ÖBB-locomotieven, diesel en elektrisch


Heizhaus Linz, 19 september 1971. E-loc 1080.09 en stoomloc 52.4551. Tweede foto: locomotiefloods met locs serie 1141; helemaal rechts loc 1073.20.


Linz Hbf, 19 september 1971. Treinstel 4010.06 en een Schienenbus van de ÖBB.


Garsten, 21 september 1971. Loc 1141.17 met een rij tweeassers. In Garsten kon worden overgestapt op de Steyrtalbahn.


Vordernberg, 22 september 1971. E-loc 1245.527 met een personentrein. Achter de loc een goederenwagen met conducteursafdeling. Vordernberg was het eindpunt van de Erzbergbahn. Vanaf 1934 zijn 33 locs van dit type gebouwd voor de Oostenrijkse spoorwegen (Reihe 1070, later Reihe 1245). Het waren goederentreinlocomotieven die ook geschikt waren voor lichte personentreinen. De laatste loc is in 1995 uit dienst gegaan. Bij de Giselabahn is een loc bewaard gebleven.


Hieflau, 21 september 1971. Loc 1080.05 rangeert met een conducteurswagen.


Vordernberg Markt, 22 september 1971. Op een klein deel van de Erzbergbahn reden ook railbussen. Railbus 5081.64 is zojuist aangekomen uit Leoben. Wie verder omhoog wil, zal moeten overstappen op een tandradstoomtrein.


Neumarkt (nabij Nürnberg), 30 augustus 1972. ÖBB-loc 1042.564 met een trein naar Frankfurt.


Linz, 22 augustus 1973. Elektrische rangeerloc 1161.22 met een postrijtuig.


Summerau, 24 augustus 1973. Loc 2045.08, een uiterst lawaaïge diesel, met een personentrein naar Linz. Links stoomloc 52.4551.


Kefermarkt, 3 mei 1974. Een ÖBB-loc van de Reihe 2045 met een lange rij tweeassers op de spoorlijn Linz-Summerau. Foto Jan van Barneveld, collectie Rob van der Rest.


Hieflau, 25 augustus 1973. E-loc 1041.04 met een ertstrein. Tekening: dezelfde loc omstreeks 1952. Voorpagina van "Die Österreichischen Bundesbahnen elektrifizieren", over de elektrificatie van de Westbahn van Wenen naar Salzburg.


Wien Praterstern, 27 augustus 1973. Motorwagen 5042.14 vertrekt met een trein naar Bernhardsthal. Deze motorwagen is bewaard gebleven in het Eisenbahnmuseum Strasshof.


Wien Praterstern, 27 augustus 1973. Loc 1072.04 zet een trein klaar die zal worden getrokken door een stoomloc.


Eisenbahnmuseum Strasshof, 28 augustus 2012. Loc 1072.01, in 1913 gebouwd voor de Lokalbahn Wien–Pressburg (Pressburg = Bratislava). De serie E72 bestond uit acht locs. Een grote elektromotor dreef via een stangenstelsel en een blinde as de twee drijfassen aan, asopstelling 1'B1. In de jaren 50 zijn de zes resterende locs gemoderniseerd. In 1975 ging de laatste uit dienst. Loc 1072.01 is bewaard gebleven en is bedrijfsvaardig.


Floridsdorf, 27 augustus 1973. Een Weens Stadtbahntreinstel type 6030.


Wien Praterstern, 28 augustus 1973. De nog niet in oranje huisstijl gestoken 4061.05. De Reihe 4061, gebouwd vanaf 1956, is een elektrisch motorrijtuig met een bagageruimte en een ruimte voor de conducteur. Ze werden ingezet in het snelverkeer rond grote steden. Vanaf 1976 werden ze genummerd in de Reihe 1046. Ze werden toen als locomotief ingezet voor belangriijke sneltreinen, zoals de 'Mozart' van Wenen naar München en voor de TEE 'Blauer Enzian'. In 2003 gingen de laatste locs uit dienst.


Gmünd NÖ, 1 september 1973. Dieselloc 2050.03 met een trein uit Wien FBJ. Tussen 1958 en 1962 bouwde Henschel naar Amerikaans voorbeeld 20 locomotieven van deze serie.


Bad Ischl, 16 juni 1926. Oostenrijkse krokodil 1100.004 staat gereed om een proefrit te maken. Op de locomotief staat de vader van Jenny Hess. Tussen de mannen voor de locomotief zou haar grootvader kunnen staan, maar dat weet ze niet zeker. Die grootvader werkte als ingenieur bij de Oostenrijkse spoorwegen. Jenny Hess is op zoek naar gegevens van hem. Wie kan meer over deze foto en/of locomotief vertellen?


Luzern, Verkehrshaus der Schweiz, ca. 1985. ÖBB-loc 1089.06, een krokodil uit de jaren 20. Collectie Nico Spilt.


Kirchberg (Tirol), 20 juni 2006. ÖBB-loc 1020.17 met de "Nostalgiezug Giselabahn - Kitzbüheler Alpen" naar Zell am See. Achter de stoere krokodil hangen eenvoudige tweeassers. Foto John Hogaarts.


Eisenbahnmuseum Strasshof, 28 augustus 2012. Loc 1570.01 uit 1925. De serie bestond uit vier stuks, in 1978 ging de laatste uit dienst. Asopstelling (1A)'Bo(A1)', met een nogal gecompliceerde aandrijving met vier verticaal geplaatste motoren. Die gebruikten zoveel smeerolie dat op de locs een tweede man dienst moest doen om dit in de gaten te houden. In de Duitse tijd werden de locs aangeduid als E22.


