Oostenrijkse museumlocomotievenIn Oostenrijk zijn tientallen locomotieven bewaard gebleven, waaronder een aantal zeer oude. Veel hiervan zijn tegenwoordig te zien in het Eisenbahnmuseum Strasshof, een paar staan in het Technisches Museum Wien. |
Linz, 19 september 1971. In een park bij het Hbf stonden drie stoomlocs op een sokkel: 106 "Fusch", SB 29.852 (uit 1869) en "Licaon" (de oudste Oostenrijkse stoomloc, uit 1851). Inmiddels bevinden deze locs zich in het Eisenbahnmuseum Strasshof. |
Wien Nord, 28 augustus 1973. Naast een rijtje slooplocs staat stoomloc 55.5708 uit 1887. Ook deze loc bevindt zich inmiddels in het Eisenbahnmuseum Strasshof. |
Wien Franz-Josefs-Bahnhof (FJB), 2 september 1973. Het museumbestand van de ÖBB was in de jaren zeventig verspreid over de depots rond Wenen. Zo stonden er diverse locs in het depot van Wien FJB. Hierboven loc 11 en loc 310.23. Laatstgenoemde loc is een van de beroemde door ingenieur Karl Gölsdorf ontworpen compoundlocomotieven van de Oostenrijkse spoorwegen, gebouwd tussen 1911 en 1916. |
Een stevig in de menie staande 15.13, en MAV 333.002 (SB 32c 1665) met daarachter Triebwagen 5029.01. |
CSD 354.0130 (kkStB 229.222), en de met een royale cabine uitgeruste 3071.07 (BBÖ DT 1.07). |
Wien Franz-Josefs-Bahnhof, 2 september 1973. Eisenbahnmuseum Strasshof, 28 augustus 2012. Twee keer loc 69.02. In 1934 werden twee oude C-tenderlocs (uit 1898) omgebouwd tot 1A1-locs. Ze waren geschikt voor eenmanbediening en deden dienst voor snelle regionale treinen. Ze waren oliegestookt; de olie zat in de vierkante houder bovenop de ketel. Het bleef bij deze twee omgebouwde locs, hierna werden er eenmanslocs van het type DT 1 aangeschaft. De locs waren aanvankelijk genummerd 12.01 en 12.02. In de Duitse tijd droegen ze de nummers 69 001 en 002. Na de oorlog was er nog één loc over, deze deed onder nummer 69.02 dienst voor inspectietreinen. |
Strasshof, 3 september 1973. Locomotiefkerkhof, met onder andere een onbekende gestripte loc, tenderlocs 77.250, 92.2234 en 91.107. De 92.2234 bevindt zich tegenwoordig nog steeds in Strasshof, maar nu als onderdeel van de museumcollectie. Ook loc 77.250 is bewaard gebleven; zie hieronder. |
Vordernberg, juli 1976. Loc 297.401, een van de in 1941 voor de Erzbergbahn gebouwde tandradlocs met zes aangedreven assen (1'F1'). Ze waren drie keer zo sterk als de locs van de serie 97, maar ze voldeden niet goed. Vanwege hun gewicht mochten ze ook alleen rijden tussen Vordernberg en Erzberg, niet op de andere helling. Loc 297.402 ging al in 1949 uit dienst en werd onderdeelleverancier. Loc 297.401 heeft dienstgedaan tot 1964 en staat nu als monument bij station Vordernberg Markt. Foto Ronald Heyne. |
Tenderloc 77.250 heeft jarenlang als monument in Schaan-Vaduz (Liechtenstein) gestaan. In 2006 zou de loc weer rijvaardig op de baan verschijnen. Hierboven een aantal foto's van de loc als monument en van het transport naar Ceske Velenice CZ, waar de loc gerestaureerd zal worden. Deze foto's zijn toegestuurd door Peter Thöny. De loc draagt hier het nummer 77.249, wat ze gekregen heeft omdat hiervan nog ketelboeken bewaard zijn (en ook om verwarring te voorkomen met loc 77.244, die ten onrechte onder nummer 77.250 rondrijdt). Ze zal in dienst komen onder het oorspronkelijke, vooroorlogse nummer BBÖ 629.65. |
Museumsbahn Wutachtalbahn 1995. Loc 93.1394 doet tegenwoordig dienst op de Wutachtalbahn in het Zwarte Woud. Foto gemaakt door mijn moeder. De snelle en zuinige locs van de ÖBB-serie 93 zijn ontworpen om dienst te doen op de regionale spoorlijnen in Oostenrijk, waarin vaak flinke hellingen voorkomen. Tussen 1927 en 1931 zijn er 167 gebouwd. In de jaren veertig zijn er daarna nog 25 gebouwd voor de Slowaakse spoorwegen. Een bijzonderheid is de Lentz-Ventilsteuerung. |
Fahrzeugportrait Reihe 310. Door Heribert Schröpfer. Uitg. Transpress, Stuttgart 2002. ISBN 3613711834. Portret van de beroemde Reihe 310 van de Oostenrijkse spoorwegen, in de tijd van de Deutsche Reichsbahn genummerd in Baureihe 16. Deze compoundlocomotieven zijn in 1911 ontworpen door Karl Gölsdorf. Een bijzonderheid is de asvolgorde 1'C2', het omgekeerde van een Pacific. Er zijn 90 locomotieven gebouwd, die tot in de jaren vijftig werden ingezet voor zware sneltreinen. |
100 Jahre 310.23. Locportret uitgegeven door het Eisenbahnmuseum Strasshof uit 2011. Die Parade der Bahn. Die schönsten Züge der Bahn. Overzicht van het materieel dat in augustus en september 1987 werd gepresenteerd ter gelegenheid van het 150-jarig jubileum van de Oostenrijkste spoorwegen. Op de voorpagina loc 310.23 op de Nordbahnbrücke in Wenen. |
Die Baureihe 12. EK-Eisenbahn-Videothek, 1994. Speelduur 60 minuten. Deze loc met vier drijfassen
gold in de jaren dertig als "Die stärkste Schnellzugdampflok in Europa". |
100 Jahre Franz-Josefs-Bahn. Dit boekje verscheen ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van de lijn Wien-Eggenburg, op 23 juni 1970. Deze spoorlijn verbindt Wenen (Frans-Josefs-Bahnhof) met onder andere Praag, Budweis en Pilzen. Na de Tweede Wereldoorlog raakte de lijn bij het plaatsje Gmünd doorsneden door het IJzeren Gordijn. Ik kocht dit boekje toen ik bij Wien FJB de daar opgestelde museumlocomotieven kon bekijken. Het werd me aangeboden door een medewerker van het depot. |
Die Steyrtalbahn im Bild - gestern und heute. Patrick Van Brusselen. Uitgegeven in eigen beheer. ISBN 9783200022416. Kloek fotoboek met onder andere diverse foto's van mijn hand. Verschenen in 2011. Zie ook het thema Steyrtalbahn. Abgesehen von einer kurzen Einleitung ist das Buch als Bildband konzipiert. Die Fotos zeigen einige bekannte, aber vorwiegend bislang kaum oder noch nie veröffentlichte Aufnahmen. Bilder vom Planbetrieb und aus heutiger Zeit, vom gleichen Aufnahmestandpunkt aus gemacht, zeigen die Veränderungen nach der Streckenstillegung. Einige Fahrpläne von 1915 bis 1982 runden den Bildband ab. |
Zie ook: