 123 naar België, met onder andere Beneluxrijtuigen plan W.


Werkplaats Haarlem, 27 oktober 1973. Treinstel 440 (ex 252). In de achtergrond is een in aanbouw zijnd Beneluxstuurstandrijtuig (ex WRD) te zien.


Dordrecht, 26 mei 1974. Met de zomerdienst van 1974 deden de Benelux-trek-duwtreinen hun intrede. De blauwe Beneluxtreinstellen konden het vervoer niet meer aan, zodat er ook met getrokken treinen gereden moest worden. Door het inzetten van trek-duwtreinen verviel het omslachtige kopmaken in Antwerpen. Hier NMBS-loc 2554 met een trein naar Amsterdam. Het stuurstandrijtuig is een omgebouwde WRD.

Op de kleurenfoto een voor de Beneluxdienst aangepaste plan W (Rotterdam, 14 juli 1973). In de verte nadert een TEE-trein met een NMBS-loc.


Leiden en Haarlem, 11 augustus 1977. Beneluxtrein getrokken door loc 2556. Het stuurstandrijtuig rijdt achterop.


Rotterdam-Zuid, 30 april 1986. NMBS-loc 2555 is met IC 157 op weg naar Brussel. Benelux-trek-duwtreinen bestonden normaal gesproken uit een 1e-klasrijtuig en een gecombineerd 1e/2e-klasrijtuig van de NMBS, drie 2e-klasrijtuigen (Plan W) en een stuurstandrijtuig (WRD). Soms reed ook een postrijtuig (Plan L) mee. Op deze foto ontbreekt het AB-rijtuig, en in plaats van een stuurstandrijtuig rijdt een Eurofima bagagerijtuig van de NMBS mee. In de maanden voordat de nieuwe trek-duwtreinen in dienst kwamen, kwamen dit soort afwijkende samenstellingen regelmatig voor. Foto Rob van der Rest.


Dordrecht, 26 september 1986. Beneluxtrein IC 189 op weg naar Amsterdam. De trein is samengesteld zoals het hoorde, en wordt geduwd door loc 2553. Foto Rob van der Rest.



Nieuwe trek-duwtreinen

De Beneluxtreinstellen uit de jaren vijftig, en de uit oud materieel bijeen geraapte trek-duwtreinen, waren begin jaren tachtig duidelijk over the top. In 1986 werden ze vervangen door de bekende roodgele trek-duwtreinen, bestaande uit Nederlandse ICR-rijtuigen en Belgische locs van de reeks 11.8.

Bij reeks 11.8 wordt de stroomafnemer automatisch in hoogte begrensd door een stuitnok, wanneer de ATB is ingeschakeld. Hierdoor kan hij in Nederland niet te ver omhoog schieten bij bovenleidingloze bruggen (in België hangt de rijdraad hoger dan in Nederland). Bij de reeks 25.5 ontbreekt dit systeem en konden er in Nederland dus problemen ontstaan als de machinist vergat om de stroomafnemer te laten zakken.



Utrecht, 10 augustus 1986. NMBS-loc 1183 en twee nieuwe Beneluxrijtuigen kunnen door de bezoekers van het Spoorwegmuseum worden geïnspecteerd. De betonnen platen zijn bestemd voor het perron dat tussen de hoofdsporen zal worden aangelegd.


 

Amsterdam CS, 10 januari 1987. Locs NMBS 2554 en 2555 met een stam oude Beneluxrijtuigen als "trek-trektrein". Deze locs zouden jaren later nog een poosje dienstdoen bij Lovers Rail.


Amsterdam Sloterdijk, 10 januari 1987. Drie Beneluxtreinstellen zijn als trein 164 op weg naar Brussel. Het voorste stel is NMBS 220.904, herkenbaar aan de strak doorlopende gele band op de kop. Bij alle andere stellen waren de koppelogen meegenomen in de gele beschildering. Deze treinstellen hadden drie koppelogen, reden waarom de tyfoonroosters horizontaal zijn geplaatst. En zo waren er wel meer kleinere en grotere verschillen met de gewone Hondekoppen.Het nieuwe station met de opvallende staalconstructie is in 1986 in gebruik genomen. Meer over de bouw van dit station.


Schiphol, 10 januari 1987. Het is bijna gebeurd met de Beneluxstellen en de oude trek-duwtreinen. De nieuwe Beneluxtreinen nemen het roer over. Deze trein is op weg naar Brussel.


Antwerpen, 31 augustus 1996. Een Beneluxtrein op weg van Amsterdam naar Brussel. In Antwerpen moesten deze treinen kopmaken.


Rotterdam, 10 oktober 1987. Beneluxtreinstel 1208 tijdens een open dag.


Hilversum, oktober 1987. De Beneluxstellen waren officieel al uit dienst, maar plotseling doken er drie op die als stoptrein naar Amsterdam reden. Dick van Aggelen slaagde erin dit bijzondere tafereel vast te leggen. De zon was al bijna onder.


 

Amersfoort, 24 februari 1991. Een van de Beneluxstuurstandrijtuigen is later omgebouwd tot meetrijtuig 80849781805 (voorheen plan D WRD7658). In 1991 werd het rijtuig ingezet bij proeven met een nieuw systeem voor het vervoer van opleggers.


Amsterdam CS, 21 augustus 1998. Een Beneluxtrein loopt binnen, onder een stationskapreclame van de firma AON.


Antwerpen-Berchem, 15 juni 2000. NMBS-loc 1190 met een trein naar Amsterdam. Rechts loc 6299.


 

Beneluxtreinen in Amsterdam op 19 juni 2000, en in Rotterdam op 5 september 2002.


Utrecht, 22 oktober 2003. Wegens werkzaamheden aan de Moerdijkbrug werden de Thalys naar Parijs en de Beneluxtreinen naar Brussel omgeleid via Utrecht en Den Bosch.


Moordrecht, 5 september 2005. Wegens een draadbreuk tussen Den Haag en Leiden werden deze Beneluxtreinen omgeleid via Breukelen, Gouda en Rotterdam. Foto's Leen Dortwegt.


Tussen Roosendaal en Antwerpen, 7 mei 2007. Vanuit mijn raampje zat ik tegen deze sticker aan te kijken. Ik zat in een Benelux-rijtuig dat vrolijk bestickerd is, om straks dienst te gaan doen op onze nieuwe nationale trots: de HSL Zuid. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, dat van die rijtuigen, want die mogen maar 160 km/uur, maar dat komt omdat men de nieuwe treinstellen te laat heeft besteld. (Terwille van de leesbaarheid heb ik deze foto gespiegeld.)


Antwerpen Centraal, 7 mei 2007. De machinist van loc 1188 wacht op het perron tot hij verder mag rijden naar Amsterdam. Hij heet Henk Rudolph, las ik in mijn mail toen ik 's avonds weer thuis was. Vandaar dat ik het leuk vind om deze foto op mijn site te zetten. Ik moest vandaag naar Brussel, dus ik was erg benieuwd hoe dat zou gaan met die Beneluxtreinen. Daar zijn de laatste tijd nogal eens problemen mee. Zo gebeurt het wel dat de locs van de reeks 11.8 na het passeren van de spanningsluis bij Roosendaal niet opschakelen naar hun volle vermogen. In dat geval mogen ze niet via de tunnel onder Antwerpen rijden, omdat ze dan de helling niet meer opkomen. Maar ik heb vandaag geen problemen gehad met de trein.


Essen (B), 7 mei 2007. Op de terugweg had ik wat tijd over, en besloot ik om van Brussel naar Roosendaal gebruik te maken van IR-treinen. Dat zal wel interregio betekenen, maar het zijn gewoon boemeltreinen die overal stoppen. In Essen had ik een half uur om rond te kijken. Een station dat duidelijk betere tijden heeft gekend, gelet op het veel te grote stationsgebouw. Internationale treinen stoppen er niet, afgezien van de uurdienst Antwerpen-Roosendaal. Op deze foto een Beneluxtrein op weg naar Brussel. Binnenkort verleden tijd, want dan rijden de snelle treinen via een andere route. In Essen kwam ik iemand tegen die mij herkende van mijn site: een Nederlander die bij de NMBS aan het solliciteren is als machinist. Hij maakt een goede kans, zei hij, hoewel hij 57 jaar is.


Roosendaal, 7 mei 2007. Links de boemeldienst Roosendaal-Antwerpen, die één keer per uur rijdt en slecht aansluit op de Nederlandse dienstregeling. Rechts een TGV die op bromfietssnelheid het station passeert. De HSL zal straks Roosendaal links laten liggen (of rechts als de trein uit Amsterdam komt), terwijl de Beneluxdienst wordt afgeschaft. Wie dan nog zonder extra toeslag naar België wil, zal het boemeltje moeten nemen. Maar misschien schaffen ze dat ook wel af.


Dordrecht Wieldrechtse Zeedijk, 5 juni 2007. NMBS-loc 1191 met deels al in HSL-kleuren bestickerde rijtuigen. Binnenkort is ook dit beeld geschiedenis. De Belgische locs, die moeite hebben met de steile hellingen bij het Antwerpse station (zodat de treinen zijn ingekort) worden vervangen door Traxx-locomotieven. In 2008 gaan deze treinen via de nieuwe HSL rijden. Foto Rob van der Rest.


Beneluxtrein in Beekbergen

Beekbergen, 15 juni en 14 oktober 2017. Dit rijtuig heeft niets met de Veluwe te maken, noch met stoomtreinen. Maar nu het er toch staat dacht de Veluwse Stoomtrein Maatschappij: laten we er iets leuks van proberen te maken. Het rijtuig deed ooit dienst in Beneluxtreinen die werden geduwd of getrokken door Belgische locs reeks 25.5. Foto's Hendrik-Jan Bakker.


Benelux-stuurstanden

Beekbergen, 11 augustus 2012. Een bijzonder cabinebeeld uit vervlogen tijden dat nog immer gekenmerkt wordt door een combinatie van Tilburgse arbeid en een vleugje internationale allure. Het enige bewaard gebleven exemplaar van de 'Benelux-stuurbak' deed na haar Nederlands-Belgisch avontuur nog geruime tijd dienst als meetrijtuig. Daarna kwam zij in handen van de VSM. Op de remkraan en wat meters na doorstond de cabine de tand des tijds gelukkig goed. Foto Pim de Rijke.


