Trek-duwtreinen, trek-trektreinen en energiewagens

Dit thema gaat over treinen waarbij de locomotief niet altijd aan de voorkant van de trein zit: trek-duwtreinen. En over treinen met aan weerszijden een locomotief: trek-trektreinen. Bij goederentreinen komt nog een andere variant voor: treinen die op steile hellingen een steuntje in de rug krijgen van een opdruklocomotief.

Hieronder ook uitleg over de Wendezugsteuerung op Duitse stoomlocomotieven.

Vermijd treinen die door een locomotief of zware motorwagen worden geduwd. Als het voorste rijtuig ontspoort, zal de zware loc door blijven duwen... en meer tips over veiligheid.



Nederland


Hilversum, 15 februari 1968. Loc 2209 met bollenwagens, met achterop de trein loc 2278. Het betreft hier een proef met de bediening van een tweede loc “op afstand”, via een kabelverbinding door de trein. De opgedane ervaringen zijn toegepast in de latere trek-trektreinen, bestaande uit twee 2200'en en een aantal aangepaste rijtuigen Plan E. Op de onderste foto vertrekt de proeftrein via spoor 5a naar Amersfoort. Foto's Adriaan Pothuizen.


 

Zwolle, 4 augustus 1973. Sik 256, daarnaast twee energiewagens. Deze werden 's winters gebruikt in trek-duwtreinen.


 

Zwolle, 4 augustus 1973. Loc 2256 met een trek-duwtrein. Aan de andere kant van de trein staat 2289. De trein bestaat uit aangepaste rijtuigen plan E. Bij wijze van eerste klas hebben enkele B-rijtuigen wat oncomfortabele pluche bankjes gekregen. In het koude seizoen reed in deze treinen ook een energiewagen mee voor verwarming en verlichting. Onderste foto: Arnhem, 27 mei 1972. Loc 2294 en energiewagen (21849542)502.


De energiewagens van NS

In december 1970 werd de eerste in Frankrijk gebouwde energiewagen geleverd aan NS. Die had deze wagens besteld om dienst te doen in combinatie met rijtuigen Plan E. De tractie werd geleverd door twee locs serie 2200 (een aan elke kant van de trein). Deze locs konden geen elektrische energie leveren voor de treinverwarming. Ook de van de DB gehuurde locs Baureihe 216 konden dat niet allemaal. De energiewagens werden in Frankrijk gebouwd op onderstellen van door NS geleverde goederenwagens. In eerste instantie bestelde NS vier exemplaren, later volgden er nog drie waarin enige verbeteringen waren doorgevoerd. Ze waren genummerd 501-507. Ze hebben dienstgedaan tot de zomer van 1987 en zijn daarna gesloopt. Foto uit La Vie du Rail 1288, 18 april 1971.

In de winter van 1969/1970, toen de door NS bestelde wagens nog niet gereed waren, werden van de SNCF energiewagens gehuurd. Deze reden gecombineerd met AB-rijtuigen Plan K en met Plan N, soms ook andere rijtuigen. De twee 2200'en stonden toen altijd samen aan dezelfde kant van de trein, omdat deze rijtuigen niet allemaal van stuurstroomkabels waren voorzien. Vlak na de oorlog heeft NS ook al verwarmingswagens ('warme stoven') gekend, voor het met stoom verwarmen van door e-locs getrokken treinen.


Leeuwarden, 6 januari 1971. Energiewagen 502 verzorgt de verwarming van trein 8691 naar Groningen. Foto Peter van der Vlist. Zie ook het door hem geschreven artikel in Op de Rails 1971, blz. 75-77.


Tiel, 10 september 1977. Ter gelegenheid van het jaarlijkse Oogst- en Fruitcorso heeft NS een trein ingelegd, bestaande uit locs 2212 en 2243 en een aantal aangepaste rijtuigen Plan E. In de trein rijdt ook een energiewagen mee ten behoeve van de treinverwarming en verlichting. Normaal werd deze trein (6139) gereden door een DE2, maar vanwege het grote aantal reizigers werd een extra lange trein ingelegd. Deze trek-duwtreinen deden dienst tijdens spitsuren in het oosten en noordoosten van het land. Foto's Edward Bary.


Zandvoort, 30 maart 1986. In verband met vervanging van de bovenleidingmasten konden er tussen Zandvoort en Haarlem geen elektrische treinen rijden. In het paasweekend pendelden er daarom trek-duwtreinen, bestaande uit twee diesellocs, aangepaste rijtuigen Plan E en een energiewagen. Foto Dick van Aggelen.


 

Amsterdam, 21 augustus 1998. Vertrek van een trein van Lovers Rail. Loc 2207 trekt, loc 2555 loopt in opzending mee en zal op de terugweg trekken.


Baarn, 29 mei 1998. Een dubbeldekker op weg van Amersfoort naar Amsterdam. Dit is een treinstam van de tweede generatie. Deze werden aanvankelijk geduwd/getrokken door een loc serie 1700, later kwamen er motorwagens in dienst.


Utrecht Centraal, 11 augustus 1986. Nieuw Benelux-materieel, opgesteld ten behoeve van instructie van het personeel. Deze treinen bestonden uit ICR-rijtuigen met stuurstandrijtuig en een Belgische e-loc reeks 11.8


Utrecht Centraal, 15 april 2003. Overbrengingsrit van een nieuw stuurstandrijtuig (omgebouwde ICR BKD) voor de binnenlandse dienst. Deze stuurstandrijtuigen lijken erg op die van de Beneluxtreinen, maar er zijn flinke verschillen.


Helmond 't Hout, 4 juni 2010. Een trek-duwtrein op weg van Venlo naar Eindhoven.


Gebroken treinen

Een "aanpikkeradeur". Dat was de bijnaam van rangeerders. Zwaar en gevaarlijk werk, dat om het nodige vakmanschap vroeg. In 2005 en 2006 zijn in Nederland drie reizigerstreinen tijdens de rit "gebroken". De oorzaak was dat de koppelingen niet strak genoeg waren aangedraaid. Bij een geduwde trein kan het dan gebeuren dat de koppelingen slap gaan hangen en zelfs van de haak loswippen, daarbij een handje geholpen doordat de ongebruikte koppeling aan het andere rijtuig niet aan de daarvoor bestemde haak was opgehangen. Het is wel zeker dat er reizigers aan de dood zijn ontsnapt. De "oplossing" die men inmiddels heeft bedacht is het verwijderen van de helft van de koppelingen. Een beter idee lijkt me het goed opleiden en controleren van rangeerders. De beste oplossing is natuurlijk om treinen nooit te duwen maar te trekken. Foto uit "Wat rijdt er langs de rails", een NS-brochure uit circa 1941.


België


 

Dordrecht, 26 mei 1974. NMBS-loc 2554 met een Benelux-trek-duwtrein van Brussel naar naar Amsterdam. Aan de andere kant van de trein rijdt een stuurstandrijtuig, zodat de trein in Antwerpen snel kop heeft kunnen maken. Klik hier voor meer.


 

Antwerpen-Berchem, 15 juni 2000. Loc 6296 met een trek-duwtrein.



Wendezugsteuerung

Pionier van de trek-duwtreinen in Duitsland was de Lübeck-Büchener Eisenbahn (LBE). Die liet voor de oorlog al trek­duw­treinen rijden waarbij de regulateur en de rem door de machinist konden worden bediend vanuit een stuurstand­rijtuig. De stoker bleef altijd op de loc, om voor het vuur te zorgen en het ganghendel te bedienen.

Na de oorlog heeft de DB veel locs van de Baureihen 38 en 78 (en een paar van Baureihe 64) geschikt gemaakt voor trek-duwbedrijf. In zijn stuurstand had de machinist alleen de beschikking over een remkraan. De regulateur en het ganghendel werden bediend door een daarvoor opgeleide stoker. Hij volgde de instructies op die de machinist doorgaf via een soort telegraaf. De locs Baureihe 38 kregen een Wannentender, omdat ze daarmee sneller achteruit mochten rijden. Ook diesellocs Baureihe V36 zijn op deze manier gebruikt in trek-duwtreinen.

Eind jaren zestig zijn enige locomotieven van de Baureihen 23 en 65 geschikt gemaakt voor trek-duwbedrijf. Bij de locs van de Baureihe 65 kon de machinist de regulateur op afstand bedienen. Bij de Baureihe 23 moest de stoker zowel het ganghendel als de regulateur bedienen. trek-duwtreinen met Baureihe 65 reden rond Essen, met Baureihe 23 reden ze rond Saarbrücken.

Andere systemen

Er hebben ook andere systemen bestaan om stoomlocs vanuit een stuurstand te bedienen, zie foto's verderop. Bij moderne diesel- en elektrische locs werkt het allemaal heel anders: die kunnen volledig op afstand worden bediend.



Hanweiler-Bad Rilchingen, 17 augustus 1973. Loc 023 036 loopt binnen met een trek-duwtrein uit Saarbrücken.

Loc 023 036 zal de trein weer terugduwen naar Saarbrücken. De machinist klimt van de loc om naar het stuurstandrijtuig te lopen. De stoker blijft op de loc achter om deze te bedienen. Hij krijgt via een soort telegraaf opdrachten door van de machinist. De machinist kan zelf alleen de rem bedienen.


Utrecht, 12 oktober 2003. Aan loc 78 468 is nog goed te zien dat deze geschikt was voor de dienst met trek-duwtreinen. Links op de bufferbalk zit de contactdoos voor de kabel waarmee loc en stuurstandrijtuig met elkaar werden verbonden. Via deze kabel konden machinist en stoker met elkaar spreken. Ook liepen via deze kabel de signalen van de telegraaf (Hagenuk-Gerät) waarmee opdrachten werden doorgegeven. De loc heeft ook vier in plaats van de gebruikelijke twee luchtslangen. Bij een trek-duwtrein is een extra luchtleiding nodig vanaf de loc naar de stuurstand, zodat van daaruit de remleiding weer gevuld kan worden na het remmen. De extra luchtslangen hebben een afwijkende koppeling, zodat de aansluitingen niet per ongeluk verwisseld kunnen worden.

In het machinistenhuis van loc 78 468 is de apparatuur voor trek-duwbedrijf nog aanwezig. Het ronde apparaat rechts­onder is de telegraaf. Het werkt op dezelfde manier als de scheepstelegraaf. Op een schip geeft de stuurman hiermee opdrachten door aan de machinekamer: "volle kracht vooruit". De firma Hagenuk is van oorsprong ook bouwer van dit soort apparaten, een andere fabrikant was Fabeg. Het groene ding rechts in het midden hoort bij de luchtcilinder waar­mee de regulateur wordt dichtgeduwd wanneer de machinist remt. Dit apparaat treedt automatisch in werking als de luchtdruk in de remleiding beneden een bepaalde waarde komt. De stoomtoevoer naar de cilinders wordt dan afgesloten. (Niet helemaal, want er moet een beetje stoomdruk overblijven om de trek op het vuur te waarborgen. Anders bestaat het gevaar dat, wanneer de stoker bezig is kolen op het vuur te gooien, er vlammen in het machinistenhuis slaan.) Bij een ingreep van de Indusi wordt de regulateur ook dichtgeduwd.


 

Aachen Hbf, 14 augustus 1970. Loc 051 877 drukt een zware trein naar België op. De loc is niet aan de trein vast­gekoppeld. Zodra de trein de helling heeft gehaald, rijdt de opdrukloc achteruit weer terug. Dit is geen trek-duwtrein maar een geduwde trektrein.


 

Utrecht CS, 2 augustus 1989. V200 007 met een rijtuigstam van de voormalige Lübeck-Büchener Eisenbahn. Deze treinen werden aanvankelijk geduwd of getrokken door gestroomlijnde stoomlocomotieven.


Rheine, datum onbekend. Stuurstandrijtuig; de trein bestaat uit Silberlinge en wordt getrokken of geduwd door een e-loc. Foto collectie Nico Spilt.


Rheine, 28 mei 2005. Stuurstandrijtuig van een trek-duwtrein naar Münster. De duwende loc is 110 370.


 

Rheine, 28 mei 2005. Een trek-trektrein naar Meppen met twee voormalige Oost-Duitse locs: 143 916 en 143 186.


Frankrijk

 

Ermont-Eaubonne, 26 september 1970. Tenderloc 141TC 54. In het voorstadsverkeer rond Parijs reden trek-duwtreinen waarbij de stoomloc volledig vanuit een stuurstandrijtuig kon worden bediend (système Aubert). Er bleef wel altijd een stoker op de loc om voor het vuur en de stoomdruk te zorgen. Ook bediende hij de zandstrooier als de loc slipte.


Engeland

Loc 6430 van de Llangollen Railway tussen twee rijtuigen: een “Autotrain”. Via een mechanische koppeling kan de machinist vanuit beide rijtuigen de regulateur van de locomotief bedienen. Foto Jack Boskett (www.jackboskett.co.uk). Bron: NVBS Actueel, maart 2018.


Oostenrijk

 

Tandradlocs 97.217 en 197.303 met een trein op de Erzbergbahn tussen Vordernberg en Präbichl, 26 augustus 1973.


Wendezüge. Door Erich Preuß. Transpress, Stuttgart 2001. ISBN 3613711656. De Nederlandse vertaling van Wendezug is trek-duwtrein: een trein met aan de ene kant een locomotief en aan de andere kant een stuurstandrijtuig. Er bestaan ook varianten met aan beide kanten een locomotief (trek-trektrein) of een locomotief in het midden van de trein met aan beide zijden een stuurstandrijtuig. Het doel is duidelijk: een Wendezug kan eenvoudig van rijrichting veranderen, zonder dat de locomotief naar de andere kant gerangeerd hoeft te worden.

In Frankrijk reden al in 1885 voorstadstreinen volgens dit principe. Een Duitse pionier is de Lübeck-Büchener Eisenbahn, die dubbeldeksrijtuigen liet trekken resp. duwen door gestroomlijnde stoomlocs. Bij geduwde stoomtreinen neemt de machinist plaats in het stuurstandrijtuig, terwijl de stoker op de locomotief achterblijft. Natuurlijk moet er dan een systeem zijn waarmee de machinist en de stoker met elkaar kunnen communiceren.

Het boek gaat ook in op de voor- en nadelen van Wendezüge ten opzichte van treinstellen (Triebwagen). Een voordeel van trek-duwtreinen is dat de lengte van de trein eenvoudig kan worden aangepast aan de behoefte. Een nadeel is dat een geduwde trein een beperkte maximum snelheid heeft.


Zie ook:




vorige       start       omhoog