Railbussen

Schienenbus: "Retter der Nebenbahnen" uit de jaren vijftig. Dit was een ontwerp van de Waggonfabrik Uerdingen. De DB kende twee versies van de Uerdinger Schienenbus:

  • VT 95 (later Baureihe 795) met één motor. Hier konden een of twee bijwagens VB 142 (later Baureihe 995) aan gekoppeld worden. Ook waren er tweeassige bagagewagentjes. Dit materieel had speciale koppelingen en kleine buffers. Om kop te maken moest de motorwagen omlopen naar de andere kant van de bijwagen. Er reden ook combinaties van VT+VB+VB+VT. In de begintijd waren er dan twee machinisten nodig, later konden de motor­wagens door één machinist worden bediend.
  • VT 98 (later Baureihe 798) met twee motoren. Dit materieel had normale buffers en schroefkoppelingen, zodat er bijvoorbeeld een of twee goederenwagens meegesleept konden worden. Ook waren er bijwagens VB 98 (later Baureihe 998) en stuurstandwagens VS 98 (later Baureihe 9986).

Na ombouw op eenmanbediening werd de Baureihe 798 genummerd als Baureihe 796. Van de VT 98 (Baureihe 798) was ook een tandradversie: de VT 97 (Baureihe 797). Ook zijn er werktreinen gebouwd op basis van de VT 98.

Hieronder ook aandacht voor de Schi-Stra-Bus.



Düren, 11 augustus 1970. De Schienenbus bestaat uit motorwagen 795 384 en bijwagen 995 563. Het is bijna kwart over vier. De secondenwijzer staat heel even stil, om te wachten tot de minutenwijzer van de centrale moederklok het signaal krijgt om een stapje verder te springen. Daarna gaat ook de secondenwijzer weer verder. Klik hier voor meer over spoortijden.


Koblenz, 12 augustus 1970. Railbus 795 392 loopt binnen uit Mayen Ost.


Tübingen, 4 maart 1971. Railbussen 797 906, 998 269 en 997 605. Motorwagen 797 906 is een voormalige tandraduitvoering van de Schienenbus.


Vordernberg Markt, 22 september 1971. Ook in Oostenrijk reden railbussen, zoals hier op de Erzbergbahn. Railbus 5081.64 is zojuist aangekomen uit Leoben. Wie verder omhoog wil, zal moeten overstappen op een tandradstoomtrein.


In het weekend van 9 en 10 juli 2005 vond het Hafenfest Gelsenkirchen plaats. Foto Hans Hartemink.


Haselünne, 20 juli 2005. Railbus van de Eisenbahnfreunde Hasetal. Foto NN.


Verkehrsmuseum Nürnberg, 16 augustus 2005. "Retter der Nebenbahnen" werden ze genoemd, de railbussen uit de jaren vijftig. Dankzij deze lichte dieseltreinen kon de exploitatie met stoomlocomotieven worden beëindigd, zonder de baan te hoeven sluiten. Op deze foto's de kop van een motorijtuig Baureihe VT 95. Net als in een gewone bus kon je de bestuurder op zijn handen kijken. De railbussen zijn erg licht, en dat betekent dat ze bij ongevallen nogal kwetsbaar zijn. Op museumlijnen doen railbussen nog steeds dienst, onder andere bij de ZLSM.


Verkehrsmuseum Nürnberg, 16 augustus 2005. Model van een "Turmtriebwagen", een bovenleidingmontagewagen die is gebaseerd op de Baureihe VT 98. Op het dak bevindt zich een draaibaar en uitzwenkbaar plateau. Hierop is een ladder gemonteerd die 15 meter kan worden uitgeschoven. Ook bevindt zich op het dak een stroomafnemer. Deze is bestemd voor het aarden of testen van de bovenleiding.


Hamburg Altona, 12 juli 2008. Gleismesszug, een ontwerp gebaseerd op de bekende railbus (VT 98). Foto Tim Kröger.


Bunnik, 25 januari 2009. De Heimwee-express van het Spoorwegmuseum rijdt door mijn tuin. We zien een Blauwe Engel voorbijbrommen, met op de voorgrond een Duitse railbus van Märklinmodellen, bestaande uit een motorwagen VT 95 en bijwagen VB 142. De twee treinen stammen beide uit de jaren vijftig en hadden hetzelfde doel: de dienst op lokale spoorlijnen overnemen van de dure stoom­locomotief. In Duitsland sprak men over de railbus dan ook als Retter der Nebenbahnen.


Köln-Niehl, 10 april 2010. Railbussen van de Köln-Bonner Eisenbahn-Freunde tijdens een NVBS-rit. Deze railbussen hebben niets te maken met de vroegere KBE. Ze zaten volgepropt met excursiegangers en van de aangekondigde fotostops kwam bijna niets terecht. Ik heb al vaker laten weten dat ik nooit meer aan een NVBS-excursie mee zou doen, maar dit was dus echt de allerlaatste keer.


Schi-Stra-Bus

Bochum-Dahlhausen, 30 april 2004 en 19 april 2008. De "Schi-Stra-Bus" is een experiment uit de jaren vijftig. Het idee was goed: waar de rails ophield, kon de bus over de weg verder. Als de bus over de rails moest rijden, werd de vooras op een draaistel gemonteerd terwijl de achterwielen op de rails rustten om de bus aan te drijven. Het ombouwen van de bus was echter een tijdrovend en zwaar karwei, terwijl de achterbanden snel sleten en bij nat weer te weinig grip hadden op de rails. Ook het rijcomfort liet te wensen over. Er zijn tussen 1952 en 1955 vijftien van deze bussen gebouwd. De laatste ging in 1967 uit dienst. Deze bus is de DB 29-3. Het kenteken is BO DB 293H (BO = Bochum, DB = Deutsche Bundesbahn).

Andere railvoertuigen op luchtbanden


Johan van Minnen in een in 1986 door de VPRO uitgegeven boekje over de Kanonenbahn.


Spoorwegmuseum Utrecht, 19 februari 1977. Geen Schi-Stra-Bus, maar een Arnhemse trolleybus waar men geen andere plek voor wist. Dit is trolleybus nummer 139, kenteken XB-08-22, type 9721T/EEC/Verheul 1955.


Hilversum, 19 november 2011. Een bijzonder voertuig bij doorkomst op spoor 4. Dit is de enige nog bestaande railbus op basis van de Volkswagen T1 diesel, de bekende spijlbus. Onlangs is dit prototype uit 1965 in Duitsland teruggevonden en geheel in de originele staat teruggebracht. Foto Henk Koster.


Ook de Deutsche Bundespost verzorgde busdiensten. Hier bus met kenteken BP 15-849, bij een halte van de Kraftpost op de route Hindelang-Sonfhofen. Foto uit museumcatalogus van het Verkehrsmuseum Nürnberg, circa 1961.


Zie ook:




vorige       start       omhoog