Treinkaartjes en abonnementen

Het treinkaartje is zo oud als de trein zelf. Vroeger kocht je aan het loket kartonnen kaartjes. Voor elke treinklasse was er een aparte kleur. Voor 1956 waren er drie klassen, en in sommige landen zelfs vier. Zie 1e, 2e, 3e, 4e klas.



De basis van mijn collectie

Perronkaart Hilversum, 11 juli 1967. De in- en uitgangs­controles op dit station waren al afgeschaft, maar bij wijze van souvenier kon ik nog wel een perronkaartje kopen. Deze investering van 25 cent legde de basis voor mijn collectie spoorkaartjes. Nou ja collectie: meer een grote doos ongesorteerd.

Lees meer over perronkaartjes.


Kartonnen kaartjes

Kartonnen treinkaartjes uit de jaren zeventig. De kaartjes werden toen nog echt geknipt: de conducteur moest daarbij mikken op de letter H (heenreis) of T (terugreis). Er waren ook kniptangen die tegelijk een getal in het kaartje persten, zodat was na te gaan welke conducteur dienst had gedaan. De twee linkerkaartjes zijn geperforeerd zodat ze door­midden gebroken konden worden. Kinderen reisden voor half geld en kregen dus een half kaartje! Rechts een avond­retour, te herkennen aan de witte streep in het midden. De prijs van een avondretour was die van een enkele reis plus een kwartje. Er waren ook weekendretours: prijs van een retour plus een gulden. Kortingkaarten bestonden toen nog niet. Het linkerkaartje is aangemaakt door een AEG-automaat, het tweede kaartje van rechts is bedrukt door een NCR-kasregister. Zie uitleg hieronder.

Kaartjes enkele reis uit de jaren zeventig. In september 1973 veranderde de naam Den Haag SS in Den Haag CS. In de AEG-automaten is dat kennelijk niet aangepast, want in januari 1976 verkocht men in Hilversum nog kaartjes naar Den Haag SS. Kaartjes voor de tweede klas waren bruin, kaartjes voor de eerste klas groen. In de tijd dat er nog drie klassen waren (tot 1956), waren de kaartjes eerste klas geel, tweede klas groen en derde klas bruin. Perronkaartjes waren paars. Het kartonnen kaartje is in 1982 door NS afgeschaft, maar je ziet ze nog steeds op pictogrammen die naar het loket wijzen.


AEG-automaat

De kaartjes werden vroeger allemaal centraal aangemaakt en naar de stations gestuurd. Bij een tariefwijziging moest de hele voorraad kaartjes opnieuw worden aangemaakt, wat een enorme operatie was. Later kregen de grotere stations machines waarmee ze zelf blanco kaartjes konden bedrukken met datum, bestemming en prijs. Dankzij deze AEG-automaten hoefden deze stations geen grote voorraden voorbedrukte kaartjes meer aan te houden.

NCR-kasregisters

Vanaf 1968 kregen de kleinere stations kasregisters van NCR. Hiervoor werden kaartjes gebruikt waarop alleen de bestemming was voorgedrukt. Op het moment van verkoop werden achterop het kaartje de datum en de prijs gedrukt. Het kasregister hield meteen de boekhouding bij, wat voor die tijd nog met de hand gebeurde. Deze kaartjes zijn te herkennen aan de tekst op de voorkant: 'prijs z.o.z.' Vanaf 1981 verschenen de loketcomputers (TA-1069). Diverse kas­registers zijn toen verkocht aan de Southern Region van British Rail. Enkele machines kwamen terecht bij de Keighley & Worth Valley Railway.

Codes

Op de kaartjes die bij de NCR-kasregisters werden gebruikt, staan allerlei codes. Het voorbeeld hiernaast is een retour Aalten-Apeldoorn, dat dus in Aalten is afgegeven. Op de voorkant staat onderaan een rij cijfers. De eerste drie cijfers zijn 045: de stationscode van Aalten. De andere cijfers hebben betrekking op het apparaat en op het cliché waarmee het kaartje is gedrukt. Achterop het kaartje staan codes die door het kasregister zijn afgedrukt. 238 is het apparaatnummer (de NS heeft ruim 400 van deze apparaten gehad). Naast het bedrag (ƒ 16,00) staat 216, dat is het volgnummer van de afdruk. Bedrag en volgnummer werden ook afgedrukt op de controlerol die in het apparaat zat.

Het gat in het midden

In voorbedrukte kartonnen kaartjes zit een gat in het midden. Een bezoeker van mijn site stuurde mij de volgende uitleg: "Het gat in het midden werd gebruikt om een pak kaartjes bijeen te houden doordat er een koperen staaf doorgestoken was die aan voor en achterzijde haaks omgebogen was. Op die manier wist de verantwoordelijke lokettist dat een nieuw pak compleet was, daarbij geholpen door een schuine streep over de zijkant. Lokettisten waren financieel verantwoordelijk voor het geld dat hun handel vertegenwoordigde. Wel hadden ze een “bufferkas” waaruit ze konden putten voor kleine menselijke vergissingen. Men moest na de dienst alle nummers noteren van het voorliggende kaartje, om zo de kas te kunnen opmaken. Men zette met een blauw potlood een schuine streep op alle voorliggende kaartjes om overbodig administratief werk te vermijden na de volgende dienst bij onverkochte bestemmingen."