Bludenz, jaren zeventig. Loc 1570.04 in oranje huisstijl. Foto Arno Verbeek (†), collectie Gert van Dam.


Wenen, oktober 1987. Een dubbeldeksrijtuig van NS (met reclame voor de Staatsloterij, aan de andere kant voor het AD) was te gast bij het 150-jarig jubileum van de Oostenrijkse spoorwegen. De materieelshow vond plaats onder de naam 'Großer Bahnhof für große Züge' op het terrein van de Zugförderungsleitung Wien Nord. Helemaal links een stukje van een Oostenrijkse stoomloc, rechts dieselmotorrijtuig 6546 204. Collectie Nico Spilt.


Blauer Blitz

Eisenbahnmuseum Strasshof, 28 augustus 2012. Rijtuigen van de 'Blauer Blitz'. In de jaren vijftig zijn 16 tweedelige treinstellen gebouwd, bestaande uit een dieselhydraulisch motorrijtuig en een stuurstandrijtuig. Met tussenrijtuigen konden de treinstellen worden verlengd. Bij langere combinaties werden twee motorrijtuigen toegepast. Driedelige treinstellen werden ingezet als Vindobona, de luxe trein van Oost-Berlijn via Praag naar Wenen. De motorrijtuigen hadden in het begin een dikke bult op hun kop van de koelinstallatie. Motorrijtuigen: VT 5045, na ombouw 5145; stuurstandrijtuigen: 6545, na ombouw 6645; tussenrijtuigen: 7645, 7745 (1e klas en restauratie), 7845. Ook is er een rijtuig omgebouwd tot 'Blitz Bar'.


Beeldmerk van de ÖBB: Österreichische Bundesbahnen. Het gevleugelde wiel werd tot in de jaren 70 als logo gebruikt. Voor de Tweede Wereldoorlog heette het bedrijf BBÖ: Bundesbahnen Österreichs. Tijdens de oorlog waren de Oostenrijkse spoorwegen onderdeel van de Deutsche Reichsbahn. Het materieel werd toen vernummerd om te passen in het Duitse nummersysteem. Deze nummers zijn na de oorlog vooral bij de stoomlocomotieven gehandhaafd.


Een Oostenrijkse Taurus als standmodel schaal N. Het 'tweerichtinglogo' is inmiddels vervangen; zie de foto hieronder.


Silberwald, 28 augustus 2012. Herculessen (Herculae?) 2016 021 en 011 met een goederentrein op weg naar Wenen. Sinds 6 augustus rijden ook op de Oostenrijkse Nordbahn de treinen rechts.


Wien Praterstern, 27 augustus 1973. Motorwagen 5042.14 vertrekt met een trein naar Bernhardsthal. Wien Praterstern, 28 augustus 2012. Loc 1144.221 met in de achtergrond het reuzenrad van het Prater. Meer Einst und jetzt.


Wien Westbahnhof, 31 augustus 2012. ICE 411 003 (kantelbaktrein) en ÖBB-loc 1144.052.
Van de elektrische ICE-stellen bestaan twee kantelbakversies: de zevendelige Baureihe 411 en de vijfdelige Baureihe 415. Ze rijden onder andere tussen Wenen en Dortmund. In Duitsland mogen ze niet over de hogesnelheidslijn rijden, dus vanaf Frankfurt rijden ze verder via de oude route langs de Rijn. Wij zijn in Frankfurt overgestapt op de ICE naar Nederland.


ÖBB 1163 uit 1994. Een rangeerlocomotief met de bijnaam "Alpenstaubsauger", naar het stofzuigergeluid dat ze maken. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


ÖBB Reihe 1042. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


ÖBB Reihe 1012. Motorloos H0-model van Editions Atlas.


Die deutschen Krokodile. Ellok-Baureihe E93 und E94. Door Hans-Dieter Andreas en Manfred Herb. Verlag Wolfgang Zeunert, Gifhorn 1981. ISBN 3921237645.

De eerste twee locs van de Baureihe E93, een zesassige loc op twee draastellen (asopstelling C'C'), werden in 1933 gebouwd door AEG. Tot 1939 werden 18 locs gebouwd. Van de vervolgserie, Baureihe E94, werden tussen 1940 en 1956 door diverse fabrikanten 285 exemplaren gebouwd. De E94 was sterker en sneller dan de E93. De locs werden vooral gebruikt voor het zware goederenvervoer in het zuiden van Duitsland of als opdrukloc bij steile hellingen, maar ze waren ook wel voor personentreinen te zien. Hun bijnaam krokodil danken dit soort locs aan hun lange neuzen.

In 1968 werden de locs vernummerd in Baureihe 193 resp. 194 (in Oost-Duitsland 254). Van de E94 zijn na de oorlog 44 exemplaren in Oostenrijk achtergebleven. Deze zijn in 1953 door de ÖBB genummerd in de Reihe 1020.


Lijndiesellocs in West-Europa. Door B.A. van Reems. Uitg. De Bataafsche Leeuw, Amsterdam 1988. Tweede, bijgewerkte druk. ISBN 9067071854.

De ondertitel "1945-heden" is wat onbeholpen, want zo'n boek wordt ook na het verschijningsjaar nog weleens gelezen. Verder is het jammer dat er bijna geen kleurenfoto's in staan. Verder is het een prettig boek, met een vooral op de techniek gerichte beschrijving van de lijndiesellocs die vanaf 1945 in West-Europa in dienst zijn gekomen, vaak met als doel de stoomlocomotieven van het toneel te verdrijven. Op de voorkant een foto van ÖBB-loc 2043.64 met een rijtje tweeassers.


Zie ook:




vorige       start       omhoog