Monumenten en gedenktekens

De gedenkplaten met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog zijn in een apart thema opgenomen.

Informatie over kunst op Nederlandse stations: www.spoorbeeld.nl/kunstopnederlandsestations.



Plaquettes


 

Baarn, 20 maart 1998. Op 3 juni 1946 maakte Baarn kennis met de elektrische trein, toen de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort onder de draad was gebracht. Tweede foto: Meppel, 23 april 2005. Herinnering aan de elektrificatie van de noorderlijnen, 18 mei 1952, aangeboden door de Meppeler Handelsvereniging en de Ver. van Werkgevers, Meppel.


Heerenveen, 23 mei 2008. Plaquette, op 17 mei 1952 aangeboden door de dankbare burgers van Heerenveen,
ter gelegenheid van de elektrificatie van de spoorlijn Zwolle-Heerenveen-Leeuwarden.


 

Naarden-Bussum, 1 juli 2003. "In den voorgevel van dit stationsgebouw werd boven den hoofdingang aangebracht een gebrandschilderd gedenkraam, aangeboden door de ingezetenen van Bussum en Naarden aan de Nederlandsche Spoorwegen uit dank en waardering voor de electrificatie van het baanvak Amsterdam-Utrecht-Amersfoort in het jaar 1946. Het raam werd ontworpen en uitgevoerd door Pieter A.H. Hofman te 's-Gravenhage."



"De Algemene Bond van Forensen afd. Hilversum huldigt directie en personeel der N.V. Nederlandsche Spoorwegen bij de electrificatie van de lijn Hilversum-Amsterdam, 30 mei 1946."

De Algemeene Bond van Forensen werd op 24 maart 1927 opgericht door ondernemers en kwam op voor de belangen van forensen. Aanleiding voor de oprichting waren voorstellen om een forensenbelasting in te voeren. De bond gaf onder andere het blad "De Forens" uit. De bond heeft tot in de jaren zestig bestaan.

Deze bronzen gedenkplaat, ontworpen door de beeldhouwer Joop Hekman, hing sinds 11 juni 1947 in de hal van het oude station Hilversum. Na de sloop van dat station is de plaat overgedragen aan het Spoorweg­museum. De plaat was uitgeleend aan Museum Hilversum ter gelegenheid van een tentoonstelling over forensenverkeer. Foto gemaakt op 12 juni 2008.

Foto hieronder: Hilversum, 11 juni 1972. De stationshal met links van de loketten de gedenkplaat.


 

Hilversum, 5 juni 2004. Plaquettes bij de ingang van de Prinses Beatrixtunnel. Zie ook Hilversum in vroeger tijden.


 

Gouda, 16 mei 2005. "De Goudse Pijproker". Aangeboden door de Oudheidkundige Kring "die Goude" op 13 oktober 1984, bij de opening van het nieuwe station Gouda. Het tegelplateau werd onthuld door Rob den Besten, toen nog secretaris-generaal op het ministerie van Verkeer & Waterstaat, later president-directeur van de NS.


Rotterdam Blaak, 28 oktober 2004. Bekroond met de "Betonprijs 1995".


Spoorwegmuseum, augustus 1970. Gedenkplaat die herinnert aan het bezoek dat LNER-loc 6000 Tommy van 1947 tot 1952 aan Nederland bracht.

De loc werd door het spoorwegpersoneel "Tommy" genoemd, naar de bijnaam van de Engelse soldaten tijdens de oorlog. De Engelse bijnaam voor Duitsers was Jerry. De door de Duitsers uitgevonden benzineblikken werden daarom "jerry can" genoemd. Ook de tekenfilm­figuren Tom & Jerry hebben hun naam hieraan te danken.


Amsterdam, 21 april 2008. 1939 was het jaar waarin de grote spoorwegwerken in Amsterdam gereed kwamen. Deze plaat hangt in een tunnel bij het Muiderpoortstation, om precies te zijn hier in de 1e Van Swindenstraat. De buurtbewoners waren erg blij dat ze niet meer voor de spoorbomen hoefden te wachten. In de jaren dertig is de spoorlijn verhoogd en zijn de stations Amsterdam Amstel en Muiderpoort gebouwd.


