Materieel '46

Deze treinstellen zijn gebouwd in de periode 1949-1952. Bij het ontwerp greep men terug op de treinstellen mat.'36, niet op de verbeterde versie hiervan, mat.'40. De NS wilde snel eenvoudige treinstellen bouwen, om het treinverkeer na de oorlog weer op gang te helpen.

Er waren oorspronkelijk 79 tweewagenstellen (nummers 221 t/m 299) en 65 vierwagenstellen (641 t/m 705). De 654 is reeds tijdens de bouw van de serie verongelukt. Op de tekentafels is ook een dubbeldeks versie verschenen, maar die is nooit gebouwd (zie tekening verderop). Mat.'46 wordt soms aangeduid met de bijnaam Muizeneus.

In 1971 werd een deel van de vierwagenstellen gemoderniseerd, wat weinig meer inhield dan dat er een sterilisator in de keuken werd geplaatst. Deze stellen hebben enkele jaren rondgereden met het cijfer 1 voor het nummer.

Enkele tweetjes zijn in de jaren zeventig geel geschilderd, namelijk 279, 281, 295 en 299. Een deel van de andere stellen kreeg blauwe banen op de zijkant, die bedoeld waren om adverteerders een rijdende reclamezuil te bieden. Hier is echter nooit veel belangstelling voor getoond. Adverteren deed men liever op moderner ogend materieel.

Treinstel 676 reed op 24 september 1983 bij wijze van afscheid heen en weer tussen Haarlem en IJmuiden. Een dag later was zowel de inzet van het materieel '46 als de treindienst op de spoorlijn Santpoort Noord-IJmuiden verleden tijd. Op 8 oktober 1983 volgde een afscheidsrit georganiseerd door de NVBS: een rit Rotterdam-Den Haag-Rotterdam met de treinstellen 242 en 683.

Het gele treinstel 279 is daarna nog gebruikt voor proeven met draaistroomaandrijving, terwijl de 285 werd gebruikt voor proeven met statische omzetters. Treinstel 273 is dankzij de Stibans bewaard gebleven en behoort nu tot de rijdende collectie van het Spoorwegmuseum.



Gestroomlijnde electrische 2-wagentrein. Door de NS uitgegeven poster uit de beginjaren van materieel '46. In de achtergrond de toren van de Brabanthallen. Dit staatsieportret is dus in Den Bosch gemaakt. (EZ 6/534/3)


Spoorwegmuseum, 1 augustus 1970. Deze cabine vormde vele jaren onderdeel van een presentatie, die op gezette tijden werd gegeven door een van de suppoosten van het Spoorwegmuseum. Dat waren toen nog gepensioneerde NS'ers. De demonstratie begon met het omhoog laten gaan van de stroomafnemer die op het perron was opgesteld. Daarna ging achter de cabine een spoorwiel draaien. Tot slot kregen de bezoekers een waarschuwing dat de trein ging remmen: met veel lawaai werd het wiel weer tot stilstand gebracht. Lees meer over deze en andere cabines.


Madurodam, 15 oktober 2014. Een treinstel mat.'46 op de Begemann-brug in Madurodam.


Amsterdam, onderhoudsbedrijf Zaanstraat, 15 september 2007. De middendraaistellen van treinstellen 252 (mat.'36) en 273 (mat.'46). De bakken van deze treinstellen rusten op een zogeheten jacobsdraaistel. Jacobsdraaistellen besparen gewicht en geld. Ook is er een kortere overgang mogelijk tussen de rijtuigen. Verder kunnen de gevolgen van een ontsporing beperkt blijven, doordat de bakken aan elkaar blijven hangen via de draaistellen. Zo is er eens een TGV met hoge snelheid ontspoord, zonder dat dit op een ramp uitdraaide. Jacobsdraaistellen zouden ook tot een comfortabeler weggedrag leiden, maar bij mat.'46 was daar weinig van te merken. De NS heeft tot en met mat.'46 en de DEII veel gebruik gemaakt van jacobsdraaistellen. Ook de nieuwe Sprinters (SLT) hebben jacobsdraaistellen.


Amsterdam Centraal, 28 augustus 2004. De treinstellen mat.'46 worden een beetje spottend ook wel Muizeneuzen genoemd, maar dat er over de vorm goed is nagedacht bewijst deze foto. Zelfs een eenvoudig onderdeel als dit wc-raampje vertoont dezelfde ideale stroomlijnvorm als het — met behulp van computers en windtunnels vormgegeven — ICE-treinstel in de achtergrond.


Ontwerp voor een nooit gebouwde dubbeldeksversie van mat.'46.


 

Schoolschrift uit de jaren 50. Een bezoeker van mijn site vond een stapel onbeschreven schriftjes in een berghok van de school waar hij werkte. Het betreft hier een "stichtcahier" van het merk Lintel. Groen kaft, gelinieerde blaadjes, met een dun draadje aan elkaar genaaid. Ik heb zelf heel wat van dit soort schriftjes volgeschreven, maar dit etiket kende ik niet. Na enig speurwerk zijn we tot de conclusie gekomen dat het om een cabine van mat.'46 gaat, hoewel de vorm van de treinen ook wel iets wegheeft van Duitse Eierkoppen.


Achterpagina van het boekje "Onze treinen en locomotieven" uit 1966. Onder de kap van Amsterdam CS
zien we links een dieselelektrisch vijfwagenstel (DE5) en rechts een treinstel mat.'46.


Rail Magazine, Speciaalnummer 9. Elektrisch stroomlijnmaterieel '46, '54 en Benelux.
Martin van Oostrom. Stichting Railpublicaties, 1994.


Elektrische treinen in Nederland. Deel 2. Door Carel van Gestel e.a. Uitg. de Alk, Alkmaar, tweede druk 1997. ISBN 9060139895. Dit deel beschrijft het stroomlijnmaterieel 1940, 1946, postrijtuigen Pec, materieel 1954 (Hondekoppen) en het Beneluxmaterieel uit 1957.

Hondekoppen en Muizeneuzen. Door Carel van Gestel e.a. Uitg. de Alk, Alkmaar, 2003. ISBN 9060132173. Dit boek kan worden gezien als aanvulling op deel 2 van "Elektrische treinen in Nederland." De Hondekoppen en Muizeneuzen, ook bekend als Materieel '54 en '46, zijn inmiddels van het spoortoneel verdwenen, maar leven onverminderd voort in de herinnering van menig spoorwegliefhebber. Dit boek geeft een compleet beeld van de ontwikkelingen en lotgevallen van dit roemruchte elektrische NS-materieel en toont het op talrijke interessante locaties in Nederland.

 


Naar de fotopagina





vorige       start       omhoog