Rotterdam, 4 juni 2007. Stuurtafel van een Benelux-stuurstandrijtuig. Van hieruit wordt de locomotief, een Belgische reeks 11.8, bediend. Ook deze rijtuigen zijn inmiddels verleden tijd. Foto Marc Schouwenaars.


Een Beneluxtreinstel, zo te zien gefotografeerd in Brussel. Ik begrijp niet waar het serienummer 4100 op slaat. Bron: een Frans plakplaatjesboek uit de jaren 70.


Uit "Onze treinen en locomotieven" (1966)

Uit "Onze treinen en lokomotieven" (1977)


Rail Magazine, Speciaalnummer 9. Elektrisch stroomlijnmaterieel '46, '54 en Benelux.
Martin van Oostrom. Stichting Railpublicaties, 1994.


Het had gekund. Er is tussen NS en NMBS ooit gesproken over een vervolgserie Benelux-treinstellen, gebaseerd op het ontwerp van Plan V. Wel met lage koppelingen, zodat ze gecombineerd zouden kunnen rijden met de oudere stellen. In plaats van nieuwbouw koos men voor het gebruik van bestaand materieel, om daarmee trek-duwtreinen samen te stellen. (Foto: Hilversum, 8 september 1969, treinstel 525.)


Utrecht, 7 juli 2002. Aan de bouw van vierwagenstellen voor de Beneluxdienst is nooit gedacht, maar dat had natuurlijk ook best gekund. Hier treinstel 766 in Benelux-uitvoering, rijdend in combinatie met treinstel 273. Dat is weer wel historisch verantwoord, want de Benelux-stellen konden gecombineerd rijden met ander Nederlands stroomlijnmaterieel, wat tussen Amsterdam en Roosendaal dagelijkse praktijk was. Vanaf Roosendaal reed het groene gedeelte verder naar Vlissingen.


Foto's en affiches van de Beneluxtreinstellen van NS en NMBS

In 1957 werden Amsterdam, Antwerpen en Brussel rechtstreeks en elektrisch met elkaar verbonden. Voordien reden er wel internationale treinen, maar minder frequent en alleen met toeslag en reservering. De Beneluxtreinstellen leken op de Nederlandse Hondekop maar kregen eigen kleuren en konden overweg met de spanningsverschillen tussen beide landen. De twee nationale spoorwegmaatschappijen lieten ter promotie foto's en affiches maken. De Beneluxtrein — die overigens nooit Luxemburg zou bereiken — stimuleerde de samenwerking tussen de buurlanden. In 1958 werd deze bekroond met de vorming van de Benelux Economische Unie. Lees het artikel op retours.nl (Arjan den Boer, september 2014).


Materieelgids Benelux. Met bedieningsvoorschriften en aanwijzingen voor het verhelpen van storingen. Uitg. Nederlandse Spoorwegen, 1994. Wie zo'n gids heeft bestudeerd, rijdt er zo mee weg!


Elektrische treinen in Nederland. Deel 2. Door Carel van Gestel e.a. Uitg. de Alk, Alkmaar, tweede druk 1997. ISBN 9060139895. Dit deel beschrijft het stroomlijnmaterieel 1940, 1946, postrijtuigen Pec, materieel 1954 (Hondekoppen) en het Beneluxmaterieel uit 1957.



Amsterdam Brussel. De historie van de Benelux-treinen. Door Cock Koelewijn. Uitgeverij Uquilair, 2016. ISBN 9789083003313. Deel 52 in de boekenreeks van de NVBS.

Dik boek (368 pagina's) over de geschiedenis van deze internationale treinverbinding in de periode 1937 tot en met 2018. In tien hoofdstukken beschrijft Cock Koelewijn de eerste plannen en voorbereiding van de elektrische treinverbinding tussen de Nederlandse en Belgische hoofdsteden, de elektrificatie van het grensbaanvak Roosendaal – Essen, de blauwe Benelux-Hondekoptreinstellen, de ontwikkelingen in de jaren zestig, de komst van het nieuwe materieel in 1974 en 1986, de plannen voor de Fyra en de HSL en de verhuizing van de Benelux-verbinding naar de HSL in 2018. Verder zijn er vijf hoofdstukken over de diverse materieeltypen die sinds 1957 in de Benelux-dienst hebben gereden en zes bijlagen over onder andere de spanningssluis bij Roosendaal, de dienstregeling, treinnummers en de Benelux Tourrail-kaart. Verder zijn een uitgebreid notenapparaat en een literatuurlijst opgenomen. Het boek telt enkele honderden afbeeldingen, de meeste in kleur en voor het merendeel niet eerder gepubliceerd, van officiële stukken, de opening van de verbinding in 1957, de ontwikkeling en bouw van het materieel, treinstellen, locomotieven, rijtuigen en ook treinkaartjes.


Zie ook:




vorige       start       omhoog