Delft, 9 december 2005. Hier waren ze blij dat in 1965 het verhoogde spoor in gebruik werd genomen. Het tegelplateau is onthuld door burgemeester De Loor.


Heerenveen, 23 mei 2008. Brunel Award "for outstanding visual design in public railway transport", een in 1985 uitgereikte prijs. U en ik hebben daar geen verstand van, maar station Heerenveen schijnt een architectonisch hoogstandje te zijn. Wat Isambard Brunel (de geniale ingenieur van de Great Western Railway, bouwer van grote schepen, bruggen en tunnels) er zelf van zou vinden kunnen we hem niet meer vragen.


Driebergen-Zeist, 8 september 2006. "1844-1962. Aangeboden door de Algemeene Bond van Forensen". Waar vind je die nog, tevreden forensen? Wat er met die bond is gebeurd weet ik (nog) niet. Op deze gevelsteen is het oude station van Driebergen afgebeeld, dat in 1962 is vervangen door een nieuw stationsgebouw. Het bijzondere seinhuis bij dit station is in 1971 gesneuveld. Het station zelf is in september 2017 gesloopt, om plaats te maken voor iets nieuws.



De beeldentuin van het Spoorwegmuseum

Bij het Spoorwegmuseum staan diverse beelden die vroeger bij of op stations hebben gestaan. Hieronder aandacht voor de beelden van Mari Andriessen, Joop Hekman en Jo Uiterwaal. Ook enkele andere objecten passeren de revue.

In de buurt van de beeldentuin staat ook een betonnen schuilhut die er verder niets mee te maken heeft.



Eindhoven

 

Spoorwegmuseum, 10 augustus 2006. Twee van de acht beelden van Joop Hekman die in 1950-53 in Eindhoven waren geplaatst boven de drie onderdoorgangen bij het station: de Boschdijktunnel, de Piazzatunnel en de Vestdijktunnel. Ze waren na tientallen jaren zure regen zodanig versleten dat men ze te gevaarlijk vond worden op die plek. In 1998 zijn de beelden naar het Spoorwegmuseum verhuisd. Boven de Vestdijktunnel staan nu polyester replica's gemaakt door Anton (Toon) Grassens in 1997-1998. Website www.joophekman.nl (reageert niet op vriendelijke mailtjes).

Spoorwegmuseum, 11 november 2016. Zes van de acht zandstenen beelden die bij station Eindhoven hebben gestaan. Boven: Het Verkeer, Het Geluid en Het jonge bloeiende Eindhoven, onder: De Tabak, De Textiel en De Handel. Er waren nog twee beelden: Het Licht en Het Moderne Industriële Eindhoven. Deze staan niet bij het museum en er zijn ook geen replica's van gemaakt; waarschijnlijk zijn deze twee beelden verloren gegaan. Een negende kunstwerk dat hier heeft gestaan stelde de "elementen"voor – zie verderop.


Nijmegen

Spoorwegmuseum, 11 november 2016. Twee beelden die vanaf 1954 op het station van Nijmegen hebben gestaan. Ze zijn gemaakt door Jo Uiterwaal en heten De Wetenschap en Het Geloof (er zijn mensen die zeggen 'wetenschap is ook maar een geloof'). Deze twee beelden zijn bij een verbouwing van het station verdwenen, maar andere werken van Uiterwaal zijn nog steeds aanwezig.


Amersfoort

Spoorwegmuseum, 11 november 2016. Wie de hectiek van het museum even wil ontvluchten, kan een rondje door de beeldentuin lopen. De boog is afkomstig van het oude station Amersfoort. In de achtergrond de huisjes aan de Eikstraat, waar wij lange tijd hebben gewoond.

Amersfoort, 24 februari 1991. Het stationsgebouw dat geen lang leven meer beschoren zal zijn. Onder de luifel bevindt zich, nauwelijks zichtbaar, een toegangsboog. Het bovenste deel van die boog is nu te zien in de beeldentuin van het Spoorwegmuseum. De twee panelen daarboven zijn nu te vinden op een van de perrongebouwen van Amersfoort. De gebrandschilderde ramen van het oude station Amersfoort hangen nu bij de ingang van de bibliotheek van het Spoorwegmuseum.