De kartonnen kaartjes waren 30 x 57 mm.

Mini-AEG

Vanaf eind jaren 60 werd de zogeheten mini-AEG in gebruik genomen, waarmee een soort kassabonnen werden bedrukt die als treinkaartje fungeerden. In plaats van stationsnamen werden hier driecijferige stationscodes op afgedrukt. Lees hier meer over.

TA-1069

Vanaf 1978 werden loketmachines in gebruik genomen: minicomputers met beeldscherm, waarop een flink formaat biljetten op dik papier werd afgedrukt. De letters TA staan voor Triumph Adler, de fabrikant. Bekijk de foto's.



Voorzijde van een op 22 juli 1967 in Hilversum gekocht achtdaags abonnement, geldig van 23 t/m 30 juli. Een jaar later voerde de NS het systeem van stamkaarten in. Je had toen niet meer voor elk nieuw abonnement een nieuwe pasfoto nodig.

Klik hier voor meer over de reizen die ik in deze jaren maakte.


In 1970 kocht ik op Aachen Hbf deze Bezirkswochenkarte. Dat was een weekkaart waarmee je onbeperkt in een bepaald gebied met de trein kon reizen. Het net van de DB was verdeeld in een groot aantal elkaar overlappende "Bezirke". Mijn kaart was geldig in het gebied Aachen, Köln, Koblenz, Trier, in de periode 11 t/m 17 augustus 1970. De kaart kostte 46 Mark. In D-treinen hoefde je geen toeslag te betalen. In toeslagvrije treinen mocht je eerste klas reizen.

Klik hier voor meer over de reizen die ik in de jaren 70 heb gemaakt.


 

Links een retour Tübingen-Böblingen, dat ik op 15 september 1971 tot Eutingen heb gebruikt.

Erzbergbahn: een retour Vordernberg Markt-Präbichl (22 september 1971) en een retour Vordernberg Markt-Eisenerz (23 september 1971).


Retour Ulm-Schelklingen, waarvan ik op 16 september 1971 maar de helft heb gebruikt: op de terugweg mocht ik meerijden op de voetplaat van de stoom­locomotief. Daarnaast een door een conducteur uitgeschreven retour Biberach-Aulendorf.


Zwitserland, januari 1984. Voor- en achterzijde van een tweedaags retour Parpan-Arosa via Chur (Rhätische Bahn). Daarnaast een eendaagse pas voor de skiliften van de Heimberg.


Op 3 november 2003 trof ik op weg van Woerden naar Bilthoven een conductrice die in herfststemming was. Vrolijk knipte zij mijn kaartje. Letterlijk, want ze gebruikte een ponsapparaatje om een gat in de vorm van een boomblad uit mijn kaartje te knippen. Of dit een rechtsgeldige manier is om kaartjes te controleren is maar de vraag...

Later ben ik erachter gekomen dat de conducteurs allemaal speciale zon- en herfstponsapparaatjes hadden gekregen vanwege de zomer- en herfstour in dat jaar.


Twee keer een retour 1e klas Bilthoven-Rotterdam, met betaalbewijzen, gekocht bij kaartautomaat. Het rechter kaartje is uitgegeven door het nieuwste model automaat, met aanraakscherm in plaats van toetsen.


Retour 1e klas Bilthoven-Brussel, door mij gebruikt op 24 februari 2003. Prijs 84,80 euro. Zowel op de heenreis als de terugreis twee keer gestempeld. Dat maakt dit biljet zeldzamer dan een ongestempeld exemplaar...


Schnell, steig ein. Assortiment kaartjes voor de conducteur in de dop. Met kniptang en fluit. Begin 2003 cadeau gekregen van een van mijn dochters, die deze set in een Utrechts winkeltje aantrof. Het treinstel is geïnspireerd op de VT 08.5, die in de jaren vijftig TEE-diensten reed toen de VT 11.5 nog niet beschikbaar was.


Met een voordeelurenkaart krijg je 40% korting op treinkaartjes. Op maandag t/m vrijdag mag je zo'n kaartje pas na 9:00 uur gebruiken. In juli en augustus en op feestdagen kun je ook voor 9:00 uur met korting reizen. De voordeelurenkaart is persoonlijk, maar in 2006 zat er geen pasfoto meer op.