De elementen

Spoorwegmuseum Utrecht, 11 november 2016. De beelden die je hier ziet stammen uit de jaren 40 en 50, toen kunstenaars nog beelden maakten waaraan je kon zien wat ze voorstelden. Hoewel: krijg als beeldhouwer maar eens de opdracht om de "elementen" vorm te geven: aarde, water, vuur en lucht (tot de uitvinding van het periodiek systeem waren dit de vier elementen). Dan krijg je dus een gekunsteld kunstwerk als dit.

Het beeld heeft vroeger op een viaduct bij station Eindhoven gestaan, net als acht andere beelden van Joop Hekman (zie hierboven). De duif is zijn vleugels kwijtgeraakt.


Spoorwegmuseum, 9 januari 2020. Bij de beeldentuin van het Spoorwegmuseum is ook dit half ingegraven beeld te zien. Het is een versiering die bij de rondrijdende kindertrein hoort, geen echt monument dus (maar dat wordt het uiteindelijk vanzelf).



Zonnewijzer

Vlakbij de beeldentuin, bij de blokpost, staat een zonnewijzer met daarin een gevleugeld wiel, het oude symbool van de spoorwegen. Lees meer over het nut van een zonnewijzer.



Utrecht

 

Spoorwegmuseum, 11 november 2016. Deze twee beelden van Mari Andriessen hebben van 1939 tot de sloop in 1974 op het dak van Utrecht CS gestaan. In 1990 zijn ze naar het Spoorwegmuseum overgebracht. Het gaat om vrouwenfiguren waarvan de een met een springend hert het begrip "Snelheid" symboliseert en de ander met een stilstaand hert het begrip "Veiligheid" uitbeeldt. Wat herten met het spoor te maken hebben weet ik niet, alleen dat ze op de Veluwe weleens onder de trein terechtkomen. Ik zie trouwens ook geen verschil tussen de twee herten: welke springt en welke staat stil? Maar ik geef direct toe dat ik geen verstand heb van beeldende kunst.

Spoorwegmuseum, 16 november 2016. Beeld van de Phoenix dat van 1940 tot de sloop in 1974 op het dak van Utrecht CS heeft gestaan. (Op het beeld staat Foenix, een andere spelling is Feniks.) Dit symbool verwijst naar de mythische vogel die bij een brand betrokken raakte, maar vervolgens weer uit zijn as herrees. Na de sloop van het station kwam het beeld terecht bij de Delftsche Studenten Societeit “Phoenix”. Ter gelegenheid van de tentoonstelling over het vernieuwde Utrecht Centraal was het tijdelijk in het Spoorwegmuseum te zien.


 

Utrecht, 3 juni 2005. Beelden ontworpen door Gerrit Jan van der Veen, in kalksteen (euville marbrier) gekapt door G.W. Harmsen. De naam van deze neoklassicistische beeldengroep luidt "De Eendracht van het land". De man beschermt de twee vrouwen. De linker vrouw behoedt het zwaard, de rechter vrouw staat naar de andere kant gekeerd. De groep vormt zo een kring van eendracht. De beeldengroep staat boven een van de toegangen tot het Leidseveer-viaduct (S. van Ravesteyn, 1940).



Een cadeautje van de vakbonden

Stationshal Utrecht CS, 6 juli 2004. Een beeld dat in 1939 door het personeel van de NS is aangeboden aan de directie. Dit ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de spoorwegen in Nederland. De vier "erkende organisaties" betaalden 10.000 gulden voor dit kunstwerk, wat in die tijd een enorm bedrag was.

Vijftig jaar later, in 1989, waren de vakbonden een stuk goedkoper uit: zij boden hetzelfde beeld voor de tweede keer aan, nu voorzien van een plaat met de tekst "Dwarsliggen en samenwerken schept een band".

Tegenwoordig staat dit kunstwerk in het Spoorweg­museum.

Meer over dit beeld en over het NS-jubileum in 1939.


Betonnen treinen

Utrecht, 30 juni 2019. In de Oosterstraat, achter het Spoorwegmuseum, liggen in het gras vier betonblokken om auto's te weren. Een buurtbewoonster vroeg aan het Spoorwegmuseum of er met die grijze blokken niet iets leuks gedaan kon worden. Elders in de stad zijn dit soort blokken al omgevormd tot schaap. Janneke Hofman is student decoratie- en restauratieschilder, en werkt een dag per week bij het Spoorwegmuseum. Zij heeft de vier betonblokken veranderd in treinen: de Diesel 3, de Hondekop, de Blauwe Engel en de Buffel. Ons team fietste snel even langs, voordat de graffiti­vandalen toeslaan. Bekijk het filmpje.



Eindhoven

Eindhoven, 10 april 2002. Monument aan de Bezuiden­houtseweg, hoek Achtseweg Zuid, vlak bij de halte Eindhoven Beukenlaan (tegenwoordig Eindhoven Strijp-S).

Deze gedenkzuil is ontworpen door Jan van Eyl. Het in lelijk Nederlands gestelde opschrift luidt: Als aanvang der hoogspoorwerken Eindhoven heeft Mr. H.A.M.T. Kolfschoten burgemeester op 3 december 1947 hier de eerste spade gestoken AD XXVIII XI MCMLIII (Anno Domini 28-11-53).

Onder deze tekst staat het wapen van Eindhoven. Bovenaan zijn in een brede reliëfrand kinderfiguren te onderscheiden. De gemeente Eindhoven is eigenaar van het gedrocht.

De gedenkzuil is tijdelijk verwijderd geweest in verband met de spoorverdubbeling van het traject Boxtel-Eindhoven. Het is teruggeplaatst op 14 maart 2002, een maand voordat ik hier door een toevallige omstandigheid verzeild raakte.

Meer monumenten in Eindhoven.


Amsterdam

Amsterdam Oosterspoorplein (station Muiderpoort), 21 juli 2004. Op 5 september 2002 is hier het kunstwerk 'Flowers' van Karel Appel onthuld. Karel Appel werd in 1921 geboren op de Dapperstraat 7 en is een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Het stadsdeel wil graag de herinneringen aan zijn jonge levensjaren in de Dapperbuurt levendig houden. 'Flowers' uit 1991 is gemaakt van brons en is 1,5 meter hoog en 2 meter breed. Het staat op een ronde sokkel van donkergrijs graniet. De meester zelf was tevreden over de locatie op het Oosterspoorplein. 'Flowers' werd eerder geëxposeerd bij het paleis aan de Lange Voorhout in 1993, in Gailole (Italië) en Villa Medici in Rome. Vanaf 1999 tot februari 2002 heeft het kunstwerk gestaan in de openbare ruimte bij de Universiteit van Florence. (bron: www.oost-watergraafsmeer.nl)



Amsterdamse leeuwen

Ooit stonden er 22 leeuwen op de spoorviaducten die deel uitmaken van het Amsterdamse Centraal Station. Als gevolg van verbreding van de spoorbanen, zijn ze allemaal van hun oorspronkelijke standplaats verdwenen. De eerste vier leeuwen vertrokken in 1904 van de Westertoegang. De laatste beelden werden weggehaald omstreeks 1970 (Oostertoegang).

Waar stonden ze precies? En waar zijn ze gebleven? En kunnen ze nog terug naar hun oorspronkelijk plek? Van de 22 leeuwenbeelden zijn er 17 teruggevonden. Verder staan er verspreid door het land vele "valse" leeuwen, die in enkele gevallen zeer sterk lijken op hun Amsterdamse soortgenoten.

Je leest hier alles over op de website van het "Genootschap Leeuwen van het Centraal Station": www.leeuwencs.nl


Amsterdam Centraal, 7 oktober 2014. Gevleugeld wiel op de zuidelijke perronkap. Vanaf 1889 tot ongeveer 1930 heeft dit beeldmerk (dat ook het eerste NS-beeldmerk was), de nok gesierd. Het beeldmerk bestaat uit een afbeelding van een treinwiel geflankeerd door de vleugels van de handelsgod Mercurius. Het wiel is vier meter breed en 5,35 meter hoog. In december 2005 zijn replica's van de twee gevleugelde wielen geplaatst op de zuidelijke perronkap.


Amsterdam Amstel, 18 september 2006. Een gevleugeld wiel en een mevrouw zonder bh: typische spoorwegsymboliek. Ook de duiven weten dit beeld wel te waarderen.


Amsterdam Amstel, 18 september 2006. Kunst in de stationshal. Let op de fraaie wandschilderingen van Peter Alma. Op het beeld van Theo van Reijn staat de tekst "100 jaar". De vrouw lijkt te berusten in haar lot: eeuwig wachten op de trein die nooit komt...


Herinnering aan het Rhijnspoor

Amsterdam, Rhijnspoorplein, 14 oktober 2020. Monument ter herinnering aan het Amsterdamse Weesperpoortstation dat hier van 1843 tot 1939 stond. Het was het beginpunt van het Rhijnspoor naar Duitsland. In plaats hiervan werd toen het huidige Amstelstation in gebruik genomen. Het monument is in 1941 ontworpen door Piet Kramer (1881-1961), die als architect verantwoordelijk was voor veel Amsterdamse bruggen. Het monument – ik zou het eerder een monumentje noemen want het is nauwelijks groter dan een fiets – heet 'De ontwikkeling van de locomotief', hoewel de kenner ziet dat er maar één locomotief is afgebeeld.


Gevelkunst in Rotterdam

Rotterdam, 18 maart 2009. Sculptuur "De Welvaart" van Pieter Starreveld uit 1951. En gevelversiering anno 2009.


   

Nürnberg, 17 augustus 2005. In Brussel heeft Manneke Pis de leiding in handen, maar zijn collega in Nürnberg maakt een uitgebluste indruk. Wat wil je ook, met zo'n stel stralende vrouwen in de buurt...



Eendracht maakt macht

Nijmegen, Valkhof, 20 juli 2004. "Eendracht maakt macht. Ter herinnering aan den bouw van den spoorweg Nijmegen-Cleve door Nijmeeg's burgerij. Geopend 8 augustus 1865."

In 1865 waren de burgers van Nijmegen nog blij met hun spoorverbinding met Cleve (tegenwoordig Kleve). Maar in 1991 waren er zo weinig reizigers over, dat de treindienst werd gestaakt. Tegenwoordig kun je er wel met fietslorries overheen: het grootste deel van het traject ligt er nog. Er zijn ook plannen om de lijn weer geschikt te maken voor treinen (lightrail).

In 1879 werd Nijmegen ook verbonden met het Nederlandse spoornet. De lijn naar Kleve werd toen een belangrijke schakel in de verbinding Amsterdam-Duitsland via Amersfoort en Kesteren. Na de vernieling van de spoorbrug bij Rhenen, die niet werd hersteld, verplaatste het internationale verkeer zich naar Arnhem-Emmerich. Tot 1988 reden er nog wel enkele D-treinen over de lijn naar Kleve.

foto Hans Koppelman



"Aan Charles Stulemeijer - industrieel - bij zijn 80ste verjaardag 20.9.1960". Deze plaquette werd op 24 augustus 1962 onthuld door burgemeester Geuljans. De brug heet sindsdien de Charles Stulemeijerbrug. Over de brug ligt de Backer en Ruebweg. Foto's hier gemaakt op 1 maart 2009.

Charles Stulemeijer (1880-1968) was een bekende Bredase industrieel. In 1898 begon hij met zijn broers een handel in stenen en bouwmateriaal, die al spoedig uitgroeide tot een bouwbedrijf, gespecialiseerd in het gebruik van gewapend beton. In 1919 richtte Charles Stulemeijer de Hollandsche Kunstzijde Industrie (HKI) op, later over­genomen door de ENKA. Hij bezat ook belangen in andere bedrijven, waaronder de Machinefabriek Breda (voorheen Backer en Rueb), bekend van de vierkante tramlocs: de zogeheten Backertjes. Charles Stulemeijer was als katholieke ondernemer bepaald niet conservatief te noemen. Zo kende de HKI al een ondernemingsraad lang voordat zo'n orgaan bij wet verplicht was. Hij stond dan ook bekend als de 'rode' Stulemeijer. Hij gaf de stoot tot de oprichting van de R.K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek, en was betrokken bij de stichting van het Lieve Vrouwe Lyceum te Breda en van de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg (nu KUB).


Köln Deutz, 1 maart 2004. Het stationsplein is genoemd naar Nikolaus August Otto (1831-1891), de uitvinder van de viertaktmotor en mede-oprichter van de Klöckner-Humboldt-Deutz AG (KHD). Voor het station staat een monument in de vorm van een Otto-motor.


Axel, 30 september 2008. Monument c.q. kunstwerk, bestaande uit een metalen ei en een platte steen op wielen. Het staat in de Stationsstraat. Axel had tot 1951 een station aan de Belgisch-Nederlandse spoorlijn 54 Mechelen-Terneuzen. Alleen het Belgische deel, tot Sint-Niklaas, is nog in gebruik. Foto Luc Michiels.


Hauzenberg, september 2009. Loc 55 5791 maar niet heus. Dit is een fantasieloc, opgesteld bij een vroegere steengroeve, tegenwoordig Granitzentrum Bayerischer Wald. Op de zijkant van de loc staat "Hauzenberger Bockerl", de bijnaam van het treintje van Hauzenberg naar Passau. Foto gemaakt door mijn moeder.


Groenekan, 27 maart 2007. Vandaag moest ik voor het maken van een fotoreportage naar Fort Voordorp. Even een zelfportret naast een 19e-eeuws stukje techniek.


Marten Toonder

Rotterdam Blaak, 4 juli 2005. Het meesteroog van de kunstenaar legt in dit beeld haarscherp de diepste gevoelens bloot die een heer van stand op zijn schouders meetorst. Met vaste hand en met doorleefde emoties grijpt hij de toeschouwer bij de keel, zodat ook dit monument als lichtgevend voorbeeld dient voor de gehaaste treinreiziger. (Nico Spilt, vrij naar Marten Toonder)

Dit bommelding is op 12 juli 2002 onthuld, als aandenken aan het feit dat Marten Toonder 90 jaar daarvoor werd geboren op het Noordereiland. Op 27 juli 2005 is hij overleden.


uit "De Grote Onthaler" (1977)

 

Amsterdam, 20 april 2012. De Marten Toonder-tram in remise de Lekstraat. Foto Rienk Nauta.


Eerstedag-envelop, 15 mei 1996. Koningin Beatrix opent het vernieuwde Madurodam. Postzegels Marten Toonder.


Prof. Ornstein onderzoekt de toevalsbeweging

Vlak bij station Utrecht Vaartsche Rijn is deze grote muur­schildering te zien: Prof. Ornstein onderzoekt de toevals­beweging. Dit is een van de muurschilderingen die op initiatief van de Universiteit Utrecht in de stad zijn aangebracht om belangrijke Utrechtse onderzoekers te eren.

Prof. Ornstein deed onder andere onderzoek naar de toevals­beweging, een theorie om modellen te maken waarmee je voorspellingen kunt doen, bijvoorbeeld hoe een drijvend voorwerp zich over het wateroppervlak beweegt of hoe beurskoersen veranderen. Je kunt met de formule ook beschrijven hoe iemand die zich in het café heeft vermaakt probeert de weg naar huis te vinden. Vandaar dat de toevals­beweging ook wel de dronkemansloop wordt genoemd.

Ornstein, geboren in 1880, werd vanwege zijn joodse afkomst in november 1940 als hoogleraar ontslagen. Hij mocht zijn laboratorium niet meer in. Hij trok zich terug in zijn woning en stierf in mei 1941 aan hartklachten.

De muurschildering is gemaakt door kunstenaarscollectief De Strakke Hand. Op het onderste deel zie je prof. Ornstein in zijn laboratorium. Boven zijn hoofd de formule van de toevals­beweging: dx = -ϴ xt dt + σ dWt. Op het bovenste deel zie je een dronken man die door de straten van Utrecht wankelt. Het gebouw rechts is het laboratorium van Ornstein aan de Bijlhouwerstraat. Links zien we een bus die tussen Utrecht en Vreeswijk als tractortram dienstdeed.

Je ziet de muurschildering direct als je station Vaartsche Rijn verlaat en naar de binnenstad of het Spoorwegmuseum loopt. Een andere muurschildering bevindt zich vlak bij het Spoor­wegmuseum en heet Buys Ballot en het dopplereffect.

In Utrecht zijn meer schilderingen te ontdekken. Zie bijvoor­beeld de muurkunst in Zuilen.

Foto gemaakt op 21 juni 2023



Landelijk monument spoorwegongevallen

Utrecht, 10 mei 2007. Achter Hgb III staat het 'Landelijk monument spoorwegongevallen' ter herinnering aan iedereen die op een of andere manier op het spoor om het leven is gekomen. Een soort verzamelmonument dus. Een apart monument voor de grootste Nederlandse treinramp, Harmelen 1962, zou pas 50 jaar later totstandkomen. Tot verbazing en verdriet van veel betrokkenen wilde de NS hier nooit aan beginnen.

Het kunstwerk is in 2004 gemaakt door Anton Broos. Er staat een tekst op van de theoloog Anne van der Meiden:
herinneringen lopen samen op
met hen die op het spoor
de wissel van de dood passeerden
met onze voeten meten wij verdriet en rouw
een lieve groet van dit verstild station
tot weerziens op de volgende bestemming


Harmelen 1962-2012

Harmelen, 8 januari 2012. Monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de treinramp op 8 januari 1962. Tussen de twee platen met namen door is de plek te zien waar toen twee treinen tegen elkaar botsten. Meer over dit ongeluk en het monument.



Op 7 mei 2008 is op de spoorwegovergang in de Groeneweg in Bunnik een 17-jarig meisje om het leven gekomen. Ze fietste ondanks de gesloten bomen over de sporen en werd gegrepen door een trein. Haar jongere zus fietste voor haar uit, vlak voor de trein langs. Merel van der Tol is op 14 mei begraven.

Bunnik, 8 mei 2010. Dit monumentje ligt vlak bij de overweg.


Bocholtz, 2010. Monument ter gedachtenis aan een ongeval op 20 december 1940. Een bus met mijnwerkers werd op een overweg gegrepen. Glück Auf is een mijnwerkersgroet. Foto Wim Mensinga.


Boeken


Onthuld. Het landelijk monument spoorwegongevallen. Boekje dat genodigden kregen bij de onthulling van het monument in Park Nieuwenoord op 16 april 2004. Met teksten van president-directeur A.W. Veenman. Uitgegeven door NS Holding Corporate Communication. ISBN 9090192824.

Zie ook het thema spoorwegongevallen.


Opening Amstelstation Amsterdam 13-10-'39. Veertien zwart-witfoto's van de door architect Schelling ontworpen stationsgebouwen Amsterdam-Muiderpoort en het Amstelstation. Beide stations werden in gebruik genomen in 1939. Tegelijk ging het Weesperpoortstation buiten gebruik. De treinen uit Utrecht reden voortaan door tot het Centraal Station.

Reproductie van dit boek.


Een spoor van verbeelding. 150 jaar monumentale kunst en decoratie aan Nederlandse stationsgebouwen. Door Wilfred van Leeuwen en H. Romers. De Walburg Pers 1988. ISBN 9060116178.


Brunel Award 1989. Juryrapport van de in 1989 in Utrecht uitgereikte Brunel Awards.

Brunel Awards worden om de twee of drie jaar toegekend voor de beste voorbeelden van architectuur en vormgeving ten behoeve van het spoorwegvervoer. De prijsvraag is vernoemd naar de Engelse ingenieur Isambard Kingdom Brunel (1806-1859) die onder andere de Great Western Railway (GWR) van Londen naar Bristol bouwde en ook verantwoordelijk was voor de stoomschip­route van Bristol naar Amerika: de Great Western Line. Hij bouwde het stoomschip 'Great Britain' dat op deze lijn dienstdeed.

De eerste Brunel Awards werden in 1985 uitgereikt in Bristol, ter gelegenheid van de viering van het 150-jarig bestaan van de GWR. In 1987 was Wenen aan de beurt, toen de Oostenrijkse spoor­wegen 150 jaar bestonden. In 1989 was de prijsuitreiking onderdeel van de festiviteiten in het kader van NS-150.


Zie ook:




vorige       start       omhoog