 

Op 20 augustus 2004 kochten Charlotte en haar vriendin Franka een NS Jongerentour. Voor 19 euro mochten ze met hun tweeën een dag lang onbeperkt reizen. Na zes treinen was hun kaartje nog steeds niet gecontroleerd, maar in de zevende trein troffen ze een conducteur die de achterstand wel wilde inhalen: zeven stempels per persoon. En daarna nog een paar stempels in de volgende treinen. En tot slot een ingangscontrole op het perron van Utrecht, want laat mensen niet denken dat de NS nooit kaartjes controleert! De foto is gemaakt door de vader van Franka.


 

Twee cadeautjes van de RET. Links een gratis kaartje dat in 1968 werd aangeboden ter gelegenheid van het in gebruik nemen van de metro (met dank aan een bezoeker van mijn site). Rechts een chipkaart die ik in 2007 kreeg in ruil voor een volle strippenkaart. Op de chipkaart stond iets van 4 euro. Het kaartje uit 1968 is nooit gebruikt. De chipkaart heb ik drie keer gebruikt. Daarna deed-ie het opeens niet meer. Lees meer over de OV-chipkaart.


Drei Annen Hohne, 4 augustus 2004. Een opgezette lokettist met achter zich een grote sortering kartonnen treinkaartjes.


 

Schustermachine, van 1947 tot 1993 door de Belgische spoorwegen gebruikt voor het drukken van vervoerbewijzen op roze karton. Op de rechterfoto twee treinkaartjes uit de collectie van Chris De Naeyer. Hij kreeg deze toen hij zich in Brussel moest melden als dienstplichtig militair. De kaartjes zijn niet gebruikt, omdat hij een lift met de auto kreeg.


Retourtjes Brussel. Je moet treinkaartjes voor de aardigheid eens op de fotokopieermachine leggen. Dan worden er allerlei illustraties zichtbaar.


Het verdwenen perronkaartje

Perronkaart Hilversum, 11 juli 1967. Vroeger moest je ook een kaartje kopen als je iemand ging uitzwaaien op het station: een perronkaartje. Dit werd net als de treinkaartjes gecontroleerd bij de ingangscontrole van het station, en moest je bij het verlaten van het station weer afgeven bij de uitgangscontrole. Deze controles werden in 1969 afgeschaft, maar op veel stations gebeurde dat al eerder. In Hilversum was dat in 1967 het geval, maar bij wijze van souvenier kon ik nog wel dit perronkaartje kopen. Het perronkaartje is in een andere vorm weer teruggekeerd toen de stations werden afgesloten met poortjes: inchecken met je OV-chipkaart. Dat is wel gratis, als je binnen een uur weer uitcheckt.


NRC Handelsblad, 1 mei 2012. In de rubriek Verdwenen bespreekt Rob Biersma (bijna) verdwenen voorwerpen. Vandaag: het perronkaartje. Met als illustratie een perronkaartje voor station Hilversum uit 1967. Om precies te zijn: het perronkaartje dat ik op 11 juli 1967 in Hilversum kocht. Zonder bronvermelding, dat dan weer niet. Maar het is wel een leuk artikel, uit een leuke serie (er zal wel een boek van komen denk ik zo).


In België kende men tot in de jaren negentig nog perronkaartjes. Essen, 23 oktober 1992: "Toegang tot de perrons". Visé, 2 november 1992: "Acces aux quais". Maximaal een uur tegen 10 franc (55 guldencent). Collectie Roeland Krul.



Vervoerbewijs of plaatsbewijs?

Als een Nederlandse conducteur jou vraagt naar je plaatsbewijs, dan hoef je daar niet op te reageren. Plaatsbewijzen bestaan hier niet, alleen vervoerbewijzen. Een treinkaartje geeft jou namelijk geen recht op een plaats in de trein; je hebt alleen het recht om te worden vervoerd.

In buitenlandse treinen kun je nog wel een zitplaats reserveren. Voor bepaalde treinen is dat heel verstandig of zelfs verplicht. In Duitsland koop je dan behalve je Fahrkarte (vervoerbewijs) ook een Platzkarte (zitplaatsreservering). Een aardig voorval maakte ik mee tijdens een treinreis via de Vogelfluglinie.

Waarom weet niemand, maar ergens tussen 2000 en 2004 gingen treinkaartjes "tickets" heten. Strippenkaarten kun je ook niet meer in de automaat kopen, sinds ze uit gekraakte automaten werden gestolen. Treintaxibiljetten zijn nog wel in de automaat te koop, alleen zijn er steeds minder plaatsen waar de Treintaxi nog rijdt. Zie ook OV feels good.



 

Breukelen, 22 juli 2003. Perronkaartjes bestaan niet meer, maar zonder kaartje het perron op: dat mag dus niet. Tweede foto: Bilthoven, 25 november 2003. Vroeger had je stationschefs, die in of naast hun station woonden en hun territorium constant in de gaten hielden. Tegenwoordig heb je stationsmanagers. Die lopen niet rond over het station, maar zitten achter een bureau in een groot kantoor in Utrecht. In geval van nood kun je 112 bellen.


Spotprent uit De Amsterdammer, 1 augustus 1924.


Zie ook:




vorige       start       omhoog